Vertaling van "feochromocytoom mogen ß-blokkers " (Nederlands → Frans) :

Bij patiënten met feochromocytoom mogen ß-blokkers (b.v. bisoprolol) pas na de alfareceptorblokkade worden toegediend
Chez les patients atteints de phéochromocytome, les ß-bloquants (ex. bisoprolol) ne peuvent être administrés qu’après le blocage des récepteurs alpha.

Bij patiënten met een feochromocytoom mogen pas β-blokkers (zoals bisoprolol) worden toegediend na blokkering van de alfareceptoren.
En cas de phéochromocytome, les β-bloquants (p. ex., le bisoprolol) ne doivent être administrés qu’après un blocage des alpha-récepteurs.

Zoals met elke bèta-blokker echter is een bronchoconstrictorisch effect nooit totaal uit te sluiten. Daarom mogen bèta-blokkers nooit toegediend worden aan patiënten die reeds bronchiaal astma vertoonden.
Comme avec tout bêta-bloquant, un effet bronchoconstricteur ne peut cependant jamais être complètement exclu et les bêta-bloquants ne devraient jamais être administrés à des patients ayant déjà présenté de l'asthme bronchique.

Bij patiënten met een feochromocytoom mogen bètablokkers (bv. bisoprolol) pas worden toegediend na alfareceptorblokkade.
Chez les patients présentant un phéochromocytome, les bêtabloquants (par ex. le bisoprolol) ne doivent pas être administrés avant d'avoir réalisé un blocage des récepteurs alpha.

Bij patiënten met feochromocytoom mogen bètablokkers (zoals bisoprolol) pas worden toegediend na alfareceptorblokkade.
Chez les patients souffrant de phéochromocytome, on n’administrera de bêtabloquants (le bisoprolol, par exemple) qu’après avoir bloqué les récepteurs alpha.

Bij patiënten met een feochromocytoom mogen bètablokkers (zoals bisoprolol) niet toegediend worden na alfa-receptorblokkade.
Chez les patients atteints de phéochromocytome, les bêtabloquants (comme le bisoprolol) ne peuvent pas être administrés qu’après un blocage des récepteurs α.

Daarom mogen bèta-blokkers nooit toegediend worden aan patiënten die reeds bronchiaal astma vertoonden.
Par conséquent, les bêta-bloquants ne doivent jamais être administrés à des patients ayant un asthme bronchique préexistant.

- verder mogen we de klassieke triade van het feochromocytoom niet uit het oog verliezen : hoofdpijn, zweten, hartkloppingen.
- n’oublions pas la triade classique du phéochromocytome, à savoir céphalées, sueurs et palpitations.