Vertaling van "dextrorfan 3-hydroxy-methyl " (Nederlands → Frans) :

Dextrorfan (3-hydroxy-methyl morfinan) is de belangrijkste metaboliet.
Le dextrorphane (3-hydroxy-méthyl morphinane) est le métabolite principal.

Biotransformatie De biotransformatie van diclofenac vindt gedeeltelijk plaats door conjugatie van het intacte molecuul met glucuronzuur, maar vooral door enkelvoudige en multipele hydroxylering en methylering met vorming van verschillende fenolmetabolieten (3’-hydroxy-, 4’-hydroxy, 5’- hydroxy, 4’,5’-dihydroxy-, 3’-hydroxy-4’-methoxydiclofenac).
Biotransformation La biotransformation du diclofénac s'effectue en partie par glucoroconjugaison de la molécule intacte, mais principalement par hydroxylation simple et multiple et par méthoxylation, ce qui entraîne la formation de plusieurs métabolites phénoliques (3’-hydroxy-, 4’-hydroxy, 5’- hydroxy, 4’,5’-dihydroxy-, 3’-hydroxy-4’-méthoxy-diclofénac) dont la plupart sont convertis en glucuroconjugués.

Dextrorfan of het 3-hydroxy-N-methylmorfinan (via demethylering) is de hoofdmetaboliet, die ook actief is.
Le métabolite principal est le dextrorphan ou 3-hydroxy-Nméthylmorphine (via déméthylation), qui est également actif.

De drie belangrijkste gedemethyleerde metabolieten zijn 3-hydroxy-N-methylmorfinan, 3-hydroxymorfinan en 3- methoxymorfinan, waarvan de belangrijkste dextrorfan is.
Les trois principaux métabolites déméthylés sont le 3-hydroxy-Nméthylmorphinane, le 3-hydroxymorphinane et le 3-méthoxymorphinane, le plus important étant le dextrorphane.

De andere metabolieten zijn 4-hydroxy-3-methoxyfenylacetine (HVA), geconjugeerde metanefrine, 4-hydroxy-3- methoxyfenylglycol, N-methyl-Epinefrine alsook kleine hoeveelheden 3,4 dihydroxymandelinezuur, in geconjugeerde of ongewijzigde vorm.
Les autres métabolites sont l'acide 4-hydroxy-3-méthoxyphénylacétique (HVA), la métanéphrine conjuguée, le 4- hydroxy-3-méthoxyphénylglycol, la N-méthyl-Epinéphrine ainsi que de faibles quantités d'acide 3,4 dihydroxymandélique sous forme conjuguée ou inchangée.

Er zijn twee hoofdwegen voor zijn katabolisme: methylering tot 2-amino-6-methyl-thiopurine en deaminering tot 2-hydroxy-6-mercaptopurine gevolgd door oxidering tot 6-thio-urinezuur.
Il existe deux voies cataboliques principales: méthylation en 2-amino-6-méthyl-thiopurine et désamination en 2-hydroxy-6-mercaptopurine suivie d'oxydation en acide 6-thiourique.

Topiramaat antagoneerde het vermogen van kaïnaat om het kaïnaat/AMPA (α -amino-3-hydroxy-5-methylisoxazole-4-propionic acid)-subtype van exciterende aminozuur (glutamaat) receptoren te activeren, maar had geen duidelijk effect op de activiteit van N-methyl-Daspartaat (NMDA) op het NMDA-receptorsubtype.
Le topiramate antagonise la capacité du kaïnate à activer le sous-type kaïnate/AMPA (acide α-amino-3-hydroxy-5-méthylisoxazole-4-propionique) du récepteur excitateur de l’amino acide (glutamate), mais n’a pas d’effet apparent sur le N-méthyl-D-aspartate (NMDA) au niveau du sous-type du récepteur NMDA.