De injectieflacons voor éénmalig gebruik (0,05 mg/ml, 0,1 mg/ml en 0,5 mg/ml) moeten geopend worden juist voor de toediening en alle ongebruikte oplossing moet weggeworpen worden.
Les flacons à usage unique (0,05 mg/ml, 0,1 mg/ml et 0,5 mg/ml) doivent être ouverts immédiatement avant l’administration et toute partie de la solution non utilisée doit être éliminée.