Traduction de «feliene leukemie component » (Néerlandais → Français) :

Immuniteit werd aangetoond vanaf 1 week na het basisvaccinatieschema tegen de rhinotracheïtis, calicivirus, Chlamydophila felis en panleucopenie componenten, en vanaf 2 weken na het basisvaccinatieschema tegen de feliene leukemie component. De immuniteitsduur is 1 jaar na de laatste (her)vaccinatie voor de rhinotracheïtis, calicivirus, Chlamydophila felis en feliene leukemie componenten, en 3 jaar voor de panleucopenie component.
La mise en place de l’immunité a été démontrée 1 semaine après la primo-vaccination pour les valences rhinotrachéite, calicivirose, Chlamydophila felis et panleucopénie infectieuse féline et 2 semaines après la primo-vaccination pour la valence leucose féline.

Immuniteit werd aangetoond vanaf 1 week na het basisvaccinatieschema tegen de rhinotracheïtis, calicivirus en panleucopenie componenten, en vanaf 2 weken na het basisvaccinatieschema tegen de feliene leukemie component.
La mise en place de l’immunité a été démontrée 1 semaine après la primo-vaccination pour les valences rhinotrachéite, calicivirose et panleucopénie infectieuse féline, et 2 semaines après la primovaccination pour la valence leucose féline.

- daarna elk jaar met de rhinotracheïtis, calicivirose, chlamydiosis en feliene leukemie componenten, en elke 3 jaar met de panleucopenie component.
- Ensuite tous les ans pour les valences de la rhinotrachéite, la calicivirose, la chlamydiose et la leucose, et tous les trois ans pour la valence de la panleucopénie.

De immuniteitsduur is 1 jaar na de laatste (her)vaccinatie voor de rhinotracheïtis, calicivirus en feliene leukemie componenten, en 3 jaar voor de panleucopenie component.
La durée d’immunité est de 1 an après la dernière (re-)vaccination pour les valences rhinotrachéite, calicivirose et leucose féline et de 3 ans pour la valence panleucopénie infectieuse féline.

- daarna elk jaar met de rhinotracheïtis, calicivirose en feliene leukemie componenten, en elke 3 jaar met de panleucopenie component.
- Ensuite tous les ans pour les valences de la rhinotrachéite, la calicivirose et la leucose, et tous les trois ans pour la valence de la panleucopénie.