Vertaling van "dag 56 gemiddelde " (Nederlands → Frans) :

Afbeelding 2: percentuele verandering van de PSA-waarde van de behandelgroep ten opzichte van de beginwaarde, tot dag 56 (gemiddelde met interkwartielafstand).
Figure 2 : Evolution du taux de PSA, exprimée en pourcentage, de J.0 à J.56, dans chaque groupe de traitement (valeur médiane avec intervalles interquatiles)

Analyse van de gezondheidszorgkosten van het ziekenhuisverblijf was mogelijk voor 818 gevallen, waarvan 128 IZ verblijven: gemiddeld € 39 196 voor verblijven inclusief IZ (gemiddelde opnameduur 56 dagen of € 700 per dag) en € 22 339 voor niet-IZ verblijven (gemiddelde opnameduur 45 dagen of € 496 per dag).
Pour 818 cas (128 en USI), il a été possible d’analyser le coût total dans la perspective du payeur des soins de santé. Ce montant est en moyenne de 39 196 euros pour les séjours incluant une admission en USI (durée moyenne du séjour : 56 jours, soit 700 euros par jour) et 22 339 euros pour les séjours hors USI (durée moyenne du séjour : 45 jours ou 496 euros par jour).

Seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer van anti-JEV-neutraliserend antilichaam op dag 56 en seroconversiepercentages en geometrisch gemiddelde titer voor HAVantilichaam op dag 28 in de per-protocolpopulatie
Tableau 6 : Taux de séroconversion et moyenne géométrique des titres d’anticorps neutralisants anti-VEJ au jour 56 et taux de séroconversion et moyenne géométrique des titres d’anticorps anti-VHA au jour 28 dans la population per protocol

Bij 56 patiënten die continu werden behandeld en die de finale lengte (bijna) hadden bereikt, was de gemiddelde lengtewinst vanaf de start van de behandeling +1,90 SDS (bij een dosering van 0,033 mg/kg lichaamsgewicht per dag) en +2,19 SDS (bij een dosering van 0,067 mg/kg lichaamsgewicht per dag).
Chez 56 patients traités en continu et qui ont atteint (sont proches de) leur taille finale, la variation moyenne par rapport à la taille à l’initiation du traitement était + 1,90 DS (0,033 mg/kg de poids corporel par jour) et + 2,19 DS (0,067 mg/kg de poids corporel par jour).

Bij 56 patiënten die continu behandeld werden en die hun eindlengte (bijna) bereikt hadden, was de gemiddelde lengteverandering vanaf de start van de behandeling +1,90 SDS (0,033 mg/kg/dag) en +2,19 SDS (0,067 mg/kg/dag).
Pour 56 patients traités en continu et qui ont atteint (ou presque) leur taille finale, la variation moyenne de taille depuis le début du traitement est de +1,90 SDS (0,033 mg/kg/jour) et +2,19 SDS (0,067 mg/kg/jour).

Bij 56 patiënten die continu werden behandeld en die (bijna) eindlengte hadden bereikt, was de gemiddelde lengteverandering vanaf het begin van de behandeling +1,90 SDS (0,033 mg/kg/dag) en +2,19 SDS (0,067 mg/kg/dag).
Pour 56 patients traités en continu et qui ont atteint (ou presque) leur taille finale, la variation moyenne de taille depuis le début du traitement est de + 1,90 DS (0,033 mg/kg/jour) et + 2,19 DS (0,067 mg/kg/jour).

In de maniestudie was het verschil in LS gemiddelde verandering van baseline in YMRS totale score (actieve min placebo) -5,21 voor SEROQUEL 400 mg/dag en -6,56 voor SEROQUEL 600 mg/dag.
Lors d’une étude sur la manie, la différence moyenne de score sur l’échelle YMRS par rapport à la ligne de base (actif après déduction du placebo) était de –5,21 pour SEROQUEL 400 mg/jour et – 6,56 pour SEROQUEL 600 mg/jour.

In het onderzoek naar manie was de gemiddelde verandering in de totale YMRS-score (werkzaam middel minus placebo) ten opzichte van de uitgangswaarde -5,21 voor quetiapine in een dosering van 400 mg/dag, en -6,56 voor quetiapine in een dosering van 600 mg/dag volgens de kleinste-kwadratenmethode.
Dans l’étude sur la manie, la différence en changement moyen par moindres carrés à partir des valeurs de base du score total YMRS (actif moins placebo) était -5,21 pour la quétiapine 400 mg/jour et -6,56 pour la quétiapine 600 mg/jour.

Het coprimaire eindpunt werd gevormd door het seroconversiepercentage (anti-JEV-antilichaamtiter ≥1:10) en de geometrisch gemiddelde titers (GMT's) op dag 56 zoals vastgesteld door een plaquereductieneutralisatietest (PRNT) voor de hele onderzoekspopulatie.
Le critère d’évaluation principal était le taux de séroconversion (titre des anticorps anti-VEJ ≥ 1:10) et la moyenne géométrique des titres (MGT) au jour 56, déterminée à l’aide d’un test de neutralisation par réduction de plages (PRNT) pour l’ensemble de la population de l’étude.