Traduction de «bovendien remt ddatp het hiv-reverse » (Néerlandais → Français) :

Bovendien remt ddATP het hiv-reverse transcriptase door competitie met dATP voor de binding aan de actieve plaats op het enzym, waardoor de provirale DNA-synthese niet plaats kan vinden.
De plus, la ddATP inhibe la transcriptase inverse du VIH par compétition avec la dATP pour la fixation sur le site actif de l'enzyme, empêchant la synthèse de l'ADN proviral.

Efavirenz is een niet-competitieve remmer van HIV-1 reverse transcriptase (RT) en remt HIV-2-RT of cellulaire DNA-polymerases (a, b, g of d) niet in significante mate.
L'éfavirenz se lie directement à la transcriptase inverse du VIH-1 et n’inhibe pas de manière significative la transcriptase inverse du VIH-2, ni les ADN polymérases α, β, γ ou δ cellulaires.

Emtricitabine wordt gefosforyleerd door cellulaire enzymen om zo emtricitabine 5’-trifosfaat te vormen, dat de HIV-1 reverse transcriptase competitief remt, wat DNA-keten-terminatie tot gevolg heeft.
L’emtricitabine est phosphorylée par les enzymes cellulaires pour former l’emtricitabine 5’-triphosphate. L’emtricitabine 5’-triphosphate inhibe de façon compétitive la transcriptase inverse du VIH-1, aboutissant à l’arrêt de l’élongation de la chaîne d’ADN.

Tenofovirdifosfaat remt HIV-1-reverse transcriptase en HBV-polymerase door directe bindingscompetitie met het natuurlijke deoxyribonucleotide-substraat en, na incorporatie in DNA, door het beëindigen van de DNA-keten.
Le ténofovir diphosphate inhibe la transcriptase inverse du VIH-1 et la polymérase du VHB par liaison compétitive directe avec le substrat désoxyribonucléotidique naturel et après incorporation dans l’ADN au niveau de la terminaison de la chaîne d’ADN.

Bovendien kunnen HIV-proteaseremmers met een inducerend potentieel (bijv. ritonavir en nelfinavir) en nietnucleoside reverse transcriptase-remmers (bijv. nevirapine en efavirenz), van invloed zijn op het levermetabolisme. Maximale enzyminductie wordt over het algemeen gedurende 2-3 weken niet gezien maar kan dan mogelijk ten minste 4 weken na het stoppen met de behandeling met het geneesmiddel aanhouden.
Par ailleurs, les inhibiteurs de la protéase du VIH ayant un potentiel d'induction (par ex. ritonavir et nelfinavir) et les inhibiteurs non nucléosidiques de la transcriptase inverse (par ex. névirapine et éfavirenz) peuvent avoir des répercussions sur le métabolisme hépatique.