Traduction de «dag 3 nam het testosterongehalte gemiddeld » (Néerlandais → Français) :

Geen van de patiënten die met degarelix zijn behandeld heeft een testosteronpiek ervaren; op dag 3 nam het testosterongehalte gemiddeld met 94% af.
Aucun des patients traités par dégarélix n’a présenté de pic de testostérone. Une diminution moyenne de 94% de la concentration en testostérone a été observée à J.3.

Het merendeel van de patiënten die met leuproreline behandeld werden kreeg wel te maken met een testosteronpiek; op dag 3 was nam het testosterongehalte gemiddeld met 65% toe.
Chez la plupart des patients traités par leuproréline, des pics de testostéronémie sont survenus; une augmentation moyenne de 65% de la concentration en testostérone était observée à J.3.

Na twee jaar behandeling met alendronaat 10 mg/dag nam BMD gemiddeld met 5,3 % toe in de ruggenwervel, met 2,6 % in de femurnek, met 3,1 % in de trochanter, en met 1,6 % voor het skelet als geheel, in vergelijking met placebo (p< 0,001 voor alle meetpunten).
Au bout de deux ans de traitement par alendronate 10 mg/jour, la DMO avait augmenté en moyenne de 5,3 % pour le rachis, de 2,6 % pour le col du fémur, de 3,1 % pour le trochanter et de 1,6 % pour le squelette entier par rapport au placebo (p< 0,001 pour tous les critères).

De gemiddelde halfwaardetijd (in uren) was 74 ( uitersten: 44-185) op dag 1 en nam af tot een gemiddelde van 53 (uitersten: 30-131) op dag 7 en 47 (uitersten: 27-68) op dag 13.
La demi-vie moyenne (en heures) a été de 74 (extrêmes: 44-185) le jour 1 et elle a diminué jusqu'à une valeur moyenne de 53 (extrêmes: 30-131) le jour 7 et de 47 (extrêmes: 27-68) le jour 13.

De gemiddelde halfwaardetijd (in uren) was 74 (uitersten: 44-185) op dag 1 en nam af tot een gemiddelde van 53 (uitersten: 30-131) op dag 7 en 47 (uitersten: 27-68) op dag 13.
La demi-vie moyenne (en heures) a été de 74 (extrêmes: 44-185) le jour 1 et elle a diminué jusqu'à une valeur moyenne de 53 (extrêmes: 30-131) le

Het verdelingsvolume (ml/kg) was 1183 (uitersten: 1070-1470) op dag 1 en nam toe tot een gemiddelde van 1184 (uitersten: 510-2130) op dag 7 en 1328 (uitersten: 1040-1680) op dag 13.
Le volume de distribution (ml/kg) a été de 1183 (extrêmes: 1070-1470) le jour 1 et il a augmenté jusqu'à une moyenne de 1184 (extrêmes: 510-2130) le jour 7 et de 1328 (extrêmes: 1040-1680) le jour 13.

Het gemiddelde aantal symptomatische “opflakker” dagen (gedefinieerd als een dag waarop de in het dagboek van de patiënt gerapporteerde gemiddelde symptomenscore hoger was dan 3) gedurende de 21 dagen durende voorbehandelings baseline-periode en de eindpuntperiode van de behandeling, in Deel A, nam af van 8,6 op baseline-niveau tot 0,1 bij het eindpunt voor de groep op rilonacept, in vergelijking met een verandering van 6,2 tot 5,0 voor de placebogroep (p< 0,0001 vs. placebo).
Pendant la phase A, durant la période initiale de prétraitement de 21 jours et celle sous traitement prise en compte pour le critère de jugement, la moyenne du nombre de jours de " poussée” symptomatique (défini comme un jour au cours duquel le score moyen des symptômes rapporté sur l'agenda du patient était supérieur à 3) est passée de 8,6 lors de l’évaluation initiale à 0,1 en fin d’évaluation pour le groupe rilonacept, en comparaison d’une variation de 6,2 à 5 pour le groupe placebo (p < 0,0001 par rapport au placebo).

Na intraveneuze toediening was het verdelingsvolume van darunavir alleen 88,1 ± 59,0 l (gemiddelde ± SD). Dit nam toe tot 131 ± 49,9 l (gemiddelde ± SD) in aanwezigheid van 100 mg ritonavir 2x per dag.
Après administration intraveineuse, le volume de distribution du darunavir seul a été de 88,1 ± 59,0 l (moyenne ± ET), et a été augmenté à 131 ± 49,9 l (moyenne ± ET) en présence de 100 mg de ritonavir, deux fois par jour.

Beperkte klinische gegevens met MRI (29 patiënten met normale hartfunctie aan het begin) wijzen erop dat behandeling met EXJADE 10-30 mg/kg/dag gedurende 1 jaar ook ijzerspiegels in het hart kan verlagen (gemiddeld nam MRI T2* toe van 18,3 tot 23,0 milliseconden).
Des données cliniques limitées (29 patients avec une fonction cardiaque initiale normale) utilisant l’IRM montrent que le traitement par EXJADE aux doses de 10 à 30 mg/kg/j pendant 1 an peut aussi réduire les taux de fer cardiaque (l’IRM en T2* augmenté de 18,3 à 23,0 millisecondes, en moyenne).