Traduction de «binding van bromazepam aan » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

product dat enkel bromazepam in orale vorm bevat
produit contenant seulement du bromazépam sous forme orale

product dat bromazepam bevat
produit contenant du bromazépam

overdosis bromazepam
surdose de bromazépam

allergie voor bromazepam
allergie au bromazépam

product dat bromazepam in orale vorm bevat
produit contenant du bromazépam sous forme orale

intoxicatie door bromazepam
intoxication par le bromazépam

conjugatie | binding
conjugaison | conjugaison

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Distributie De binding van bromazepam aan de plasma-eiwitten bedraagt gemiddeld 70 %.
Distribution La liaison de bromazépam aux protéines plasmatiques est de 70 % en moyenne.

Bromazepam EG 6 mg tabletten: Elke tablet bevat 6 mg bromazepam Bromazepam EG 12 mg tabletten: Elke tablet bevat 12 mg bromazepam
Bromazepam EG 6 mg comprimés: Chaque comprimé contient 6 mg de bromazépam. Bromazepam EG 12 mg comprimés: Chaque comprimé contient 12 mg de bromazépam.

Bromazepam Mylan 6 mg: elke tablet bevat 6 mg bromazepam Bromazepam Mylan 12 mg: elke tablet bevat 12 mg bromazepam
Bromazepam Mylan 6 mg : chaque comprimé contient 6 mg de bromazépam Bromazepam Mylan 12 mg : chaque comprimé contient 12 mg de bromazépam

Welke stoffen zitten er in Bromazepam Mylan? De werkzame stof in Bromazepam Mylan is bromazepam.
Ce qui contient Bromazepam Mylan La substance active est bromazépam.

- De andere stoffen in Bromazepam EG zijn: Bromazepam EG 6 mg tabletten: lactose, gepregelatiniseerd zetmeel, microkristallijne cellulose, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat Bromazepam EG 12 mg tabletten: lactose, gepregelatiniseerd zetmeel, microkristallijne cellulose, watervrij colloïdaal siliciumdioxide, magnesiumstearaat, geel ijzeroxide (E172), rood ijzeroxide (E172)
- Les autres composants sont: Bromazepam EG 6 mg comprimés: lactose, amidon prégélatinisé, cellulose microcristalline, silice colloïdale anhydre, stéarate de magnésium Bromazepam EG 12 mg comprimés: lactose, amidon prégélatinisé, cellulose microcristalline, silice colloïdale anhydre, stéarate de magnésium, oxyde de fer jaune (E172), oxyde de fer rouge (E172)

Heeft u te veel van Bromazepam EG ingenomen? Wanneer u of een persoon in uw omgeving te veel van Bromazepam EG heeft ingenomen, verhinder dan onmiddellijk verdere inname van Bromazepam EG en neem onmiddellijk contact op met uw (behandelende) arts, apotheker, de dichtstbijzijnde spoedgevallendienst of het Antigifcentrum (070/245.245).
Si vous avez pris plus de Bromazepam EG que vous n’auriez dû Si vous ou une personne qui se trouve à proximité avez pris trop de Bromazepam EG, empêchez immédiatement la poursuite de la prise de Bromazepam EG et prenez immédiatement contact avec votre médecin (traitant), votre pharmacien, le service d’urgence le plus proche ou le Centre Antipoison (070/245.245).

Bromazepam EG 6 mg tabletten Bromazepam EG 12 mg tabletten Bromazepam
Bromazepam EG 6 mg comprimés Bromazepam EG 12 mg comprimés Bromazépam

3.2 Susceptibility testing for oxacillin-resistance Oxacillin-resistance in S. aureus is determined by the mecA gene, which encodes for the expression of an additional penicillin-binding protein, PBP2a, which binds β-lactam antibiotics with a lower affinity than PBP2, the major target for the antibiotic.
3.2 Test de prédisposition à la résistance à l’oxacilline La résistance à l’oxacilline de S. aureus est déterminée par le gène mecA, qui code pour l'expression d'une protéine supplémentaire liant la pénicilline, la PBP2a, qui lie les antibiotiques β-lactame avec une affinité moindre que la PBP2, la cible principale de l'antibiotique.

Dit is bevorderlijk voor de moeder-kind binding (Smets, 2005).
Ceci est bénéfique pour le lien mère-enfant (Smets, 2005) .

De deeltjes binden aan C1q, activeren het complement met een C3-binding en verhinderen na fagocytose de activatie van macrofagen en spelen misschien een rol bij een soort van immuunsuppressie (Sadallah et al., 2008).
Elles fixent le C1q, activent le complément avec une liaison du C3 et, après phagocytose, inhibent l’activation des macrophages, participant peut être à un phénomène d’immunosuppression (Sadallah et al., 2008).