Vertaling van "enkel met dopamine-agonisten " (Nederlands → Frans) :

Patiënten met psychotische afwijkingen Patiënten met psychotische afwijkingen dienen enkel met dopamine-agonisten te worden behandeld als de mogelijke voordelen de risico’s overtreffen.
Patients présentant des troubles psychotiques Les patients présentant des troubles psychotiques ne doivent être traités par des agonistes dopaminergiques que si le bénéfice potentiel est supérieur au risque encouru.

Levodopa 26. 866 39,2% Anticholinergica 20.763 30,3% Dopamine-agonisten + Levodopa 5.224 7,6% Dopamine-agonisten 4.125 6,0% Levodopa + Anticholinergica 1.758 2,6% Andere combinaties 9.736 14,2% TOTAAL 68.472 100,0%
Levodopa 26. 866 39,2% Anticholinergiques 20.763 30,3% Agonistes Dopaminergiques + Levodopa 5.224 7,6% Agonistes Dopaminergiques 4.125 6,0% Levodopa + Anticholinergiques 1.758 2,6% Autres combinaisons 9.736 14,2% TOTAL 68.472 100,0%

Dopamine agonisten: Levodopa, amantadine, apomorfine, bromocriptine, cabergoline, entacapone, lisuride, pergolide, piribedil, pramiprexole, quinagolide, ropinirole : wederkerig antagonisme tussen dopamine agonisten en alizapride.
piribédil, pramiprexole, quinagolide, ropinirole: antagonisme réciproque entre les agonistes de la dopamine et l’alizapride.

Bij 2 % van de patiënten wordt er enkel behandeld met dopamine-agonisten wat vooral bij ouderen een probleem kan geven wegens het optreden van psychiatrische complicaties.
Chez 6 % des patients, le traitement est uniquement constitué d’agonistes dopaminergiques ce qui peut constituer un problème surtout chez les plus âgés du fait de l’apparition de complication psychiatriques.

Patiënten met, of met een voorgeschiedenis van, ernstige psychiatrische of psychotische stoornissen, mogen enkel worden behandeld met dopamine-agonisten als de verwachte voordelen groter zijn dan de mogelijke risico’s.
Les patients présentant des troubles psychiatriques ou psychotiques graves, ou des antécédents de ces troubles, ne doivent être traités par des agonistes dopaminergiques que si les bénéfices potentiels sont supérieurs aux risques encourus.

