Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "behandeling met proteaseremmers gefaald " (Nederlands → Frans) :

De selectie van resistentie tegen lopinavir bij patiënten bij wie eerdere behandeling met proteaseremmers gefaald heeft werd gekarakteriseerd door de analyse van de longitudinale isolaten van 19 proteaseremmer-ervaren patiënten in twee fase II studies en één fase III studie bij wie ofwel de virologische onderdrukking onvolledig was, ofwel er rebound-virussen ontstonden na de initiële reactie op Kaletra en die oplopende in vitro resistentie lieten zien tussen de uitgangs- en reboundwaarden (gedefinieerd als het ontstaan van nieuwe mutaties of 2-voudige verandering in fenotypische gevoeligheid voor lopinavir).

La sélection d'une résistance au lopinavir chez des patients ayant présenté un échec au traitement par un inhibiteur de protéase a été caractérisée par l'analyse d'isolats longitudinaux de 19 sujets prétraités par un inhibiteur de protéase dans 2 études de phase II et une étude de phase III, qui avaient présenté soit une suppression virologique incomplète soit un rebond viral après une réponse initiale à Kaletra et qui présentaient une augmentation de la résistance in vitro entre la réponse initiale et le rebond (définie comme l'émergence de nouvelles mutations ou une modification de 2 fois de la sensibilité phénotypique au lopinavir).


Er zijn geen klinische gegevens over herbehandeling van patiënten bij wie een behandeling op basis van een HCV NS3-4A-proteaseremmer gefaald had (zie rubriek 5.1).

Aucune donnée clinique n’est disponible concernant le re-traitement des patients ayant échoué à un traitement comportant un inhibiteur de la protéase NS3-4A du VHC (voir rubrique 5.1).


Gebruik bij patiënten bij wie eerdere behandeling met een HCV-proteaseremmer heeft gefaald De veiligheid en werkzaamheid van Victrelis alleen of in combinatie met peginterferon alfa en ribavirine voor de behandeling van chronische infectie met hepatitis C genotype 1 zijn niet onderzocht bij patiënten bij wie eerdere behandeling met Victrelis of andere HCV-proteaseremmers heeft gefaald ...[+++]

Utilisation chez les patients en échec à un précédent traitement par inhibiteur de protéase du VHC La tolérance et l’efficacité de Victrelis, seul ou associé à peginterféron alfa et ribavirine, dans le traitement de l’hépatite C chronique de génotype 1 n’ont pas été étudiées chez les patients en échec à un précédent traitement par Victrelis ou d’autres inhibiteurs de protéase du VHC.


Er zijn geen klinische gegevens over herbehandeling van patiënten bij wie een behandeling op basis van een HCV NS3-4A-proteaseremmer, zoals telaprevir, gefaald had. Ook zijn er geen gegevens over herhaalde behandelingen met telaprevir.

Il n’existe pas de donnée clinique concernant le re-traitement des patients ayant échoué à un traitement à base d’un inhibiteur de la protéase NS3-4A du VHC tel que le télaprévir, ni de donnée concernant le traitement par des cures répétées de télaprévir.


Fuzeon is geïndiceerd, in combinatie met andere antiretrovirale middelen, voor de behandeling van HIV-1 geïnfecteerde patiënten, die eerder behandeld zijn en waarbij behandelingsregimes met tenminste één geneesmiddel uit elk van de antiretrovirale geneesmiddelklassen van proteaseremmers, non-nucleoside reverse transcriptaseremmers en nucleoside reverse transcriptaseremmers gefaald hebben of die intolerant zijn voor eerder gebruikte ...[+++]

Fuzeon est indiqué, en association avec d'autres antirétroviraux, dans le traitement des patients infectés par le VIH-1, exposés et en échec à un traitement comprenant au moins un médicament de chacune des classes antirétrovirales suivantes : inhibiteurs de protéase, analogues non nucléosidiques de la transcriptase inverse et analogues nucléosidiques de la transcriptase inverse, ou présentant une intolérance aux traitements précédemment cités (voir rubrique 5.1)


Alle patiënten in dit onderzoek hebben eerder gefaald op een proteaseremmer-bevattend regime (gedefinieerd als een plasma-HIV-1 RNA die nooit lager was dan 1000 kopieën/ml na minimaal twaalf achtereenvolgende weken behandeling of initiële suppressie van HIV-1 RNA die vervolgens terug steeg naar � 1.000 kopieën/ml).

Dans cette étude, tous les patients étaient en échappement virologique après un traitement antérieur comprenant un IP (échec défini par une charge virale ARN VIH-1 jamais inférieure à 1000 copies/ml après au moins 12 semaines consécutives de traitement, ou par une suppression initiale de la charge virale ARN VIH-1 suivie d’un rebond 1 000 copies/ml).


Alle patiënten in dit onderzoek hebben eerder gefaald op een proteaseremmer-bevattend regime (gedefinieerd als een plasma-HIV-1 RNA die nooit lager was dan 1000 kopieën/ml na minimaal 12 achtereenvolgende weken behandeling of initiële suppressie van HIV-1 RNA die vervolgens terug steeg naar � 1000 kopieën/ml).

moins 12 semaines consécutives de traitement, ou par une suppression initiale de la charge virale ARN VIH-1 suivie d’un rebond 1 000 copies/ml).


Wanneer zwak werkende opioïden worden overwogen bij de behandeling van milde tot matige kankerpijn nadat een conventionele behandeling met paracetamol /NSAID’s heeft gefaald, mogen codeïne en tramadol als gelijkwaardige behandelingsopties worden beschouwd.

Lorsque des opioïdes faibles sont envisagés dans la gestion de la douleur légère à modérée liée au cancer à la suite d’un échec d’un traitement conventionnel au paracétamol/AINS, la codéine et le tramadol peuvent être considérés comme des options thérapeutiques équivalentes.


In overeenstemming met de principes van de WGO pijnladder, moeten zwak werkende opioïden (stap II) worden overwogen voor de behandeling van milde tot matige kankerpijn nadat een conventionele behandeling met paracetamol/NSAID’s heeft gefaald, en daarbij moeten de bekomen effecten bij de patiënt worden opgevolgd (zeer laag niveau van bewijskracht; sterke aanbeveling).

Conformément aux principes de l’échelle analgésique de l’OMS, les opioïdes faibles (Palier II) devraient être considérés dans le cadre de la gestion de la douleur légère à modérée liée au cancer après l’échec d’un traitement conventionnel avec paracétamol/AINS. Les résultats pour le patient devraient être contrôlés (très faible niveau de preuve ; recommandation forte).


Wanneer conventionele behandeling heeft gefaald, kunnen radio-isotopen met affiniteit voor het bot als secundaire optie worden overwogen om een volledige of gedeeltelijke (meer dan 50%) pijnstilling te bekomen op korte en middellange termijn (tot 6 maanden) voor verspreide, pijnlijke, osteoblastische botmetastasen bij kankerpatiënten, ongeacht de plaats van de primaire tumor (laag niveau van bewijskracht; zwakke aanbeveling).

En cas d’échec d’un traitement conventionnel, les radio-isotopes ostéotropes peuvent être considérés comme option thérapeutique de seconde intention pour obtenir un soulagement complet ou partiel de la douleur (plus de 50 %) à court et moyen termes (jusqu’à 6 mois) pour des métastases osseuses ostéoblastiques étendues et douloureuses chez des patients cancéreux quel que soit le site de la tumeur primaire (faible niveau de preuve ; recommandation faible).


w