Traduction de «efavirenz en sint-janskruid of kruidenpreparaten » (Néerlandais → Français) :

Sint-janskruid (Hypericum perforatum): gelijktijdige toediening van efavirenz en sint-janskruid of kruidenpreparaten met sint-janskruid is gecontra-indiceerd.
Millepertuis (Hypericum perforatum) : La co-administration de l’éfavirenz et de millepertuis ou de préparations à base de plantes contenant du millepertuis est contre-indiquée.

CYP 3A4-inductoren Gelijktijdige toediening van atorvastatine en inductoren van cytochroom P450 3A (bijv. efavirenz, rifampicine, sint-janskruid) kan leiden tot variabele afnames in de plasmaconcentraties van atorvastatine.
Inducteurs du CYP3A4 L’administration concomitante d’atorvastatine avec des inducteurs du cytochrome P450 3A (p. ex. éfavirenz, rifampicine, millepertuis) peut induire une diminution variable des concentrations plasmatiques d’atorvastatine.

CYP3A4-inductoren Gelijktijdige toediening van atorvastatine en inductoren van cytochroom P450 3A (bijv. efavirenz, rifampine, sint-janskruid) kan leiden tot variabele afnames in de plasmaconcentraties van atorvastatine.
Inducteurs du CYP3A4 L’administration concomitante d’atorvastatine avec un inducteur du cytochrome P450 3A (tels que l’éfavirenz, la rifampicine ou le millepertuis) peut entraîner des diminutions variables de la concentration plasmatique d’atorvastatine.

Gelijktijdige toediening van atorvastatine en inductoren van cytochroom P450 3A (vb. Efavirenz, rifampine, sint-janskruid) kan leiden tot variabele afnames in de plasmaconcentraties van atorvastatine.
L’administration concomitante d’atorvastatine avec un inducteur du cytochrome P450 3A (tels que l’éfavirenz, la rifampicine ou le millepertuis) peut entraîner des diminutions variables de la concentration plasmatique d’atorvastatine.

Gelijktijdige toediening van atorvastatine en inductoren van cytochroom P450 3A (bijv. efavirenz, rifampine, sint-janskruid) kan leiden tot variabele afnames in de plasmaconcentraties van atorvastatine.
L'administration concomitante d'atorvastatine avec un inducteur du cytochrome P450 3A (tels que l'éfavirenz, la rifampicine ou le millepertuis) peut entraîner des diminutions variables de la concentration plasmatique d'atorvastatine.

CYP3A4-inductoren De gelijktijdige toediening van atorvastatine en cytochroom P450 3A-inductoren (bijv. efavirenz, rifampicine, Sint-Janskruid) kan leiden tot variabele afnamen van de plasmaconcentraties van atorvastatine.
Inducteurs du CYP3A4 L’administration concomitante d’atorvastatine avec des inducteurs du cytochrome P450 3A (p. ex. éfavirenz, rifampicine, millepertuis) peut induire une diminution variable des concentrations plasmatiques d’atorvastatine.

Concomitante toediening van atorvastatine en cytochroom P450 3A-inductoren (bv. efavirenz, rifampicine, sint-janskruid) kan leiden tot een variabele daling van de plasmaconcentraties van atorvastatine.
L’administration concomitante d’atorvastatine et d’inducteurs du cytochrome P450 3A (p. ex. l’éfavirenz, la rifampicine, le millepertuis) peut induire des réductions variables des concentrations plasmatiques d’atorvastatine.

- kruidenpreparaten die sint-janskruid (Hypericum perforatum) bevatten.
- des préparations à base de plantes contenant du millepertuis (Hypericum perforatum)

Gelijktijdig gebruik van dasatinib en geneesmiddelen die CYP3A4 induceren (zoals dexamethason, fenytoïne, carbamazepine, rifampicine, fenobarbital of kruidenpreparaten die Hypericum perforatum bevatten, ook bekend als sint-janskruid) kan de blootstelling aan dasatinib in aanzienlijke mate verlagen, waardoor de kans op niet aanslaan van de behandeling groter wordt.
L'utilisation concomitante de dasatinib et de médicaments inducteurs du CYP3A4 (exemple: dexaméthasone, phénytoïne, carbamazépine, rifampicine, phénobarbital ou préparations à base de plantes contenant de l'Hypericum perforatum connu sous le nom de millepertuis) peut réduire de manière substantielle l'exposition au dasatinib et ainsi potentiellement augmenter le risque d'échec thérapeutique.

Middelen die enzymen induceren (zoals sint-janskruid [Hypericum perforatum], rifampicine, barbituraten, fenytoïne, carbamazepine, ritonavir, efavirenz) kunnen een verminderde blootstelling aan canagliflozine veroorzaken.
Les inducteurs enzymatiques (comme le millepertuis [Hypericum perforatum], la rifampicine, les barbituriques, la phénytoïne, la carbamazépine, le ritonavir, l'éfavirenz) sont susceptibles de diminuer l'exposition à la canagliflozine.