Traduction de «fluconazol en itraconazol verhoogden beiden » (Néerlandais → Français) :

Fluconazol en itraconazol verhoogden beiden de plasmaconcentraties van intraveneus midazolam 2 – tot 3-voudig, gepaard gaande met een toename van de terminale halfwaardetijd met respectievelijk 2,4-voud voor itraconazol en 1,5-voud voor fluconazol.
Le fluconazole et l’itraconazole ont augmenté de 2 à 3 fois les concentrations plasmatiques du midazolam intraveineux et ont augmenté sa demi-vie terminale de respectivement 1,5 fois et 2,4 fois.

Fluconazol en itraconazol verhoogden beiden de plasmaconcentraties van intraveneus midazolam 2- tot 3-voudig, gepaard gaande met een toename van de terminale halfwaardetijd met respectievelijk 2,4-voud voor itraconazol en 1,5-voud voor fluconazol.
Le fluconazole et l’itraconazole ont augmenté de 2 à 3 fois les concentrations plasmatiques du midazolam intraveineux et ont augmenté sa demi-vie terminale de respectivement 1,5 fois et 2,4 fois.

Daarom wordt geadviseerd voorzichtig te zijn met het gelijktijdig toedienen van droperidol met CYP1A2 (bv. ciprofloxacin, ticlopidine), CYP3A4 remmers (bv. diltiazem, erythromycine, fluconazol, indinavir, itraconazol, ketoconazol, nefazodon, nelfinavir, saquinavir, verapamil) of beiden (bv. cimetidine, mibefradil).
La prudence est donc recommandée si le dropéridol est administré en traitement concomitant avec des inhibiteurs puissants du CYP1A2 (par ex. ciprofloxacine, ticlopidine), du CYP3A4 (par ex. diltiazem, érythromycine, fluconazole, indinavir, itraconazole, kétoconazole, néfazodone, nelfinavir, ritonavir, saquinavir, vérapamil) ou des deux (par ex. cimétidine, mibéfradil).

Daarom wordt geadviseerd voorzichtig te zijn met het gelijktijdig toedienen van droperidol met CYP1A2 remmers (bv. ciprofloxacin, ticlopidine), CYP3A4 remmers (bv. diltiazem, erythromycine, fluconazol, indinavir, itraconazol, ketoconazol, nefazodon, nelfinavir, ritonavir, saquinavir, verapamil) of beiden (bv. cimetidine, mibefradil).
La prudence est donc recommandée si le dropéridol est administré en traitement concomitant avec des inhibiteurs puissants du inhibiteurs CYP1A2 (par ex. ciprofloxacine, ticlopidine), du inhibiteurs CYP3A4 (par ex. diltiazem, érythromycine, fluconazole, indinavir, itraconazole, kétoconazole, néfazodone, nelfinavir, ritonavir, saquinavir, vérapamil) ou des deux (par ex. cimétidine, mibéfradil).