Patiënten die meerdere malen met Nonafact behandeld worden dienen gecontroleerd te worden op het ontstaan van neutraliserende antilichamen (remmers). Deze dienen bepaald te worden in Bethesda Eenheden (BE) met behulp van een daartoe geschikt biologisch testsysteem.
Après un traitement répété par Nonafact, les patients doivent être surveillés pour le développement d’anticorps dirigés contre le facteur IX (inhibiteurs), qu’il convient de quantifier en unités Bethesda (UB) à l’aide d’un test biologique approprié.