Niet vergelijkbare niet behandelde patiënten vertoonden daarentegen op 240 weken gemiddelde verhogingen van de botmineraaldichtheid van 6,4 %, 1,7 % en 1,9 % voor respectievelijk de lumbale wervelkolom, de totale heup en de femurhals (zie rubriek 4.4 – verlies van botmineraaldichtheid).
En revanche, les sujets non appariés, non traités présentaient des augmentations moyennes de la densité minérale osseuse à 240 semaines de 6,4%, 1,7% et 1,9% au niveau du rachis lombaire, de la hanche totale et du col du fémur, respectivement (voir rubrique 4.4 –perte de densité minérale osseuse).