In tegenstelling hiermee kon in laag-gradige tumoren (WHO-graad I en II, bv. medulloblastomen, oligodendrogliomen) na toediening van het werkzame bestanddeel geen fluorescentie worden waargenomen.
En revanche, dans les tumeurs de faible grade (grade I et II de l’OMS, par exemple médulloblastome, oligodendrogliome), aucune fluorescence n’a pu être observée après administration de la substance active.