De inductie wordt verwezenlijkt hetzij door middel van toediening van een aanvangsdosis van 2 tot 5 mg/kg KETALAR in de verbindingsbuis, hetzij door middel van een snelle perfusie (120 tot 150 druppels per minuut).
L'induction est réalisée soit par l'administration dans la tubulure d'une dose initiale de 2 à 5 mg/kg de KETALAR, soit par un débit rapide de la perfusion (120 à 150 gouttes par minute).