Deze verhoogde systemische blootstelling aan rifaximine bij proefpersonen met een verminderde leverfunctie moet geïnterpreteerd worden in het licht van de lokale werking van rifaximine op het maag-darmstelsel en de lage systemische biologische beschikbaarheid, en op basis van de beschikbare veiligheidsgegevens van rifaximine voor personen met cirrose.
L’augmentation de l’exposition systémique à la rifaximine chez les patients présentant une déficience hépatique doit être interprétée en tenant compte de l’action locale de la rifaximine au niveau gastro-intestinal et de sa faible biodisponibilité systémique, ainsi que des données de sécurité disponibles chez les patients présentant une cirrhose.