Traduction de «bloed of hyponatriëmie » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

hypo-osmolaliteit en hyponatriëmie
Hypo-osmolarité et hyponatrémie

creatininemie | teveel aan afbraakprodukten in het bloed
créatinémie | teneur du sang en créatine

endotheel | inwendig bekleedsel van bloed- en lymfvaten
endothélium | tissu qui recouvre les surfaces internes du coeur et des vaisseaux

eosinofilie | toename van het aantal eosinofiele cellen in het bloed
éosinophilie | augmentation d'un type de globules blancs

calciëmie | aanwezigheid van calcium in het bloed
calcémie | taux de calcium dans le sang

bacteriëmie | aanwezigheid van bacteriën in het bloed
bactériémie | présence de bactéries dans la circulation sanguine

agranulocytose | vermindering van het aantal korrelcellen in het bloed
agranulocytose | diminution importante de certains globules blancs

angiitis | angitis | ontsteking van een bloed- of lymfvat
angéite | inflammation des vaisseaux sanguins ou lymphatiques

azotemie | toename van het stikstofgehalte van het bloed
azotémie | quantité d'azote du sang

fibrine | vezelstof in het bloed
fibrine | agent important de la coagulation

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

het bloed) of hyponatriëmie (verlaagd natriumgehalte in het bloed).
du taux de potassium sanguin), ou d'hyponatrémie (diminution du taux de sodium sanguin).

Toename van het serum urinezuur, toename van creatinine en bilirubine in het bloed, hypokaliëmie, hyponatriëmie
augmentation de l’acide urique sérique, augmentation de la créatinine et de la bilirubine dans le sang, hypokaliémie, hyponatrémie

Vaak : hyponatriëmie (te weinig natrium in het bloed), hypomagnesiëmie (te weinig magnesium in het bloed) en hyperglykemie (te veel suiker in het bloed). Zelden: hypercalciëmie (te veel calcium in het bloed), glycosurie (de aanwezigheid van glucose in de urine), vermindering van de omzetting van stoffen in het lichaam bij diabetici, trombocytopenie (daling van het aantal trombocyten in het bloed), leukopenie (daling van het aantal leukocyten in het bloed), agranulocytose (daling van het aantal granulocyten in het bloed) en eosinofilie (abnormale stijging van het aantal eosinofielen in het bloed).
Fréquent : hyponatriémie (taux de sodium trop faible dans le sang), hypomagnésémie (taux de magnésium trop faible dans le sang) et hyperglycémie (taux de sucre trop élevé dans le sang) Rare: hypercalcémie (taux de calcium trop élevée dans le sang), glycosurie (la présence de glucose dans l’urine), réduction de la transformation des substances dans le corps chez le diabétique, thrombocytopénie (baisse du nombre de cellules thrombocytes dans le sang), leucopénie (baisse du nombre de cellules leucocytes dans le sang), agranulocytose (baisse du nombre de cellules granulocytes dans le sang) et éosinophilie (croissance anormale des cellules eosinophiles dans le sang).

Zoals met alle diuretica kan Indapamide EG stoornissen van bepaalde bloedwaarden uitlokken waaronder hyponatriëmie (daling van natriumwaarden in het bloed), hypokaliëmie (daling van de kaliumwaarden in het bloed) en hypercalciëmie (verhoging van de calciumwaarden in het bloed).
Comme tous les diurétiques, Indapamide EG peut provoquer des troubles de certaines valeurs sanguines, notamment une hyponatrémie (diminution des concentrations sodées dans le sang), une hypokaliémie (diminution des concentrations de potassium dans le sang) et une hypercalcémie (augmentation des concentrations de calcium dans le sang).

Effecten in verband met de behandeling van Pneumocystis carinii pneumonie: Zeer zelden: ernstige allergische reacties, huiduitslag (huiderupties), koorts, aandoeningen van het bloed en de lever (neutropenie, trombocytopenie, stijging van de leverenzymen), afbraak van spiercellen met spierpijn en/of spierzwakte (rhabdomyolyse) bij HIV-seropositieve patiënten, hyperkaliëmie (overmaat aan kalium in het bloed), hyponatriëmie (tekort aan natrium in het bloed).
Effets liés au traitement de la Pneumonie à Pneumocystis carinii : Très rare : réactions allergiques sévères, éruptions au niveau de la peau (éruptions cutanées), fièvre, troubles du sang et du foie (neutropénie, thrombocytopénie, augmentation des enzymes hépatiques), destruction de cellules musculaires avec douleurs et/ou faiblesse musculaires (rhabdomyolyse) chez des patients HIV séropositifs, hyperkaliémie (augmentation excessive du potassium dans le sang), hyponatrémie (manque de sodium dans le sang).

Voedings- en stofwisselingsstoornissen: Zeer vaak: hyperkaliëmie (overmaat aan kalium in het bloed). Zeer zelden: hypoglykemie (abnormaal laag glucosegehalte van het bloed), hyponatriëmie (tekort aan natrium in het bloed), gebrek aan eetlust.
Troubles du métabolisme et de la nutrition : Très fréquent : hyperkaliémie (augmentation excessive du potassium dans le sang) Très rare : une hypoglycémie (taux anormalement bas de glucose dans le sang), hyponatrémie (manque de sodium dans le sang), manque d’appétit.

Voeding (voedings- en stofwisselingsstoornissen) Vaak: verhoging van de cholesterolwaarden in het bloed, verminderde eetlust Zelden: te lage hoeveelheid natrium (zout) in het bloed (hyponatriëmie), voornamelijk bij bejaarden.
Nourriture (troubles du métabolisme et de la nutrition) Fréquent : augmentation du taux de cholestérol dans le sang, perte d’appétit Rare : déficit de sodium dans le sang (hyponatrémie), principalement chez les personnes âgées

Daling van de natriumspiegel in het bloed Er werden zeldzame gevallen van een daling van de natriumspiegel in het bloed (= hyponatriëmie) gerapporteerd, vooral bij bejaarden en bij patiënten die diuretica innamen.
Diminution du taux de sodium dans le sang De rares cas de diminution du taux de sodium dans le sang (= hyponatrémie) ont été rapportés, surtout chez les personnes âgées et chez les patients qui prenaient des diurétiques.

- conivaptan, gebruikt voor het verhogen van het natriumgehalte bij mensen met een laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie);
- conivaptan, utilisé pour augmenter le taux de sodium chez les personnes présentant un taux de sodium bas dans le sang (hyponatrémie).

Het middel mag ook niet worden toegediend aan dieren met een hoge kaliumspiegel (hyperkaliëmie) of een lage natriumspiegel (hyponatriëmie) in het bloed, en evenmin aan dieren met hypoadrenocorticisme (een aandoening die het gevolg is van een verminderde afscheiding van corticosteroïden door de bijnieren).
Il ne doit pas non plus être utilisé chez les chiens dont le taux de potassium sérique est élevé (hyperkaliémie) ou dont le taux de sodium sanguin est faible (hyponatrémie), ou chez les chiens souffrant d’hypoadrénocorticisme (maladie provoquée par la diminution de la sécrétion de corticostéroïdes par la glande surrénale).