Vertaling van "bij personen behandeld met protease-inhibitoren zoals indinavir " (Nederlands → Frans) :

- Bij personen behandeld met protease-inhibitoren zoals indinavir, nelfinavir, ritonavir en saquinavir, en met niet nucleoside reverse transcriptase inhibitoren zoals efavirenz en nevirapine (risico van vermindering van plasmaconcentraties met een mogelijke vermindering van de antivirale werking),
- Chez les personnes traitées par des inhibiteurs de la protéase tels que l’indinavir, le nelfinavir, le ritonavir et le saquinavir, et par des inhibiteurs non nucléosidiques de la transcriptase

HIV protease inhibitoren zoals ritonavir, indinavir en saquinavir Bepaalde antitumorale middelen zoals vinca-alkaloïden, busulfan, docetaxel en trimetrexaat
o Anticoagulants oraux o Inhibiteurs de la protéase du VIH tels que le ritonavir, l’indinavir et le saquinavir o Certains médicaments anti-tumoraux tels que les alcaloïdes de la pervenche, le

- HIV protease inhibitoren zoals ritonavir, indinavir en saquinavir
- inhibiteurs de la protéase du VIH, tels que le ritonavir, l'indinavir et le saquinavir

HIV protease inhibitoren zoals ritonavir, indinavir en saquinavir
Antiprotéases VIH tels que ritonavir, indinavir et saquinavir

bepaalde HIV-protease inhibitoren zoals ritonavir, indinavir, saquinavir;
certains inhibiteurs de la protéase du VIH, tels que le ritonavir, l’indinavir et le saquinavir

bepaalde HIV-protease inhibitoren zoals ritonavir, indinavir en saquinavir
certaines antiprotéases du VIH, comme le ritonavir, l’indinavir et le saquinavir;

Dergelijke interacties zijn weinig waarschijnlijk met isradipine maar men moet met de nodige voorzichtigheid handelen wanneer men krachtige CYP450 3A inhibitoren zoals macroliden antibiotica (vb. erythromycine, clarithromycine, troleandomycine) virale HIV protease inhibitoren (vb. ritonavir, indinavir, nelfinavir) of reverse transcriptase inhibitoren (vb. delavirdine) en antimycotica azolen (vb. ketoconazol, itraconazol, voriconazol) gelijktijdig toedient.
De telles interactions sont peu vraisemblables avec l’isradipine, mais la prudence est requise en cas de co-administration avec de puissants inhibiteurs du CYP450 3A tels que les antibiotiques macrolides (p. ex. érythromycine, clarithromycine, troléandomycine), les inhibiteurs des protéases virales HIV (p. ex. ritonavir, indinavir, nelfinavir) ou les inhibiteurs de la transcriptase réverse (p. ex. delavirdine) et les antifongiques azolés (p. ex. kétokonazole, itraconazole, voriconazole).

Voor atorvastatine en simvastatine wordt een verhoogd risico ook gezien bij associatie met geneesmiddelen die hun afbraak kunnen inhiberen, zoals sommige macroliden (vooral erythromycine en clarithromycine), sommige azoolderivaten (vooral ketoconazol en itraconazol), sommige protease-inhibitoren (b.v. indinavir, saquinavir) en pompelmoessap.
Pour l’atorvastatine et la simvastatine, un risque accru est également décrit lorsque celles-ci sont associées à des médicaments qui inhibent leur métabolisation, tels certains macrolides (surtout l’érythromycine et la clarithromycine), certains dérivés azoliques (surtout le kétoconazole et l’itraconazole), certains inhibiteurs de la protéase virale (p.ex. indinavir, saquinavir), ou au jus de pamplemousse.