Vertaling van "en of stavudine-naïef " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

product dat stavudine bevat
produit contenant de la stavudine

product dat enkel stavudine in orale vorm bevat
produit contenant seulement de la stavudine sous forme orale

product dat stavudine in orale vorm bevat
produit contenant de la stavudine sous forme orale

product dat lamivudine en stavudine bevat
produit contenant de la lamivudine et de la stavudine

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Bij een onderzoek dat werd voltooid in 2000, kregen 76 met HIV-1 geïnfecteerde kinderen met een leeftijd tussen 6 maanden en 12 jaar, die proteaseremmer- en lamivudine- en/of stavudine-naïef waren, elke 12 uur 350 of 450 mg/m 2 ritonavir tegelijk toegediend met lamivudine en stavudine.
Dans une étude réalisée en 2000, 76 enfants âgés de 6 mois à 12 ans infectés par le VIH-1, naïfs de traitement par inhibiteur de protéase et par lamivudine et/ou stavudine, ont reçu 350 ou 450 mg/m 2 de ritonavir toutes les 12 heures en administration concomitante avec la lamivudine et la stavudine.

Van alle patiënten waren er 27 (50%) PI-naïef, van wie 9 ART-naïef, en 27 (50%) waren PI-behandeld.
Globalement, 27 (50 %) n’avaient jamais été traités par un IP, dont 9 n’avaient jamais été traités par des antirétroviraux et 27 (50 %) avaient été prétraités par un IP.

Ras (Blank/Donker/Aziatisch) % 86/9/1 82/12/4 75/19/1 74/19/2 Leeftijd, gemiddeld, jaren 39 40 40 40 CDC Categorie C (%) 32 % 28 % 32 % 31 % Antiretroviraal naïef (%) 28 % 22 % 31 % 34 % PI naïef (%) 41 % 38 % 48 % 48 % Mediane uitgangswaarde HIV-1 4,0 3,9 4,4 4,6
Catégorie C du CDC ( %) 32 % 28 % 32 % 31 % % de naïfs d’antirétroviraux 28 % 22 % 31 % 34 % % de naïfs d’IP 41 % 38 % 48 % 48 % Charge virale VIH-1 à l’inclusion 4,0 3,9 4,4 4,6

Daarom dient men voorzichtig te zijn met gelijktijdige toediening van stavudine en doxorubicine of ribavirine. De invloed van stavudine op de fosforyleringskinetiek van nucleoside analogen andere dan zidovudine is niet onderzocht. Klinisch significante interacties van stavudine of stavudine plus didanosine met nelfinavir zijn niet waargenomen.
L’influence de la stavudine sur la cinétique de la phosphorylation des analogues nucléosidiques autres que la zidovudine n’a pas été étudiée.

De activiteit van stavudine wordt ook beïnvloed door multi-geneesmiddelresistentie geassocieerde mutaties zoals Q151M. Daarnaast, is K65R gemeld voor patiënten die stavudine/didanosine kregen of stavudine/lamivudine, maar niet voor patiënten die alleen stavudine monotherapie kregen.
L'activité de la stavudine est également affectée par des mutations induisant des résistances multiples telles que la mutation Q151 M. De plus, la mutation K65R a été rapportée chez des patients recevant l'association stavudine/didanosine ou l'association stavudine/lamivudine mais n'a pas été rapportée chez les patients recevant la stavudine en monothérapie.

Stavudine AUC ↔ 0,96 (0,89-1,03) Stavudine C min ND Stavudine C max ↔ 0,94 (0,86-1,03)
Stavudine ASC ↔ 0,96 (0,89-1,03) Stavudine C min ND Stavudine C max ↔ 0,94 (0,86-1,03)

Stavudine AUC ↔ 0,96 (0,89-1,03) Stavudine C min NV Stavudine C max ↔ 0,94 (0,86-1,03)
Stavudine ASC ↔ 0,96 (0,89-1,03) Stavudine C min ND Stavudine C max ↔ 0,94 (0,86-1,03)

dTpa – IPV- Hib - Hep B Het pediatrisch hexavalent vaccin wordt bij voorkeur gebruikt, met hoger gedoseerde Difterie & Tetanus toxoiden en acellulaire Pertussis componenten, gezien het immuunstelsel terug “naïef” is zoals dat van een ongevaccineerd kind (Ljungman P et al.2009)
dTpa – IPV- Hib - Hep B Le vaccin pédiatrique hexavalent est préférentiellement utilisé étant donné qu’il contient un dosage plus élevé de toxoïdes diphtériques & tétaniques et de composants de coqueluche acellulaire car le système immunitaire est à nouveau « naïf » comme celui d’un enfant non vacciné (Ljungman P et al. 2009)

- NB-cellen verschillen weliswaar van cellen die uit volwassen BM of bloed worden verkregen in die zin dat ze op immunologisch vlak “naïef" zijn. Toch blijft het een feit dat het gaat om rijpe cellen die niet meer het pluripotente differentiatiepotentieel van embryonale cellen hebben.
- Même si les cellules de SC diffèrent de celles prélevées chez l’adulte au niveau de la MO ou du sang dans la mesure où elles sont " naïves" sur le plan immunologique, il s’agit bien de cellules matures, ce qui signifie qu’elles n’ont pas le potentiel de différenciation pluripotent des cellules embryonnaires.

dTpa – IPV- Hib - Hep B Het pediatrisch hexavalent vaccin kan gebruikt worden, ook al bevat het vaccin hoger gedoseerde DTPa componenten, gezien het immuunstelsel terug “naïef” is zoals dat van een kind.
dTpa – IPV- Hib - Hep B Le vaccin pédiatrique hexavalent peut être utilisé, même s’il contient un dosage plus élevé de composants DTPa, étant donné que le système immunitaire est à nouveau « naïf » comme celui d’un enfant (Ljungman 2009)