Traduction de «epistaxis werden » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

personen die in contact komen met gezondheidszorg voor specifieke verrichtingen die niet werden uitgevoerd
Sujets ayant recours aux services de santé pour des actes médicaux spécifiques, non effectués

epistaxis | neusbloeding
épistaxis | saignement de nez

epistaxis
Epistaxis

anterieure epistaxis
épistaxis antérieure

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Gevallen van aplastische en hemolytische anemie, alsook gevallen van epistaxis werden zelden gerapporteerd.
Des cas d’anémie aplastique et d’anémie hémolytique ainsi que des cas d’épistaxis ont été rarement rapportés.

De meest voorkomende hemorragie als bijwerking bij patiënten die werden behandeld met axitinib waren epistaxis (5,3%), hematurie (1,4%), rectale hemorragie (1,1%) en tandvleesbloeding (1,1%).
Les effets indésirables hémorragiques le plus fréquemment rapportés chez les patients traités par axitinib ont été: épistaxis (5,3%), hématurie (1,4%), hémorragie rectale (1,1%) et hémorragie gingivale (1,1%).

Sinds zijn introductie op de markt werden, evenals met andere azoolantimycotica, hemorragische incidenten gesignaleerd (ecchymosen, epistaxis, gastro-intestinale bloedingen, hematurie en melaena) in samenhang met de verlenging van de protrombinetijd bij patiënten die tegelijk fluconazol en warfarine toegediend kregen.
Après commercialisation, comme avec d’autres antifongiques azolés, des incidents hémorragiques ont été signalés (ecchymoses, epistaxis, hémorragies gastro-intestinales, hématurie et melaena) en rapport avec l’allongement du temps de prothrombine chez des patients recevant à la fois du fluconazole et de la warfarine.

Anticoagulantia Sinds zijn introductie op de markt werden, evenals met andere azolen, hemorragische incidenten gesignaleerd (ecchymosen, epistaxis, gastro-intestinale bloedingen, hematurie en melaena) in samenhang met de verlenging van de protrombinetijd bij patiënten die tegelijk fluconazol en warfarine toegediend kregen.
Anticoagulants Après commercialisation, comme avec d’autres antifongiques azolés, des incidents hémorragiques ont été signalés (ecchymoses, épistaxis, hémorragies gastro-intestinales, hématurie et melaena) en rapport avec l’allongement du temps de prothrombine chez les patients recevant à la fois du fluconazole et de la warfarine.

Andere bloedingen (met inbegrip van epistaxis, bloeding na een ingreep en hematurie) werden gemeld bij 13,3% van de patiënten behandeld met Jakavi en bij 10,3% van de patiënten behandeld met referentiebehandelingen.
D'autres événements hémorragiques (incluant des évènements tels qu’epistaxis, hémorragie post opératoire et hématurie) ont été rapportés chez 13,3 % des patients traités par Jakavi et 10,3 % des patients traités par les traitements de référence.

Bijwerkingen (alle soorten) die bij ten minste 20% van de patiënten werden waargenomen in de niercelcarcinoom- en mantelcellymfoomregistratiestudies bestaan uit: anemie, misselijkheid, uitslag (waaronder uitslag, jeukende huiduitslag, maculopapuleuze uitslag en pustulaire uitslag), verminderde eetlust, oedeem, asthenie, vermoeidheid, trombocytopenie, diarree, koorts, epistaxis, mucositis, stomatitis, braken, hyperglykemie, hypercholesterolemie, dysgeusie, pruritus, hoest, infectie, pneumonie, dyspneu.
Les effets indésirables (de tous grades) survenus chez au moins 20 % des patients au cours des études d’enregistrement dans le carcinome rénal et le lymphome des cellules du manteau sont : anémie, nausée, éruption (notamment éruption, éruption pruritique, éruption maculopapulaire, éruption pustulaire), diminution de l’appétit, œdème, asthénie, fatigue, thrombocytopénie, diarrhée, fièvre, épistaxis, inflammation des muqueuses, stomatite, vomissements, hyperglycémie, hypercholestérolémie, dysgueusie, prurit, toux, infection, pneumonie, dyspnée.

Bij patiënten die behandeld werden voor acute rhinosinusitis was de incidentie van epistaxis voor Nasonex 3,3% vs. 2,6% voor placebo en gelijk aan de incidentie die waargenomen werd bij patiënten met allergische rhinitis.
Chez les patients traités pour une rhinosinusite aiguë, l'incidence des épistaxis était de 3,3% pour Nasonex vs 2,6% pour placebo et était similaire à celle observée chez les patients traités pour la rhinite allergique.

Zoals dat het geval is voor andere neussprays, werden droogheid en irritatie van de neus en de keel, alsook epistaxis gemeld.
Comme c’est le cas avec d’autres sprays nasaux, une sécheresse et une irritation du nez et de la gorge, ainsi qu’une épistaxis ont été rapportés.

De epistaxis stopte gewoonlijk spontaan en was niet ernstig; de incidentie ervan was hoger dan bij placebo (5%), maar vergelijkbaar of lager dan bij de bestudeerde actieve nasale corticosteroïden die als controle werden gebruikt (tot 15%).
En général, les épistaxis furent de faible importance et s’arrêtèrent spontanément; elles se produisirent avec une incidence plus élevée que sous placebo (5%), mais comparable ou plus faible que celle des corticostéroïdes nasaux actifs utilisés à titre de contrôle (jusqu'à 15%).