Vertaling van "estriol " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

product dat estriol bevat
produit contenant de l'estriol

product dat enkel estriol in vaginale vorm bevat
produit contenant seulement de l'estriol sous forme vaginale

allergie voor estriol
allergie à l'estriol

product dat enkel estriol in orale vorm bevat
produit contenant seulement de l'estriol sous forme orale

product dat estriol in orale vorm bevat
produit contenant de l'estriol sous forme orale

product dat estriol in vaginale vorm bevat
produit contenant de l'estriol sous forme vaginale

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

ESTRIOL - LOKAAL GEBRUIK MIDDELEN BIJ VULVOVAGINALE AANDOENINGEN Geslachtshormonen - oestrogenen
ESTRIOL - EN USAGE LOCAL MÉDICAMENTS DES AFFECTIONS VULVO-VAGINALES Hormones sexuelles - estrogènes

Estriol: vermits in de Farmanetgegevens alleen terugbetaalde middelen zijn opgenomen, gaat het hier over de orale vorm.
Estriol: bien que les données de Pharmanet ne mentionnent que des médicaments remboursés, il s’agit ici de la forme orale.

Wanneer de klachten beperkt zijn tot genitale atrofie, verdient lokaal gebruik van het biologisch minder actieve estriol de voorkeur: de systemische resorptie is minimaal, en in een patiënt-controle onderzoek werd bij vrouwen die gedurende minstens 5 jaar waren behandeld met vaginaal estriol, geen verhoogd risico van endometriumhyperplasie of -carcinoom gezien [zie ook Folia december 1999, en hieronder bij ”Risico van endometriumcarcinoom”].
Lorsque les plaintes se limitent à une atrophie génitale, il est préférable d’utiliser localement l’estriol, biologiquement moins actif: la résorption systémique est minimale, et dans une étude cas-témoins, le risque d’hyperplasie endométriale ou de carcinome n’était pas augmenté chez les femmes qui avaient été traitées pendant au moins 5 ans par de l’estriol par voie vaginale [voir aussi Folia de décembre 1999, et plus bas « Risque de carcinome de l’endomètre»].

Wanneer vaginale atrofie de enige klacht is, verdient estriol vaginaal de voorkeur.
Lorsque l’atrophie vaginale est la seule plainte, il est préférable d’administrer de l’estriol par voie vaginale.

Bij urogenitale atrofie is vaginale toediening van estriol even doeltreffend, met minimale systemische resorptie.
En cas d’atrophie uro-génitale, l’administration vaginale d’estriol est aussi efficace et associée à une moindre résorption systémique.

