Traduction de «beta-c-telopeptiden werden » (Néerlandais → Français) :

Markers van botombouw Botspecifiek alkalische fosfatase (BSAP), serum N-terminaal propeptide van type I collageen (P1NP) en serum beta-C-telopeptiden (b-CTx) werden bestudeerd in subsets van 517 tot 1.246 patiënten op periodieke intervallen door de hele studie.
Marqueurs de renouvellement osseux Les phosphatases alcalines spécifiques osseuses (PASO), les taux sériques du propeptide N-terminal du collagène de type I (P1NP) et les taux sériques de bêta-C-télopeptides (�-CTx) ont été évalués à intervalles réguliers au cours de l’étude dans des sous-groupes incluant 517 à 1 246 patientes.

+ Een potentiëring van de systemische effecten van bèta-blokkers in oogdruppeloplossing en een toename van de plasmaconcentraties van de bèta-blokker oogdruppelsoplossing werden gerapporteerd tijdens de simultane toediening van een bèta-blokker bevattende oogdruppeloplossing en quinidine, waarschijnlijk als gevolg van de inhibitie van het metabolisme van de bèta-blokker door de quinidine (beschreven voor timolol).
augmentation des concentrations plasmatiques du collyre bêtabloquant en solution ont été rapportées lors d’administration simultanée d’un collyre bêtabloquant en solution et de quinidine, résultant probablement de l’inhibition du métabolisme du bêtabloquant par la quinidine (décrit pour le timolol).

Bij langdurige behandeling (tot 5 jaar) verminderde FOSAMAX, aan een dosis van 10 mg per dag, de urinaire excretie van merkers van de botresorptie, waaronder desoxypyridinoline en crosslinked N- telopeptiden van type I-collageen, respectievelijk met ongeveer 50-en 70%, zodat waarden bereikt werden vergelijkbaar met deze bij gezonde premenopauzale vrouwen.
Un traitement à long terme (jusqu’à cinq ans) avec FOSAMAX à 10 mg/jour a réduit l'excrétion urinaire des marqueurs de la résorption osseuse, la désoxypyridinoline et les N-télopeptides pontés du collagène de type I, d'approximativement 50 et 70% respectivement, pour atteindre des niveaux similaires à ceux rencontrés chez des femmes saines non-ménopausées.

Onderzoek bij patiënten die van agalsidase beta overschakelen op Replagal (agalsidase alfa) 103 patiënten (therapienaïeve patiënten (N=29) of patiënten die eerder behandeld waren met agalsidase beta en die op Replagal overschakelden (n=62)) werden gedurende 12 maanden in een open-label, ongecontroleerd onderzoek behandeld.
Etude des patients traités par Replagal (agalsidase alfa) en relais d’agalsidase bêta Cent trois (103) patients (patients naïfs de traitement (N=29) ou patients précédemment traités par agalsidase bêta (N=62)) ont été traités pendant 12 mois par Replagal au cours d’une étude ouverte, non contrôlée.

Er werden ernstige en soms fatale overgevoeligheidsreacties (anafylaxie) waargenomen bij patiënten die behandeld werden met bèta-lactam antibiotica.
On a observé des réactions d’hypersensibilité (anaphylaxie) sévères et parfois fatales chez des patients traités par des antibiotiques bêta-lactames.

Andere antihypertensiva, behalve ACE-remmers, angiotensine II-antagonisten of bèta-blokkers werden waar nodig toegevoegd om de streefbloeddruk te bereiken.
D'autres antihypertenseurs, à l'exception des IEC, des antagonistes de l'angiotensine II ou des bêtabloquants ont été ajoutés, si nécessaire, pour atteindre l'objectif tensionnel.

Gunstige inotrope effecten werden vastgesteld bij een aantal patiënten met een gedilateerd hart of onder overdreven invloed van bèta-blokkers.
Des effets inotropes bénéfiques ont été observés chez certains patients dont le coeur était dilaté ou sous l'action excessive d'antagonistes des récepteurs bêta-adrénergiques.

Een tussentijdse analyse toonde aan dat ernstige bijwerkingen werden gemeld bij 30,6% van de patiënten die van agalsidase beta overschakelden in vergelijking met 24,1% bij de patiënten die voor aanvang van het onderzoek therapienaïef waren.
Une analyse intermédiaire a indiqué la survenue d’événements indésirables graves chez 30,6 % des patients passés de l’agalsidase bêta à Replagal, contre 24,1 % des patients naïfs de traitement avant leur inclusion dans l’étude.

De infusiegerelateerde bijwerkingen werden behandeld of verlicht door het vertragen van de infusiesnelheid, het onderbreken van de infusie, of door het toedienen van geneesmiddelen, zoals antihistaminen, antipyretica, een lage dosis corticosteroïden (prednison en methylprednisolon), of verneveling met een bèta-agonist.
Les réactions associées à la perfusion ont été traitées ou améliorées grâce à une vitesse de perfusion plus lente, l’arrêt de la perfusion ou l’administration de médicaments tels que des antihistaminiques, des antipyrétiques, des corticostéroïdes à faible dose (prednisone et méthylprednisolone) ou des bêta-agonistes en nébulisation.

Digoxine: Bij patiënten die bèta-acetyldigoxine toegediend kregen samen met een chemotherapiebehandeling met cyclofosfamide, vincristine en prednison, met of zonder cytarabine of procarbazine werden omkeerbare dalingen van de steady-state digoxineplasmaconcentraties en de renale glycosideuitscheiding vastgesteld.
Digoxine : Chez les patients qui recevaient de la ß-acétyldigoxine en même temps qu'un traitement chimiothérapeutique de cyclophosphamide, vincristine et prednisone, avec ou sans cytarabine ou procarbazine, une diminution réversible des concentrations plasmatiques de digoxine au steady-state a été observée ainsi qu'une diminution de l'excrétion rénale du glycoside.