Vertaling van "flecaïnide en andere antiaritmica " (Nederlands → Frans) :

Antiaritmica: klasse 1a-antiaritmica, zoals disopyramide, kinidine, procaïnamide en flecaïnide en andere antiaritmica zoals amiodaron en bepridil worden niet aanbevolen als concomitante behandeling met Sotalol Mylan tabletten omdat ze de refractaire periode kunnen verlengen (zie rubriek 4.4).
Associations déconseillées : Antiarythmiques : L’utilisation concomitante d’antiarythmiques de classe 1a, comme le disopyramide, la quinidine, le procaïnamide et le flécaïnide, et d’autres antiarythmiques tels que l’amiodarone et le bépridil, et de Sotalol Mylan comprimés est déconseillée car ces substances peuvent prolonger l’hyporéactivité (voir rubrique 4.4).

INCIVO moet met voorzichtigheid worden gebruikt in combinatie met de klasse-Ic-antiaritmica propafenon en flecaïnide, met onder andere gepaste klinische en ECG-monitoring (zie rubriek 4.4).
INCIVO doit être utilisé avec précaution avec la propafénone et le flécaïnide, antiarythmiques de classe Ic, incluant une surveillance clinique et ECG adaptée (voir rubrique 4.4).

INCIVO moet met voorzichtigheid worden gebruikt in combinatie met de klasse-Ic-antiaritmica propafenon en flecaïnide, met onder andere gepaste klinische en ECG-monitoring.
INCIVO doit être utilisé avec précaution avec la propafénone et le flécaïnide, antiarythmiques de classe Ic, incluant une surveillance clinique et ECG adaptée.

Andere geneesmiddelen voor de behandeling van een onregelmatige of abnormale hartslag, zoals lidocaïne, fenytoïne, flecaïnide, propafenon (klasse I-antiaritmica)
que la lidocaïne, la phénytoïne, le flécaïnide, la propafénone (antiarythmiques de classe I)

Er kunnen klinisch relevante interacties optreden met andere CYP 2D6 substraten met een nauwe therapeutische index, zoals klasse 1C antiaritmica waaronder propafenon en flecaïnide, TCAs en typische antipsychotica, vooral bij hogere sertralinedoseringen.
Des interactions cliniques significatives peuvent survenir avec d'autres substrats du CYP 2D6 présentant une marge thérapeutique étroite comme les anti-arythmiques de classe 1C tels que la propafénone et la flécaïnide, les antidépresseurs tricycliques et les antipsychotiques typiques, en particulier avec les doses les plus élevées de sertraline.

Klinisch relevante interacties kunnen optreden met andere substraten van CYP 2D6 met een nauwe therapeutische index zoals klasse 1C antiaritmica, bv. propafenon en flecaïnide, TCA's en typische antipsychotica, vooral bij hogere sertralinedoses.
Des interactions cliniquement pertinentes peuvent survenir avec d’autres substrats du CYP 2D6, dotés d’un indice thérapeutique étroit, comme les antiarythmiques de classe 1C tels que la propafénone et le flécaïnide, les ADT et les antipsychotiques classiques, en particulier aux doses élevées de sertraline.

4.5 Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie Zoals met andere antipsychotica is voorzichtigheid geboden bij het voorschrijven van risperidon samen met geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze het QT-interval verlengen, zoals klasse Ia-antiaritmica (bv. kinidine, disopyramide, procaïnamide), klasse III-antiaritmica (bv. amiodaron, sotalol), tricyclische antidepressiva (bv. amitriptyline), tetracyclische antidepressiva (bv. maprotiline), bepaalde antihistaminica, andere antipsychotica, bepaalde
4.5 Interactions avec d’autres médicaments et autres formes d’interactions Comme avec d’autres antipsychotiques, la prudence est de rigueur lors de la prescription de rispéridone en même temps que des médicaments connus pour allonger l’intervalle QT, comme les antiarythmiques de classe Ia (p.ex. quinidine, disopyramide, procaïnamide), les antiarythmiques de classe III (p.ex. amiodarone, sotalol), les antidépresseurs tricycliques (comme l’amitriptyline), les antidépresseurs tétracycliques (comme la maprotiline), certains antihistaminiques, d’autres antipsychotiques, certains antimalariques (comme la quinine et la méfloquine), et des médicaments provoquant un déséquilibre électrolytique (hypokaliémie, hypomagnésémie), une bradycardie, ou ceux qui inhibent le métabolisme hépatique de la rispéridone. Cette liste se veut indicative et non exhaustive.

- welke antiaritmica gebruiken of andere stoffen waarvan bekend is dat deze tot QT-verlenging leiden (zie rubriek 4.5);
- traitement par des antiarythmiques ou par d’autres substances connues pour entraîner un allongement de l’intervalle QT (voir rubrique 4.5).

Ook andere geneesmiddelen kunnen zeldzaam (bij niet-diabetici) hypoglykemie uitlokken (antiaritmica zoals disopyramide en cibenzoline, dextropropoxyfeen, zwakke opioïden zoals tramadol, kinine). b-blokkers, en dan theoretisch vooral de niet-cardioselectieve, kunnen de symptomen van hypoglykemie maskeren 48 .
D’autres médicaments (antiarythmiques comme le disopyramide et la cibenzoline, le dextropropoxyphène, les opioïdes faibles comme le tramadol ou encore la quinine) sont susceptibles de provoquer des hypoglycémies (chez des non diabétiques). Les b-bloquants, en théorie davantage les non cardiosélectifs, peuvent masquer les symptômes d’hypoglycémie 48 .

Verhoogd risico van atrioventriculaire geleidingstoornissen bij associatie met andere geneesmiddelen die de geleiding beïnvloeden (bv. carbamazepine, lamotrigine, pregabaline en bepaalde antiaritmica).
Risque accru de ralentissement de la conduction auriculo-ventriculaire lors de l'association avec d'autres médicaments qui influencent la conduction (carbamazépine, lamotrigine, prégabaline et certains antiarythmiques).