Na één en twee jaar bedroeg de toename bij de femurhals respectievelijk 1,0 ± 3,2% (gemiddelde ± SD) en 1,8 ± 3,9% (gemiddelde ± SD). Het percentage vrouwen waarbij de botdichtheid van de femurhals gelijk bleef of toenam na één en na twee jaar, was 58,3% en 60,9% respectievelijk .
Le pourcentage de femmes dont la DMO au niveau du col du fémur s’est maintenue ou a augmenté après un et deux ans était respectivement 58,3% et de 60,9 %.