Wanneer de graad van zwakzinnigheid een vrijwillige en degelijk voorgelichte toestemming mogelijk maakt, geldt artikel 54 van de Code van Plichtenleer, met eerbiediging van de wetten en van artikel 61 van de Code van Plichtenleer.
Lorsque le handicap mental permet un consentement éclairé, I'application de l'article 54 du Code de déontologie est de rigueur dans le respect des lois et du Code de déontologie, article 61.