c) vervolgens zijn de voorschotten die worden gestort op 31 januari, 30 april, 31 juli en 31 oktober van het jaar J gelijk aan : 1/4 x [(bedrag van de definitieve tegemoetkoming voor de laatste twee trimesters van het jaar J-2 en voor de eerste twee trimesters van het jaar J-1) x 1,03].
c) ensuite les avances versées les 31 janvier, 30 avril, 31 juillet et 31 octobre de l'année J sont égales à : 1/4 x [(montant de l'intervention définitive pour les deux derniers trimestres de l'année J-2 et pour les deux premiers trimestres de l'année J-1) x 1,03].