Vertaling van "bisfosfonaten calcitonine " (Nederlands → Frans) :

TERMINOLOGIE

hypersecretie van calcitonine
Hypersécrétion de calcitonine

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Vanaf het vierde tot het achtste jaar werd bij patiënten gelijktijdig gebruik van bisfosfonaten, calcitonine en fluoriden toegestaan en alle patiënten in deze studie kregen calcium- en vitamine D-suppletie.
De la 4 ème à la 8 ème année, les patientes ont été autorisées à recevoir un traitement concomitant de type bisphosphonate ou calcitonine ou fluor et toutes les patientes incluses dans cette étude ont reçu une supplémentation en calcium et vitamine D. Dans l’étude RUTH, l’ensemble des fractures cliniques ont été recueillies en tant que critère secondaire.

Rehydratie en, afhankelijk van de ernst, een geïsoleerde of gecombineerde behandeling met lisdiuretica, bisfosfonaten, calcitonine en corticosteroïden.
Réhydrater et suivant la gravité, administrer un traitement isolé ou combiné de diurétiques de l’anse, de disphosphonates, de calcitonine et de corticostéroïdes.

Rehydratie en, naargelang van de ernst, een geïsoleerde of gecombineerde behandeling met lisdiuretica, bisfosfonaten, calcitonine en corticosteroïden.
Procéder également à une réhydratation et, selon le niveau de gravité, à un traitement unique ou combiné, par les diurétiques de l’anse, les biphosphonates, la calcitonine et les corticostéroïdes.

Vochttoediening en naargelang van de ernst geïsoleerde of gecombineerde behandeling met lisdiuretica, bisfosfonaten, calcitonine en corticosteroïden. De serumelektrolyten, de nierfunctie en de diurese moeten worden gecontroleerd.
Réhydratation et, en fonction de la sévérité, traitement isolé ou combiné par diurétiques de l’anse, diphosphonates, calcitonine et corticostéroïdes.

Als u andere calciumverlagende middelen (bv. andere bisfosfonaten, calcitonine) gelijktijdig inneemt, kan dit leiden tot gevoelloosheid en tintelingen, krampen of lage bloeddruk; dit zijn symptomen van een te lage calciumconcentratie in het bloed.
Si vous prenez simultanément d’autres agents réduisant les taux de calcium (par ex. autres bisphosphonates, calcitonine), vous pouvez présenter une perte de sensibilité, des picotements, des crampes ou une faible tension sanguine, qui sont des symptômes survenant lorsque les taux sanguins de calcium sont trop faibles.

Rehydratatie en, afhankelijk van de ernst, geïsoleerde of gecombineerde behandeling met lisdiuretica, bisfosfonaten, calcitonine en corticosteroïden.
Une réhydratation, et selon la sévérité, un traitement isolé ou combiné par diurétique de l’anse, bisphosphonate, calcitonine et corticostéroïde peut être instauré.

