Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Affectieloze psychopathie
Institutionaliseringssyndroom
Neventerm
Overige aandoeningen die functie van ooglid beïnvloeden
Psychische factoren die lichaamsfuncties beïnvloeden

Traduction de «beïnvloeden bijv » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous
Omschrijving: Afhankelijkheid van een niet levend object als stimulus voor seksuele opwinding en voldoening. Vele fetisjen zijn verlengstukken van het menselijk lichaam, zoals kledingstukken of schoeisel. Andere veel gebruikte voorwerpen worden gekenmerkt door een bepaalde textuur, zoals rubber, plastic of leer. Fetisjen verschillen in het belang dat ze voor de betrokkene hebben. In sommige gevallen dienen ze louter om de seksuele prikkeling die op de gebruikelijke wijze wordt bereikt te vergroten (bijv. de partner een bepaald kledingstuk laten dragen).

Définition: Utilisation d'objets inanimés comme stimulus de l'excitation et de la satisfaction sexuelle. De nombreux fétiches sont des prolongements du corps, comme des vêtements ou des chaussures. D'autres exemples courants concernent une texture particulière comme le caoutchouc, le plastique ou le cuir. Les objets fétiches varient dans leur importance d'un individu à l'autre. Dans certains cas, ils servent simplement à renforcer l'excitation sexuelle, atteinte par ailleurs dans des conditions normales (par exemple le fait d'avoir un partenaire qui porte un vêtement particulier).


Omschrijving: Een bepaald patroon van abnormaal sociaal-functioneren dat ontstaat tijdens de eerste vijf levensjaren en dat blijvend dreigt te zijn ondanks belangrijke veranderingen in de omstandigheden, bijv. diffuus niet-selectief gericht-hechtingsgedrag, aandacht vragen, ongenuanceerde vriendelijkheid en slechte aanpassing in de omgang met soortgenoten; afhankelijk van de omstandigheden kan er ook nog sprake zijn van emotionele stoornissen en gedragsstoornissen. | Neventerm: | affectieloze psychopathie | institutionaliseringssyndroom

Définition: Trouble caractérisé par un mode particulier de fonctionnement social anormal, apparaissant durant les cinq premières années de la vie, persistant habituellement en dépit de modifications importantes de l'environnement. Exemples: conduites d'attachement généralisé et non sélectif, demandes d'affection et sociabilité non discriminatives, interactions peu différenciées avec les autres enfants; des perturbations émotionnelles et d'autres troubles du comportement peuvent enfin être associés, variables selon les circonstances. | Psychopathie de privation affective Syndrome institutionnel


personen met potentiële gezondheidsrisico's verband houdend met familieanamnese en persoonlijke anamnese en bepaalde omstandigheden die de gezondheidstoestand beïnvloeden

Sujets dont la santé peut être menacée en raison d'antécédents personnels et familiaux et de certaines affections


Factoren die de gezondheidstoestand beïnvloeden en contacten met gezondheidszorg (Z00-Z99)

Facteurs influant sur l'état de santé et motifs de recours aux services de santé


overige aandoeningen die functie van ooglid beïnvloeden

Autres troubles affectant la fonction palpébrale


Omschrijving: Deze categorie dient te worden gebruikt om de aanwezigheid te registreren van psychische of gedragsgebonden invloeden waarvan wordt aangenomen dat ze een belangrijke rol spelen in de etiologie van lichamelijke stoornissen die in andere hoofdstukken geclassificeerd zijn. De resulterende psychische stoornissen zijn doorgaans licht en dikwijls langdurig (zoals bezorgdheid, emotioneel conflict, ongerustheid etc.) en rechtvaardigen op zichzelf niet het gebruik van een van de stoornissen in dit hoofdstuk. | Neventerm: | psychische factoren die lichaamsfuncties beïnvloeden ...[+++]

Définition: Cette catégorie doit être utilisée pour enregistrer la présence de facteurs psychologiques ou comportementaux supposés avoir joué un rôle majeur dans la survenue d'un trouble physique classable dans l'un des autres chapitres. Les perturbations psychiques attribuables à ces facteurs sont habituellement légères, mais souvent persistantes (par exemple, une inquiétude, un conflit émotionnel, une appréhension) et leur présence ne justifie pas un diagnostic de l'une quelconque des catégories décrites dans ce chapitre. | Facteurs psychologiques influençant une affection physique Exemples d'utilisation de cette catégorie:asthme F54 et J45.- | colite muqueuse F54 et K58.- | dermite F54 et L23-L25 | recto-colite hémorragique F54 et K51.- ...[+++]
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Geneesmiddelen die de bloedplaatjesfunctie beïnvloeden Het risico op bloedingen kan verhoogd zijn wanneer geneesmiddelen die de plaatjesfunctie beïnvloeden (bijv. NSAID’s, acetylsalicylzuur en ticlopidine) of andere geneesmiddelen die het risico op bloedingen kunnen verhogen, gelijktijdig met SSRI’s, met inbegrip van sertraline, worden toegediend (zie rubriek 4.4).

