Conventionele anti-arrhythmica kunnen worden toegediend b.v., in geval van ventrikelaritmieën, een toediening van lidocaïne 50-100 mg i.v (1 tot 1,5 mg/kg), gevolgd door een i.v. perfusie met 1 à 3 mg/min.
Des antiarythmiques conventionnels peuvent être administrés par exemple, en cas d’arythmies ventriculaires, 50-100 mg de lidocaïne i.v (1 à 1,5 mg/kg), suivie d’une administration i.v. de 1 à 3 mg/min.