1 G03AA G03AA09 DESOGESTREL MET OESTROGENEN 2.545 32,7% 25.791,3 G03AA10 GESTODEEN MET OESTROGENEN 2.027 38,8% 15.693,1 G03AA07 LEVONORGESTREL MET OESTROGENEN 688 26,9% 7.052,9 G03AA11 NORGESTIMAAT MET OESTROGENEN 557 36,3% 3.388,6 G03AA05 NORETHISTERON MET OESTROGENEN 112 40,1% 1.030,0 2 L02BG L02BG03 ANASTROZOL 2.435 22,8% 698,2 L02BG04 LETROZOL 1.663 16,8% 469,7 L02BG06 EXEMESTAAN 1.196 19,8% 288,3 3 G03DA G03DA04 PROGESTERON 2.979 69,5% 7.142,8 G03DA02 MEDROXYPROGESTERON 12 21,2% 65,4 4 J02AC J02AC01 FLUCONAZOL 2.562 15,3% 427,3 J02AC02 ITRACONAZOL 392 6,7% 161,1 J02AC03 VORICONAZOL 4 0,2% 0,0 5 G03DB G03DB04 NOMEGESTROL 1.491 60,2% 3.293,5 G03DB01 DYDROGESTERON 383 56,3% 956,3 6 G03CA G03CA03 ESTRADIOL 1.197 43,9% 9.638,0 G03CA04 ESTRIOL 177 13,4% 673,8 7 M05BA M05BA07 RISEDRONINEZUUR 457 5,6% 401,9 M05BA06 IBANDRONINEZUUR 340 4,1% 289,6 M05BA04 ALENDRONINEZUUR 289 3,2% 598,3 M05BA08 ZOLEDRONINEZUUR 58 1,4% 0,2 M05BA02 CLODRONINEZUUR 2 0,9% 0,3 M05BA01 ETIDRONINEZUUR 0 3,0% 0,2 8 B01AB B01AB05 ENOXAPARINE 652 2,3% 345,0 B01AB06 NADROPARINE 423 1,6% 178,6 B01AB10 TINZAPARINE 22 0,6% 8,0 B01AB04 DALTEPARINE 17 7,3% 8,0 9 L02BA L02BA01 TAMOXIFEN 1.072 29,2% 2.003,1 L02BA03 FULVESTRANT 21 2,6% 1,4 L02BA02 TOREMIFEN 1 22,2% 0,8 10 J07BM J07BM01 PAPILLOMAVIRUS (TYPES 6, 11, 16, 18) 739 8,1% 5,9 J07BM02 PAPILLOMAVIRUS (TYPES 16, 18) 340 7,5% 2,7 11 G03HB G03HB01 CYPROTERON MET OESTROGENEN 950 33,4% 7.501,2 12 M05BB M05BB03 ALENDRONINEZUUR MET COLECALCIFEROL 812 6,0% 980,0 M05BB04 RISEDRONINEZUUR MET CALCIUM EN COLECALCIFEROL, SEQUEN 84 4,5% 76,2 13 G01AF G01AF04 MICONAZOL 523 24,6% 748,6 G01AF15 BUTOCONAZOL 184 58,3% 84,4 G01AF01 METRONIDAZOL 113 67,1% 209,2 G01AF02 CLOTRIMAZOL 62 32,8% 32,8 14 G03AB G03AB06 GESTODEEN MET OESTROGENEN 488 36,8% 2.469,7 G03AB03 LEVONORGESTREL MET OESTROGENEN 270 29,9% 1.649,6 G03AB04 NORETHISTERON MET OESTROGENEN 32 33,5% 206,1 15 L02AE L02AE03 GOSERELINE 556 5,5% 113,7 L02AE04 TRIPTORELINE 134 2,1% 29,6 L02AE02 LEUPRORELINE 2 0,0% 1,1 ...
1 G03AA G03AA09 DESOGESTREL ET ESTROGENES 2.545 32,7% 25.791,3 G03AA10 GESTODENE ET ESTROGENES 2.027 38,8% 15.693,1 G03AA07 LEVONORGESTREL ET ESTROGENES 688 26,9% 7.052,9 G03AA11 NORGESTIMATE ET ESTROGENES 557 36,3% 3.388,6 G03AA05 NORETHISTERONE ET ESTROGENES 112 40,1% 1.030,0 2 L02BG L02BG03 ANASTROZOLE 2.435 22,8% 698,2 L02BG04 LETROZOLE 1.663 16,8% 469,7 L02BG06 EXEMESTANE 1.196 19,8% 288,3 3 G03DA G03DA04 PROGESTERONE 2.979 69,5% 7.142,8 G03DA02 MEDROXYPROGESTERONE 12 21,2% 65,4 4 J02AC J02AC01 FLUCONAZOLE 2.562 15,3% 427,3 J02AC02 ITRACONAZOLE 392 6,7% 161,1 J02AC03 VORICONAZOLE 4 0,2% 0,0 5 G03DB G03DB04 NOMEGESTROL 1.491 60,2% 3.293,5 G03DB01 DYDROGESTERONE 383 56,3% 956,3 6 G03CA G03CA03 ESTRADIOL 1.197 43,9% 9.638,0 G03CA04 ESTRIOL 177 13,4% 673,8 7 M05BA M05BA07 ACIDE RISEDRONIQUE 457 5,6% 401,9 M05BA06 ACIDE IBANDRONIQUE 340 4,1% 289,6 M05BA04 ACIDE ALENDRONIQUE 289 3,2% 598,3 M05BA08 ACIDE ZOLEDRONIQUE 58 1,4% 0,2 M05BA02 ACIDE CLODRONIQUE 2 0,9% 0,3 M05BA01 ACIDE ETIDRONIQUE 0 3,0% 0,2 8 B01AB B01AB05 ENOXAPARINE 652 2,3% 345,0 B01AB06 NADROPARINE 423 1,6% 178,6 B01AB10 TINZAPARINE 22 0,6% 8,0 B01AB04 DALTEPARINE 17 7,3% 8,0 9 L02BA L02BA01 TAMOXIFENE 1.072 29,2% 2.003,1 L02BA03 FULVESTRANT 21 2,6% 1,4 L02BA02 TOREMIFENE 1 22,2% 0,8 10 J07BM J07BM01 PAPILLOMAVIRUS (TYPES 6, 11, 16, 18) 739 8,1% 5,9 J07BM02 PAPILLOMAVIRUS (TYPES 16, 18) 340 7,5% 2,7 11 G03HB G03HB01 CYPROTERONE ET ESTROGENES 950 33,4% 7.501,2 12 M05BB M05BB03 ACIDE ALENDRONIQUE ET COLECALCIFEROL 812 6,0% 980,0 M05BB04 ACIDE RISEDRONIQUE, CALCIUM ET COLECALCIFEROL, SEQUENT 84 4,5% 76,2 13 G01AF G01AF04 MICONAZOLE 523 24,6% 748,6 G01AF15 BUTOCONAZOLE 184 58,3% 84,4 G01AF01 METRONIDAZOLE 113 67,1% 209,2 G01AF02 CLOTRIMAZOLE 62 32,8% 32,8 14 G03AB G03AB06 GESTODENE ET ESTROGENES 488 36,8% 2.469,7 G03AB03 LEVONORGESTREL ET ESTROGENES 270 29,9% 1.649,6 G03AB04 NORETHISTERONE ET ESTROGENES 32 33,5% 206,1 15 L02AE L02AE03 GOSERELINE 556 5,5% 113,7 L02AE04 TRIPTORELINE 134 2,1% 29,6 L02AE02 LEUP ...

Aacifemine® - ovulen estriol 1 mg / g (vag).
Aacifemine® - ovules estriol 1 mg / g (vag).

● initiële dosis: 1 ovule (niet-depot vorm) of 1 intravaginale applicatie (= 0,5 mg estriol)
● posologie initiale: 1 ovule (forme simple non-depôt) ou 1 application intravaginale de

In het hoofdstuk ‘Hormonaal Stelsel’ van het WZC-Formularium komen we tot de conclusie dat “de nadelen van hormonale substitutietherapie groter zijn dan de voordelen”. Om die reden selecteren we geen enkel geneesmiddel voor deze indicatie, met uitzondering van lokaal estriol voor de behandeling van vaginale atrofie en recidiverende urineweginfecties.
Dans le chapitre « Système hormonal » du Formulaire MRS nous concluons que « les inconvénients de la substitution hormonale sont plus importants que les avantages » et ne sélectionnons donc aucun médicament dans ce domaine exception faite pour l’estriol en application locale pour le traitement de l’atrophie vaginale et des infections urinaires récidivantes.

Er is een plaats voor het gebruik van lokaal estriol bij vaginale atrofie.
En cas d’atrophie vaginale, il y a une place pour l’utilisation d’estriol sous forme locale.