Patiënten moesten als uitgangswaarde een HIV-1 RN
Aspiegel hebben van minstens 1500 kopieën/ml. De patiënten werden op basis van leeftijd gestratificeerd (2 jaar tot < 6 jaar, 6 jaar tot < 12 jaar en 12 jaar tot 18 jaar) en vervolgens gerandomiseerd naar behande
ling met één van de twee tipranavir met ritonavir doseringsregimes: een dosering van 375 mg/m 2 /150 mg/m 2 , vergeleken met de dosering van 290 mg/m 2 /115 mg/m 2 , plus ach
tergrondbehandeling bestaande uit minst ...[+++]ens twee niet uit proteaseremmers bestaande antiretrovirale geneesmiddelen, geoptimaliseerd met behulp van genotypische resistentietests die waren uitgevoerd bij de start van het onderzoek.
Les patients devaient présenter une charge virale initiale d’ARN du VIH-1 d’au moins 1 500 copies/ml ; ils ont été stratifiés par âge (2 à < 6 ans, 6 à < 12 ans et 12 à 18 ans) et randomisés pour recevoir l’un des deux schémas posologiques de tipranavir associé au ritonavir suivants : dose de 375 mg par m 2 /150 mg par m 2 , ou dose de 290 mg par m 2 /115 mg par m 2 , plus un traitement de fond constitué d’au moins deux antirétroviraux n’appartenant pas à la famille des inhibiteurs de protéase, optimisé par la réalisation initiale d’un test de résistance génotypique.