De beroepsbeoefenaar die lijdt aan een besmettelijke aandoening, heeft de deontologische plicht om alle nuttige maatregelen te nemen om besmetting van zijn patiënten te vermijden.
Le praticien atteint d’une affection contagieuse a l’obligation déontologique de prendre toutes les mesures utiles pour éviter de contaminer des patients.