Vertaling van "conditionerende behandeling met hoge doses busulfan voorafgaand " (Nederlands → Frans) :

Het idiopathisch pneumonie syndroom (Idiopathic Pneumonia Syndrome) is een diffuse nietinfectieuze pneumonie die gewoonlijk optreedt in de drie maanden na een conditionerende behandeling met hoge doses busulfan voorafgaand aan een allogene of autologe hematopoëtische stamceltransplantatie.
Le syndrome de pneumonie idiopathique est une pneumonie diffuse non-infectieuse survenant habituellement dans les trois mois d’un traitement conditionneur par busulfan à doses élevées avant greffe hématopoïétique allogénique ou autologue.

Behandeling met hoge doses Busulfan werd gedoseerd hetzij door combinatie gaschromatografie/vloeistofchromatografie met detectie door elektronenopname, hetzij door hoge druk vloeistofchromatografie (HPLC). Na orale toediening van hoge dosis busulfan (1mg/kg om de 6 u gedurende 4 dagen) zijn de AUC en Cmax bij volwassenen zeer wisselend, maar er zijn rapporten van respectievelijk 8260 nanogram.u/ml (spreiding 2484 tot 21090) en van 1047 nanogram/ml (spreiding 295 tot 2558) bij meting aan de hand van HPLC en van respectievelijk 6135 nanogram.u/ml (spreiding 3978 tot 12304) en van 1980 nanogram/ml (spreiding 894 tot 3800) met gaschromatografie.
Après l’administration par voie orale d’une dose élevée de busulfan (1 mg/kg toutes les 6 heures pendant 4 jours), l’aire sous la courbe (ASC) et la concentration plasmatique maximale (C max ) chez les adultes sont fortement variables, mais il existe des rapports indiquant respectivement 8260 nanogrammes.h/ml (fourchette de 2484 à 21090) et 1047 nanogrammes/ml (fourchette de 295 à 2558) en cas de mesure par CLHP et respectivement 6135 nanogrammes.h/ml (fourchette de 3978 à 12304) et 1980 nanogrammes/ml (fourchette de 894 à 3800) en cas de mesure par chromatographie gazeuse.

Diuretica (thiazide en lisdiuretica) Voorafgaande behandeling met hoge doses diuretica kunnen resulteren in een volumedepletie en een risico op hypotensie als een behandeling met cilazapril gestart wordt (zie rubriek 4.4).
Diurétiques (thiazides ou diurétiques de l'anse) Un traitement antérieur par des doses élevées de diurétiques peut résulter en une hypovolémie et un risque d'hypotension lors de l'initiation du traitement par le cilazapril (voir rubrique 4.4).

Diuretica (thiazide- of lisdiuretica): voorafgaande behandeling met hoge doses diuretica kan leiden tot volumedepletie en een risico op hypotensie inhouden bij het instellen van een behandeling met captopril (zie rubriek 4.4).
Diurétiques (diurétiques thiazidiques ou de l’anse): un précédent traitement par des doses élevées de diurétiques peut entraîner une déplétion sodique et comporter un risque d’hypotension à l’instauration d’un traitement par le captopril (voir rubrique 4.4).

Bekende risicofactoren die patiënten ontvankelijk maken voor de ontwikkeling van VOD, omvatten reeds bestaande leverfunctiestoornissen, een behandeling met een hepatotoxisch geneesmiddel in combinatie met hoge doses (chemo-)therapie, vooral wanneer het alkylerende middel busulfan gebruikt wordt als bewaarmiddel voor het transplantaat.
Les facteurs de risque connus prédisposant un patient au développement d’une VOD sont des troubles préexistants de la fonction hépatique, une thérapie par un médicament hépatotoxique associé à une (chimio)thérapie à hautes doses et plus particulièrement lorsque l’agent alkylant busulfan est un élément du conditionnement à la greffe.

Lagere doses (60-75 mg/m 2 voor gebruikelijke behandeling en 105-120 mg/m 2 voor behandeling met hoge dosis) zijn aanbevolen voor patiënten met verminderde beenmergfunctie door voorafgaande chemotherapie of radiotherapie, door leeftijd of neoplastische beenmerginfiltratie.
Des doses plus faibles (60-75 mg/m² pour le traitement conventionnel et 105-120 mg/m² pour le traitement à dose forte) sont recommandées chez les patients dont la fonction de la moelle osseuse a été altérée par une chimiothérapie ou une radiothérapie antérieure, par l'âge ou par un envahissement néoplasique de la moelle osseuse.

Diuretica (thiazide- of lisdiuretica): voorafgaande behandeling met hoge doses diuretica kan resulteren in volumedepletie en een risico op hypotensie wanneer therapie met captopril gestart wordt (zie rubriek 4.4).
Diurétiques (diurétiques thiazidiques ou de l’anse): un traitement précédent par des doses élevées de diurétiques peut entraîner une déplétion volumique et comporter un risque d’hypotension à l’instauration d’un traitement par captopril (voir rubrique 4.4).