Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
.

Vertaling van "eerdere studie geen bescherming " (Nederlands → Frans) :

Jaarlijkse injectie van 300.000 IE vitamine D bij bejaarden bleek in een eerdere studie geen bescherming te bieden tegen niet-vertebrale fracturen of vallen [ Rheumatology 2007; 46: 1852-7 , zie Folia december 2009 ].

Dans une étude antérieure, il est apparu que l’injection annuelle de 300.000 UI de vitamine D chez des personnes âgées ne protégeait pas contre les fractures non vertébrales ni contre les chutes [ Rheumatology 2007; 46: 1852-7 , voir Folia de décembre 2009 ].


Tabel 13: SVR-percentages naar graad van leverfibrose bij aanvang: Studie C216 Graad van leverfibrose T12/PR Pbo/PR48 Patiënten met een recidief na een eerdere behandeling Geen of minimale fibrose of portale fibrose 84% (68/81) 32% (12/38)

Tableau 13 :Taux de RVS en fonction du stade de la fibrose hépatique à l’inclusion : étude C216 Stade de fibrose hépatique T12/PR Pbo/PR48 Rechuteurs à un précédent traitement Aucune fibrose, fibrose légère ou fibrose portale 84% (68/81) 32% (12/38)


Gerandomiseerde gecontroleerde studies hebben geen bescherming tegen myocard infarct aangetoond bij vrouwen met of zonder coronaire hartziekte die een HST met oestrogeen-progestageen gecombineerd of met oestrogeen alleen kregen.

Les essais randomisés contrôlés n’ont pas mis en évidence de protection contre les infarctus du myocarde chez les femmes ayant ou non une maladie coronarienne et prenant une association oestro-progestative ou un THS à base d’oestrogènes seuls.


- Uit een grote studie blijkt dat jaarlijkse injectie van 300.000 IE vitamine D bij relatief gezonde bejaarden geen bescherming biedt tegen niet-vertebrale fracturen of tegen vallen [Rheumatology 2007; 46:1852-7; La Revue Prescrire 2009; 29:130-1].

- Il ressort d’une étude à grande échelle que l’injection annuelle de 300.000 UI de vitamine D chez des personnes âgées en assez bonne santé ne protège pas contre les fractures non vertébrales ou contre les chutes [Rheumatology 2007; 46:1852-7; La Revue Prescrire 2009; 29:130-1].


Patiënten bij wie eerdere therapie heeft gefaald: eerdere nulresponders op behandeling met interferon en ribavirine PROVIDE (P05514) was een open-label studie met één onderzoeksarm met Victrelis 800 mg oraal driemaal daags in combinatie met PR [peginterferon alfa-2b 1,5 µg/kg/week subcutaan en op gewicht gebaseerd ribavirine (600 − 1400 mg 2 dd) oraal toegediend] bij volwassen proefpersonen met chronische infectie met hepatitis C (HCV) genotype 1 die geen SVR berei ...[+++]

Patients en échec à un précédent traitement : précédemment répondeurs nuls au traitement par interféron et ribavirine PROVIDE (P05514) était une étude menée en ouvert, en un seul bras avec Victrelis 800 mg par voie orale en trois prises par jour associé à PR [1,5 µg/kg/semaine de peginterféron alfa-2b en sous-cutanée et ribavirine en fonction du poids (600 – 1400 mg) par voie orale divisé en deux prises par jour] chez les sujets adultes atteints d’hépatite C chronique (VHC) de génotype 1 qui n’ont pas atteint la RVP alors qu’ils étaient dans le bras contrôle PR des précédentes études de phase 2 et 3 de traitement combiné avec Victrelis.


Werkzaamheid bij reeds eerder behandelde volwassenen Studie C216 (REALIZE) Studie C216 was een gerandomiseerde, dubbelblinde, placebogecontroleerde fase 3-studie uitgevoerd bij patiënten die met een eerdere behandeling met peginterferon alfa-2a en ribavirine of peginterferon alfa-2b en ribavirine geen SVR bereikten.

Efficacité chez les adultes précédemment traités Étude C216 (REALIZE) L’étude C216 était une étude de phase 3 randomisée, en double aveugle, contrôlée versus placebo menée chez les patients n'ayant pas obtenu de RVS après un précédent traitement par peginterféron alfa-2a et ribavirine ou par peginterféron alfa-2b et ribavirine.


De studie includeerde patiënten met een recidief na een eerdere behandeling (patiënten met ondetecteerbaar HCV-RNA aan het eind van een behandeling met een schema op basis van gepegyleerd interferon, maar met detecteerbaar HCV-RNA binnen 24 weken van de follow-up van de behandeling) en eerdere non-responders (patiënten die geen nietdetecteerbare HCV-RNA-concentraties hadden tijdens of aan het eind van een eerdere behandeling van ten minste 12 weken).

L’étude a inclus des patients rechuteurs à un précédent traitement (patients avec un taux d’ARN du VHC indétectable à la fin d’un traitement à base d’interféron pégylé, mais présentant un taux d’ARN du VHC détectable durant les 24 semaines de suivi du traitement) et des patients non-répondeurs à un précédent traitement (patients n’ayant pas présenté un taux d’ARN du VHC indétectable pendant ou à la fin du précédent traitement d’au moins 12 semaines).


Gebruik makend van de correlaten van bescherming voor de werkzaamheid van het vaccin waren de studies eerder geconcentreerd op merkers die aanduiden dat een immuunrespons werd opgewekt (per serotype), uitgedrukt door de concentraties aan antilichamen en opsonofagocytische activiteit (OPA).

En utilisant des corrélats de protection pour l’efficacité vaccinale, les études se sont plutôt concentrées sur les marqueurs indiquant une élévation de la réponse immunitaire (par sérotype), exprimée par concentrations d’anticorps et activité opsonophagocytique (OPA).


Aangezien deze patiënten niet eerder waren blootgesteld aan Kaletra of efavirenz, kan een deel van de respons worden toegeschreven een de antivirale aktiviteit van efavirenz, met name bij patiënten die een virus droegen dat zeer resistent was voor lopinavir. De studie bevatte geen controlegroep van patiënten die geen Kaletra ontvingen.

Ces patients n’ayant pas été préalablement exposés ni au Kaletra ni à l’éfavirenz, une partie de la réponse virologique peut être attribuée à l’activité antivirale de l’éfavirenz, particulièrement pour les patients présentant des virus


Twee gecontroleerde studies (006 en ACTG 364) die ongeveer één jaar duurden met efavirenz in combinatie met NRTI's en/of PI's, gaven een daling te zien van de viral load tot onder de kwantificeringslimiet van de assay en een stijging van CD4-lymfocyten bij HIV-geïnfecteerde patiënten die wel behandeling met NRTI en geen antiretrovirale therapie hadden ondergaan. Studie 020 gaf een vergelijkbare werkzaamheid te zien bij eerder met NRTI behandelde ...[+++]

Lors de deux études contrôlées (006 et ACTG 364) menées pendant une période d’un an environ où l'éfavirenz était associé à des INTI et/ou à des IP, on a observé, chez les patients infectés par le VIH, une réduction de la charge virale au-dessous de la limite de détection et une augmentation des taux de lymphocytes CD4, tant chez les patients n’ayant jamais reçu de traitement antirétroviral que chez les patients ayant déjà reçu des INTI. L'étude 020, qui a duré 24 semaines, a donné des résultats similaires chez les patients antérieurement traités par des INTI. Dans ces études, la posologie de l'éfavirenz a été de 600 mg en une prise quo ...[+++]




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'eerdere studie geen bescherming' ->

Date index: 2024-03-26
w