Op 19 mei 1984 antwoordde de Nationale Raad dat hij de mening toegedaan was " dat het inderdaad wensel
ijk zou zijn dat de Dienst voor geneeskundige verzorging [thans: Dienst voor geneeskundige controle] van het Rijksinstituut
voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering kennis zou krijgen van het beschikkend gedeelte van alle definitief geworden beslissingen houdende weglating van de lijst van de Orde, schorsing in het recht de
geneeskun ...[+++]de uit te oefenen, schrapping van die lijst of beperking van de uitoefening van de geneeskunde.
Le 19 mai 1984, le Conseil national avait répondu " qu'il est, en effet, souhaitable que le Service des soins de santé [actuellement: le Service du contrôle médical] de l'Institut National d'Assurance Maladie-Invalidité puisse avoir connaissance du dispositif de toute décision définitive portant omission du Tableau de l'Ordre, suspension du droit d'exercer l'art médical, radiation du Tableau ou limitation de l'exercice médical.