VAN HET ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE) MET DIURETICA 0,5% 13.202 16.680 0,5% 51 56 54 60 R05CB MUCOLYTICA 0,5% 13.034 33.246 1,0% 28 41 55 * N06DA CHOLINESTERASEREMMERS 0,5% 12.740 4.232 0,1% 102 * 56 49 C03DA ALDOSTERONANTAGONISTEN 0,5% 12.716 21.450 0,6% 43 40 57 66 G03GA GONADOTROPINEN 0,5% 12.493 2.831 0,1% 112 115 58 53 C08DB BENZOTHIAZEPINEDERIVATEN 0,5% 12.434 18.441 0,6% 47 50 59 55 J07BB INFLUENZAVACCINS 0,5% 12.064 1.333 0,0% 138 142 60 56 H01AC SOMATROPINE EN ANALOGEN 0,5% 11.813 525 0,0% 176 180 61 59 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 0,5% 11.680 11.338 0,3% 63 66 62 63 S01ED BETA-RECEPTORBLOKKERENDE STOFFEN 0,4% 11.212 29.983 0,9% 31 31 63 69 H01CB ANTIGROEIHORMOON 0,4% 11.155 371 0,0% 188 177 64 67 N04BC DOPAMINE-AGONISTEN 0,4% 10.687 2.623 0,1% 115 119 65 * L01XX OVERIGE CYTOSTATICA 0,4% 10.463 879 0,0% 156 * 66 57 C03EA " LOW-CEILING" DIURETICA MET KALIUMSPARENDE MIDDELEN 0,4% 10.447 52.089 1,6% 13 13 67 64 C07BB SELECTIEVE BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN MET THIAZIDEN 0,4% 10.319 24.878 0,8% 39 44 68 61 G04CA ALFA-RECEPTORBLOKKERENDE STOFFEN 0,4% 10.145 10.356 0,3% 67 68 69 54 J01AA TETRACYCLINES 0,4% 9.798 8.620 0,3% 76 69 70 65 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 0,4% 9.797 9.710 0,3% 71 71 71 62 C07AA BETA-RECEPTORBLOKKERENDE MIDDELEN, NIET-SELECTIEVE 0,4% 9.730 34.715 1,1% 25 29 72 68 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 0,4% 9.513 11.552 0,3% 62 63 73 71 N07CA ANTIVERTIGO PREPARATEN 0,4% 9.038 25.486 0,8% 37 35 74 70 A07EC MESALAZINE EN VERWANTE VERBINDINGEN 0,3% 8.873 8.946 0,3% 74 73 75 78 C02AC IMIDAZOLINE RECEPTOR AGONISTEN 0,3% 8.868 15.207 0,5% 57 59 76 73 C03CA SULFONAMIDEN 0,3% 8.664 48.619 1,5% 15 17 77 74 A10BA BIGUANIDEN 0,3% 8.352 43.231 1,3% 18 25 78 * N05AL BENZAMIDEN 0,3% 8.316 2.897 0,1% 111 * 79 72 R03BB PARASYMPATHICOLYTICA 0,3% 8.028 16.318 0,5% 54 52 80 76 C07FB SELECTIEVE BETA-BLOKKERENDE MIDDELEN MET OVERIGE ANTIHYPERTENSIVA 0,3% 7.720 9.739 0,3% 70 67 81 * L02BG ENZYMREMMERS 0,3% 7.314 1.638 ...
DE LA BETALACTAMASE INCLUS 1,4% 35.529 24.725 0,7% 40 42 22 20 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,2% 31.001 5.883 0,2% 90 90 23 9 R03BA GLUCOCORTICOIDES 1,2% 30.368 28.552 0,9% 34 19 24 25 M01AC OXICAMES 1,1% 29.274 42.257 1,3% 19 22 25 35 N05AH DIAZEPINES, OXAZEPINES ET THIAZEPINES 1,1% 28.051 6.186 0,2% 84 101 26 31 M01AH COXIBS 0,9% 23.965 16.920 0,5% 50 39 27 34 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 0,9% 23.679 25.736 0,8% 36 49 28 26 C10AB FIBRATES 0,9% 23.473 67.884 2,1% 11 10 29 30 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 0,9% 22.976 39.708 1,2% 22 26 30 33 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 0,9% 22.916 48 0,0% 235 239 31 * J01DC CEPHALOSPORINES DE DEUXIEME GENERATION 0,9% 22.655 11.675 0,4% 61 * 32 22 A02BA ANTIHISTAMINIQUES H2 0,9% 22.328 33.362 1,0% 27 20 33 29 H02AB GLUCOCORTICOIDES 0,8% 20.938 46.110 1,4% 16 16 34 38 N05AX AUTRES ANTIPSYCHOTIQUES (NEUROLEPTIQUES) 0,8% 19.645 9.037 0,3% 73 72 35 37 A10AD INSULINES ET ANAL. A ACTION INTERMEDIAIRE AVEC DEBUT D'ACTION RAPIDE 0,8% 19.433 19.370 0,6% 45 47 36 32 A10BB DERIVES DE LA SULFONYLUREE 0,7% 19.205 49.302 1,5% 14 14 37 44 J05AF INHIB.

Omdat olanzapine in vitro dopamine-antagonisme vertoont, kan het de effecten van directe en indirecte dopamine-agonisten tegenwerken.
Du fait de son activité antagoniste de la dopamine in vitro, l’olanzapine peut antagoniser les effets des agonistes directs et indirects de la dopamine.

Olanzapine heeft in vitro dopamine-antagonistische effecten en zou dus de effecten van directe en indirecte dopamine-agonisten kunnen neutraliseren.
Vu qu’elle présente un antagonisme dopaminergique en milieu in vitro, l’olanzapine peut contrecarrer les effets des agonistes directs et indirects de la dopamine.

Zoals uit gedragsmetingen of electrofysiologische metingen bleek, blokkeert quetiapine ook de werking van dopamine-agonisten, terwijl het de dopamine-metaboliet concentraties doet stijgen, hetgeen een neurochemische parameter is voor D 2 -receptor blokkade.
Il ressort des mesures comportementales ou électro-physiologiques que la quétiapine inhibe également l’action des agonistes dopaminergiques et augmente les concentrations des métabolites de la dopamine, paramètre neurochimique du blocage des récepteurs D.

Zoals uit gedragsmetingen en elektrofysiologische metingen bleek, blokkeert quetiapine ook de werking van dopamine-agonisten, terwijl het de dopamine-metaboliet concentraties doet stijgen, hetgeen een neurochemische parameter is voor D 2 -receptor blokkade.
Il ressort des mesures comportementales ou électro-physiologiques que la quétiapine inhibe également l’action des agonistes dopaminergiques et augmente les concentrations des métabolites de la dopamine, paramètre neurochimique du blocage des récepteurs D.