Nieren : verminderde urinaire uitscheiding en ophoping van vloeistof in het lichaam, papillaire necrose (letsel van het nierweefsel), dit voornamelijk bij langere behandeling Lever : schade aan de lever, voornamelijk bij langere behandeling Bloed : stoornissen van de hematopoïese (vorming van bloedcellen).
Reins : diminution de l’excrétion urinaire et accumulation de liquide dans l’organisme ; nécrose papillaire (lésions du tissu rénal), principalement en cas de traitement prolongé Foie : lésion du foie, principalement en cas de traitement prolongé Sang : troubles de l’hématopoïèse (formation des cellules sanguines).