“Na het overli
jden van de patiënt hebben de echtgenoot, de wettelijk samenwonende partner, de partner en de bloedverwanten tot en met de tweede graad van de patiënt, via een door de v
erzoeker aangewezen beroepsbeoefenaar, het in § 2 bedoelde
recht op inzage voorzover hun verzoek voldoende gemotiveerd en gespecifieerd is en de pat
iënt zich hiertegen niet uitdrukkelijk heeft ...[+++] verzet.
« Après le décès du patient, l'époux, le partenaire cohabitant légal, le partenaire et les parents jusqu'au deuxième degré inclus ont, par l'intermédiaire du praticien professionnel désigné par le demandeur, le droit de consultation, visé au § 2, pour autant que leur demande soit suffisamment motivée et spécifiée et que le patient ne s'y soit pas opposé expressément.