Hartaandoeningen: Zeer zelden: Aritmie, waaronder bradycardie, ventrikeltachycardie, atriumfibrilleren, angina pectoris en myocardinfarct, mogelijk als gevolg van te sterke hypotensie bij patiënten met een hoog risico (zie rubriek 4.4).
Affections cardiaques: Très rare : Arythmie y compris bradycardie, tachycardie ventriculaire, fibrillation auriculaire, angine de poitrine et infarctus myocardique éventuellement secondaires à une hypotension excessive chez les patients à haut risque (voir rubrique 4.4).