Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "bij 34 proefpersonen maligniteiten " (Nederlands → Frans) :

Tot en met een follow-upperiode van ongeveer 3 jaar volgend op de fase IIb- en fase III-onderzoeken op het gebied van reumatologische indicaties, werden bij 34 proefpersonen maligniteiten anders dan niet-melanome huidkanker en lymfoom vastgesteld (2 uit de placebogroep, 18 uit de groep die 50 mg golimumab kreeg en 14 uit de groep die 100 mg golimumab kreeg), met een incidentie (95 % CI) van 0,56 (0,38, 0,79) per 100 proefpersoonjaren in follow-up voor de gecombineerde golimumab- groepen en 0,56 (0,07, 2,02) voor placebo.

Au cours d’approximativement 3 années de suivi lors des études de phase IIb et de phase III sur les indications rhumatologiques, des tumeurs malignes en plus d’un cancer de la peau autre que le mélanome et d’un lymphome ont été diagnostiquées chez 34 sujets (2 dans le groupe placebo, 18 dans le groupe golimumab 50 mg et 14 dans le groupe golimumab 100 mg) avec une incidence (IC de 95 %) pour 100 sujets-année de suivi de 0,56 (0,38, 0,79) pour les groupes golimumab combinés et 0,56 (0,07, 2,02) pour le groupe placebo.


Voor proefpersonen in de placebogroep bedroeg de incidentie (95 % CI) van deze maligniteiten 0,00 (0,00, 2,94) per 100 proefpersoonjaren in follow-up.

Pour les sujets sous placebo, l’incidence (IC de 95 %) par 100 sujets-année de suivi de ces tumeurs malignes était de 0,00 (0,00, 2,94).


Bij dit onderzoek bedroeg voor proefpersonen die met golimumab waren behandeld de incidentie (95 % CI) van lymfoom 0,40 (0,01, 2,20), van niet-melanome huidkanker 0,79 (0,10, 2,86) en van andere maligniteiten 1,99 (0,64, 4,63) per 100 proefpersoonjaren in follow-up.

Dans cette étude, l’incidence (IC de 95 %) par 100 sujets-année de suivi chez les sujets traités par golimumab était de 0,40 (0,01, 2,20) pour le lymphome, 0,79 (0,10, 2,86) pour les cancers de la peau autre que le mélanome et 1,99 (0,64, 4,63) pour les autres tumeurs malignes.


De toename van de systemische blootstelling aan fluticasonfuroaat bij proefpersonen met een matige leverfunctiestoornis (Child-Pugh B; fluticasonfuroaat/vilanterol 184/22 microgram) ging gepaard met een verlaging van gemiddeld 34% in serumcortisol in vergelijking met gezonde proefpersonen.

Cette augmentation de l’exposition systémique au furoate de fluticasone chez les sujets avec une insuffisance hépatique modérée (Child-Pugh B; furoate de fluticasone/vilanterol 184/22 microgrammes), était associée à une réduction moyenne de 34% du cortisol sérique comparativement aux sujets sains.


De SVR was 62,5 % (40/64) bij met Victrelis in combinatie met PR behandelde proefpersonen en 29,4 % (10/34) bij proefpersonen die alleen met PR werden behandeld (zie tabel 6).

Le taux de RVP était de 62,5 % (40/64) chez les sujets traités par Victrelis, associé à PR et de 29,4 % (10/34) chez les sujets traités par PR seul (voir tableau 6).


Slechts 34% van de proefpersonen bleef onder behandeling met perindopril tert-butylamine 2 mg (overeenkomend met 2,5 mg perindopril arginine) / indapamide 0,625 mg (versus 20% met enalapril 10 mg).

34% seulement des sujets sont restés traités par 2 mg de perindopril tertbutylamine (équivalent à 2,5 mg de perindopril arginine) et 0,625 mg d'indapamide (contre 20% de sujets traités par 10 mg d'énalapril).


De M184V/I-mutatie ontwikkelde zich bij 2/19 (10,5%) geanalyseerde isolaten van patiënten in de groep met emtricitabine/tenofovirdisoproxilfumaraat/efavirenz en bij 10/29 (34,5%) geanalyseerde isolaten van patiënten in de groep met lamivudine/zidovudine/efavirenz (p-waarde < 0,05, Fisher’s Exact test voor vergelijking van alle proefpersonen van de emtricitabine+tenofovirdisoproxilfumaraat groep met die van de lamivudine/zidovudine groep).

La mutation M184V/I est survenue dans 2 isolats sur 19 (10,5%) analysés provenant de patients du groupe emtricitabine/fumarate de ténofovir disoproxil/éfavirenz, et dans 10 isolats sur 29 (34,5%) analysés provenant du groupe lamivudine/zidovudine/éfavirenz (p < 0,05, test exact de Fisher comparant le groupe emtricitabine+fumarate de ténofovir disoproxil au groupe lamivudine/zidovudine parmi tous les sujets).


De proefpersonen die nulresponders waren in het hoofdonderzoek bevatten 65 % (34/52) genotype 1a, 35 % (18/52) genotype 1b en 6 % (3/52) met cirrose op baseline.

Les sujets qui étaient répondeurs nuls dans l’étude précédente incluent 65 % (34/52) de sujets infectés par un VHC de génotype 1a, 35 % (18/52) de sujets infectés par un VHC de génotype 1b et 6 % (3/52) présentaient une cirrhose avant le début du traitement.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'bij 34 proefpersonen maligniteiten' ->

Date index: 2021-03-29
w