Traduction de «folfox4 » (Néerlandais → Français) :

Behandelingsgroep LV5FU2 FOLFOX4 LV5FU2 FOLFOX4 Percentage ziektevrije overleving na 3 jaar (95% confidentie-interval) 84,3 (80,9 - 87,7) 87,4 (84,3 - 90,5) 65,8 (62,2 - 69,5) 72,8 (69,4 - 76,2)
Groupe de traitement LV5FU2 FOLFOX4 LV5FU2 FOLFOX4 Pourcentage de survie sans maladie à 3 ans (Intervalle de Confiance de 95 84,3 (80,9- 87,4 (84,3-90,5) 65,8 (62,2-69,5) 72,8 (69,4-76,2)

Responsratio oxaliplatine + 5-FU/FA (FOLFOX4) versus 5-FU/FA alleen (LV5FU2) Responsratio % (95% 5-FU/FA oxaliplatine + oxaliplatine Cl) independent monotherapie radiological review ITT (LV5FU2) 5-FU/FA analysis (FOLFOX4)
Taux de réponse, % (IC à 95 %) Revue radiologique indépendante Analyse en ITT Traitement de première ligne Évaluation de la réponse toutes les 8 semaines Patients prétraités (réfractaires à l’irinotécan + 5- FU/AF) Évaluation de la réponse toutes les 6 semaines Patients prétraités (réfractaires au 5-FU/AF) Évaluation de la réponse toutes les 12 semaines

Behandelingsarm LV5FU2 FOLFOX4 LV5FU2 FOLFOX4 Percentage 3-jaar ziektevrije overleving (95% 84.3 (80.9-87.7) 87.4 (84.3-90.5) 65.8 (62.2-69.5 72.8 (69.4-76.2)
Stade du patient Stade II Stade III (B2 de Dukes) (C de Dukes) Bras de Traitement LV5FU2 FOLFOX4 LV5FU2 FOLFOX4 Survie à 3ans sans symptôme (IC à 95%) 84,3 (80,9-87,7) 87,4 (84,3-90,5) 65,8 (62,2-69,5) 72,8 (69,4-76,2)

Overall survival (ITT analyse): Ten tijde van de analyse van de 3-jaar ziektevrije overleving, die het primaire eindpunt van de MOSAIC studie was, was 85,1% van de patiënten nog in leven in de oxaliplatine + 5-FU/FA (FOLFOX4) arm ten opzichte van 83,8% in de 5-FU/FA (LV5FU2) arm. Dit vertaalde zich in een algehele reductie van het mortaliteitsrisico van 10% ten gunste van oxaliplatine + 5-FU/FA (FOLFOX4), welke geen statistische significantie bereikte (hazard ratio = 0,90).
Au moment de l'analyse de la survie sans maladie à 3 ans, critère de jugement principal de l'étude MOSAIC, 85,1 % des patients étaient toujours vivants dans le bras oxaliplatine + 5 -FU/AF (FOLFOX4), contre 83,8 % dans le bras 5-FU/AF (LV5FU2), ce qui s'est traduit par une diminution globale du risque de mortalité de 10 % en faveur de l'association oxaliplatine + 5-FU/AF (FOLFOX4), sans atteindre le seuil de significativité statistique (risque relatif = 0,90).

- Als eerstelijnsbehandeling werden in de vergelijkende fase III studie EFC2962 met 2 groepen 420 patiënten gerandomiseerd om 5-FU/FA alleen (LV5FU2, N = 210) of de combinatie van oxaliplatine met 5-FU/FA (FOLFOX4, N = 210) te krijgen.
- En traitement de première ligne, l’étude EFC2962 de phase III comparative de deux groupes, a randomisé 420 patients à recevoir soit du 5-FU/FA seul (LV5FU2, N = 210), ou l’association de l’oxaliplatine avec du 5-FU/FA (FOLFOX4, N = 210).

- Tenslotte, in de ongecontroleerde fase II studie EFC2964 werden patiënten ingesloten die refractair waren voor 5-FU/FA alleen en die behandeld werden met de combinatie van oxaliplatine en 5-FU/FA (FOLFOX4, N = 57).
- Finalement, l’étude EFC2964 de phase II non contrôlée a inclus des patients réfractaires au 5- FU/FA seul, et qui ont été traités avec l’association d’oxaliplatine et de 5-FU/FA (FOLFOX4, N = 57).

- Bij vooraf behandelde patiënten werden in de vergelijkende fase III studie EFC 4584 met 3 groepen 821 patiënten die refractair waren voor de combinatie irinotecan (CPT-11) en 5- FU/FA, gerandomiseerd om 5-FU/FA alleen (LV5FU2, N = 275) of oxaliplatine alleen (N = 275) of de combinatie van oxaliplatine met 5-FU/FA (FOLFOX4, N = 271) te krijgen.
- Chez des patients prétraités, l’étude EFC4584 de phase III comparative de trois groupes, a randomisé 821 patients réfractaires à l’association d’irinotecan (CPT-11) et de 5-FU/FA, à recevoir soit du 5-FU/FA seul (LV5FU2, N = 275), soit de l’oxaliplatine seul (N = 275), ou l’association de l’oxaliplatine avec du 5-FU/FA (FOLFOX4, N = 271).