1 B01AB HEPARINEGROEP 39,0% 5.450 9,6% 2.479 17,7% 1 2 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 7,8% 1.084 3,7% 2.107 15,1% 2 3 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 6,5% 910 2,0% 662 4,7% 6 4 H05BA CALCITONINE 6,1% 854 22,9% 222 1,6% 10 5 M01AC OXICAMDERIVATEN 5,6% 778 3,6% 1.463 10,5% 4 6 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 3,8% 530 2,9% 1.481 10,6% 3 7 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 3,3% 456 2,1% 753 5,4% 5 8 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,9% 407 0,2% 495 3,5% 7 9 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMA 1,8% 256 0,7% 216 1,5% 11 10 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 1,7% 232 0,1% 319 2,3% 8 11 J01MA FLUOROCHINOLONEN 1,6% 226 0,8% 68 0,5% 27 12 J01CF BETALACTAMASE‐RESISTENTE PENICILLINES 1,1% 152 4,2% 41 0,3% 38 13 M05BA BISFOSFONATEN 1,0% 146 0,4% 152 1,1% 14 14 J01FF LINCOSAMIDEN 0,8% 111 1,9% 21 0,1% 53 15 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 0,8% 106 0,1% 84 0,6% 23 16 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 0,7% 102 0,1% 146 1,0% 16 17 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 0,7% 99 0,4% 30 0,2% 46 18 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 0,7% 94 0,4% 84 0,6% 22 19 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 B01AB GROUPE DES HEPARINES 39,0% 5.450 9,6% 2.479 17,7% 1 2 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 7,8% 1.084 3,7% 2.107 15,1% 2 3 N02AX AUTRES OPIACES 6,5% 910 2,0% 662 4,7% 6 4 H05BA CALCITONINE 6,1% 854 22,9% 222 1,6% 10 5 M01AC OXICAMS 5,6% 778 3,6% 1.463 10,5% 4 6 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 3,8% 530 2,9% 1.481 10,6% 3 7 H02AB GLUCOCORTICOIDES 3,3% 456 2,1% 753 5,4% 5 8 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,9% 407 0,2% 495 3,5% 7 9 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INC 1,8% 256 0,7% 216 1,5% 11 10 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 1,7% 232 0,1% 319 2,3% 8 11 J01MA FLUOROQUINOLONES 1,6% 226 0,8% 68 0,5% 27 12 J01CF PENICILLINES RESISTANTES AUX BETA‐LACTAMASES 1,1% 152 4,2% 41 0,3% 38 13 M05BA BIPHOSPHONATES 1,0% 146 0,4% 152 1,1% 14 14 J01FF LINCOSANIDES 0,8% 111 1,9% 21 0,1% 53 15 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 0,8% 106 0,1% 84 0,6% 23 16 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 0,7% 102 0,1% 146 1,0% 16 17 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 0,7% 99 0,4% 30 0,2% 46 18 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 0,7% 94 0,4% 84 0,6% 22 19 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

1 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 8,8% 545 1,2% 412 5,0% 5 2 M01AC OXICAMDERIVATEN 6,9% 428 2,0% 784 9,6% 1 3 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 6,9% 425 1,9% 656 8,0% 3 4 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 6,5% 402 1,4% 693 8,5% 2 5 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 5,5% 338 0,2% 435 5,3% 4 6 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 4,4% 275 0,3% 202 2,5% 11 7 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 4,3% 268 0,1% 378 4,6% 6 8 M05BA BISFOSFONATEN 4,3% 268 0,8% 253 3,1% 10 9 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 3,0% 184 0,2% 259 3,2% 9 10 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 2,7% 169 0,8% 155 1,9% 14 11 N03AX OVERIGE ANTI‐EPILEPTICA 2,4% 145 0,4% 47 0,6% 37 12 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 2,3% 142 0,8% 370 4,5% 7 13 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 2,3% 140 0,6% 41 0,5% 40 14 H05BA CALCITONINE 2,1% 129 3,5% 33 0,4% 48 15 B01AB HEPARINEGROEP 1,6% 101 0,2% 47 0,6% 36 16 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 1,4% 88 0,1% 289 3,5% 8 17 N02AE ORIPAVINEDERIVATEN 1,4% 84 1,1% 14 0,2% 66 18 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 1,3% 80 0,1% 82 1,0% 20 19 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 N02AX AUTRES OPIACES 8,8% 545 1,2% 412 5,0% 5 2 M01AC OXICAMS 6,9% 428 2,0% 784 9,6% 1 3 H02AB GLUCOCORTICOIDES 6,9% 425 1,9% 656 8,0% 3 4 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 6,5% 402 1,4% 693 8,5% 2 5 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 5,5% 338 0,2% 435 5,3% 4 6 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 4,4% 275 0,3% 202 2,5% 11 7 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 4,3% 268 0,1% 378 4,6% 6 8 M05BA BIPHOSPHONATES 4,3% 268 0,8% 253 3,1% 10 9 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 3,0% 184 0,2% 259 3,2% 9 10 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 2,7% 169 0,8% 155 1,9% 14 11 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 2,4% 145 0,4% 47 0,6% 37 12 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 2,3% 142 0,8% 370 4,5% 7 13 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 2,3% 140 0,6% 41 0,5% 40 14 H05BA CALCITONINE 2,1% 129 3,5% 33 0,4% 48 15 B01AB GROUPE DES HEPARINES 1,6% 101 0,2% 47 0,6% 36 16 C09AA IECA, SIMPLES 1,4% 88 0,1% 289 3,5% 8 17 N02AE DERIVES DE L'ORIPAVINE 1,4% 84 1,1% 14 0,2% 66 18 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 1,3% 80 0,1% 82 1,0% 20 19 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

