Hartaandoeningen: Bij patiënten met hart- en vaataandoeningen (bv. coronair lijden, Prinzmetalangor en hartfalen) en hypotensie moet een behandeling met bètablokkers kritisch worden geëvalueerd en moet een behandeling met andere werkzame stoffen worden overwogen.
Affections cardiaques : Chez les patients ayant des maladies cardiovasculaires (p. ex. cardiopathie ischémique, angor de Prinzmetal et insuffisance cardiaque) et une hypotension, évaluer la thérapie par bêtabloquants de manière critique et envisager la thérapie avec d’autres substances actives.