De bijzondere anti-aritmische activiteit kan worden verklaard door een elektrofysiologisch profiel dat een combinatie is van eigenschappen van klasse II-antiaritmica, met name de sympathicolytische activiteit van bètablokkers, en eigenschappen van klasse III-antiaritmica, met name een verlenging van de actiepotentiaal en van de effectieve atriale en ventriculaire refractaire periode.
Son activité antiarythmique particulière s'explique par un profil électrophysiologique additionnant les propriétés classe II, liée à l'activité sympatholytique propre à tous les bêta-bloquants à celles de la classe III, liée à la prolongation du potentiel d'action et de la période réfractaire effective auriculaire et ventriculaire.