Médicaments ayant un effet sur la fonction plaquettaire Le risque d’hémorragies peut augmenter en cas d'administration concomitante d’ISRS, y compris la sertraline, avec des médicaments agissant sur la fonction plaquettaire (p. ex. AINS, acide acétylsalicylique et ticlopidine) ou d’autres médicaments susceptibles d’augmenter le risque d’hémorragies (voir rubrique 4.4).


Andere geneesmiddelen die het QTc-interval verlengen Gelijktijdig gebruik van mefloquine met gerelateerde producten (bijv. kinine of kinidine) kan elektrocardiografische afwijkingen veroorzaken (zie rubriek 4.4). Gelijktijdig gebruik van andere geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze de prikkelgeleiding van het hart beïnvloeden (bijv. anti-aritmica of ß-blokkers, calciumantagonisten, antihistaminica of H 1 -blokkerende stoffen, tricyclische antidepressiva en fenothiazines) kan ook bijdragen aan verlenging van het QTc-interval.

Autres médicaments qui prolongent l'intervalle QTc L'administration concomitante d'autres médicaments connus pour altérer la conduction cardiaque (par ex., anti-arythmiques ou β-bloquants, inhibiteurs calciques, antihistaminiques ou agents H1- bloquants, antidépresseurs tricycliques et phénothiazines) pourraient également contribuer à une prolongation de l'intervalle QTc.


- Geneesmiddelen die het afweersysteem beïnvloeden (bijv. ciclosporine, sirolimus (rapamycine), tacrolimus);

Médicaments affectant le système immunitaire (par exemple ciclosporine, sirolimus (rapamycine), tacrolimus) ;


Rijvaardigheid en het gebruik van machines Behandeling met Metoject 50 mg/ml kan bijwerkingen veroorzaken die het centrale zenuwstelsel kunnen beïnvloeden, bijv. vermoeidheid en duizeligheid.

Conduite de véhicules et utilisation de machines Le traitement par Metoject 50 mg/ml peut entraîner des effets indésirables sur le système nerveux central, par exemple une fatigue et des étourdissements.


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Rabeprazole Teva kan de werking van sommige andere geneesmiddelen beïnvloeden, bijv.:

Rabeprazole Teva peut modifier l'effet de certains autres médicaments, par exemple :


Effecten van andere geneesmiddelen op vemurafenib Het is mogelijk dat de farmacokinetiek van vemurafenib beïnvloed kan worden door geneesmiddelen die P-gp remmen of beïnvloeden (bijv. verapamil, claritromycine, ciclosporine, ritonavir, kinidine, dronedarone, amiodaron, itraconazol, ranolazine) (zie rubriek 4.5).

Effets des autres médicaments sur le vemurafenib La pharmacocinétique du vemurafenib pourrait être affectée par des médicaments qui inhibent ou ont une influence sur la P-gp (par exemple vérapamil, clarithromycine, ciclosporine, ritonavir, quinidine, dronédarone, amiodarone, itraconazole, ranolazine) (voir rubrique 4.5).


Het kan niet worden uitgesloten dat de farmacokinetiek van vemurafenib wordt beïnvloed door medicijnen die P-gp remmen of beïnvloeden (bijv. verapamil, claritromycine, ciclosporine, ritonavir, kinidine, dronedarone, amiodaron, itraconazol, ranolazine).

Il ne peut être exclu que la pharmacocinétique du vemurafenib puisse être affectée par des médicaments qui inhibent ou influencent la P-gp (par exemple, vérapamil, clarithromycine, ciclosporine, ritonavir, quinidine, dronédarone, amiodarone, itraconzole, ranolazine).


Omdat Tracleer de werking van hormonale anticonceptiemiddelen (bijv. oraal, injecteerbaar, implanteerbaar of pleister) negatief kan beïnvloeden, is hormonale anticonceptie op zichzelf niet voldoende.

Comme Tracleer peut rendre inefficace une contraception hormonale (telle que pilule, injection, implant ou patch), aussi une telle méthode à elle seule peut ne pas être efficace.




datacenter (28): www.wordscope.be (v4.0.br)

'beïnvloeden bijv' ->

Date index: 2021-01-06
w