Een patiënte die borstvoeding geeft mag niet behandeld worden met een radiofarmacon zoals jodium-131 of fosfor-32, tenzij de behandeling om vitale redenen vereist is; in dit geval moet de borstvoeding worden stopgezet.
Une patiente allaitante ne doit pas être traitée au moyen d’un radiopharmaceutique du type iode-131 ou phosphore-32, à moins que le traitement ne soit requis pour des raisons vitales ; dans ce cas l’allaitement doit être arrêté.