1 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 8,8% 604 1,3% 480 4,9% 6 2 N03AX OVERIGE ANTI-EPILEPTICA 7,8% 538 1,0% 199 2,0% 14 3 H02AB GLUCOCORTICOIDEN 6,4% 439 2,0% 698 7,1% 3 4 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 5,7% 394 0,3% 688 7,0% 4 5 M01AC OXICAMDERIVATEN 5,4% 375 2,1% 753 7,7% 1 6 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 5,3% 367 1,4% 740 7,5% 2 7 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 5,1% 350 0,1% 535 5,4% 5 8 N06AX OVERIGE ANTIDEPRESSIVA 3,9% 270 0,3% 250 2,5% 11 9 M05BA BISFOSFONATEN 2,7% 188 0,6% 194 2,0% 15 10 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 2,7% 183 0,2% 302 3,1% 10 11 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 2,4% 165 0,8% 398 4,0% 7 12 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATEN 2,0% 137 0,6% 50 0,5% 36 13 B01AB HEPARINEGROEP 2,0% 135 0,2% 66 0,7% 32 14 H05BA CALCITONINE 1,6% 112 3,8% 30 0,3% 49 15 M05BB BISFOSFONATEN, COMBINATIEPREPARATEN 1,6% 110 0,7% 127 1,3% 20 16 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 N02AX AUTRES OPIACES 8,8% 604 1,3% 480 4,9% 6 2 N03AX AUTRES ANTIEPILEPTIQUES 7,8% 538 1,0% 199 2,0% 14 3 H02AB GLUCOCORTICOIDES 6,4% 439 2,0% 698 7,1% 3 4 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 5,7% 394 0,3% 688 7,0% 4 5 M01AC OXICAMS 5,4% 375 2,1% 753 7,7% 1 6 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 5,3% 367 1,4% 740 7,5% 2 7 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 5,1% 350 0,1% 535 5,4% 5 8 N06AX AUTRES ANTIDEPRESSEURS 3,9% 270 0,3% 250 2,5% 11 9 M05BA BIPHOSPHONATES 2,7% 188 0,6% 194 2,0% 15 10 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 2,7% 183 0,2% 302 3,1% 10 11 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 2,4% 165 0,8% 398 4,0% 7 12 N02AB DERIVES DE LA PHENYLPIPERIDINE 2,0% 137 0,6% 50 0,5% 36 13 B01AB GROUPE DES HEPARINES 2,0% 135 0,2% 66 0,7% 32 14 H05BA CALCITONINE 1,6% 112 3,8% 30 0,3% 49 15 M05BB BIPHOSPHONATES, ASSOCIATIONS 1,6% 110 0,7% 127 1,3% 20 16 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

Gelijktijdig gebruik van andere bisfosfonaten, andere geneesmiddelen tegen hypercalciëmie en calcitonine, kan leiden tot hypocalciëmie met de bijhorende klinische symptomen (paresthesie, tetanie, hypotensie).
L’utilisation concomitante d’autres bisphosphonates, d’autres médicaments contre l’hypercalcémie et de la calcitonine, peut entraîner une hypocalcémie avec les symptômes cliniques inhérents (paresthésie, tétanie, hypotension).