Traduction de «apolipoproteïne » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

apoC (apolipoprotein C)-II-deficiëntie
déficit familial en apolipoprotéine C-II

familiale apolipoproteïne C-II-deficiëntie
déficit familial en apoC-II

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

In een dosis-respons-studie verlaagde atorvastatine de concentraties van totaal- C (30%-46%), LDL-C (41%- 61%), apolipoproteïne B (34%-50%) en triglyceriden (14%-33%) terwijl de concentraties van HDL-C en apolipoproteïne A1, in wisselende mate, stegen.
Une étude de dose-réponse a montré que l’atorvastatine réduit les concentrations de cholestérol total (30 % à 46 %), de -LDL- C (41 % à 61 %), de l’apolipoprotéine B (34 % à 50 %) et des triglycérides (14 % à 33 %) et augmentait celles du HDL-C et de l’apolipoprotéine A1.

In een dosis-responsstudie verlaagde atorvastatine de concentraties van totaal-C (30%-46%), LDL-C (41%-61%), apolipoproteïne B (34%-50%) en triglyceriden (14%-33%) terwijl de concentraties van HDL- C en apolipoproteïne A1, in wisselende mate, stegen.
Au cours d’une étude dose/réponse, on a constaté que l’atorvastatine diminue les concentrations de C-total (30 % à 46 %), de LDL-C (41 % à 61 %), d’apolipoprotéine B (34 % à 50 %) et de triglycérides (14 % à 33 %), tout en induisant une augmentation variable des taux d’HDL-C et d’apolipoprotéine A1.

In een dosis-respons-studie verlaagde atorvastatine de concentraties van totaal-C (30%-46%), LDL-C (41%-61%), apolipoproteïne B (34%-50%) en triglyceriden (14%-33%) terwijl de concentraties van HDL-C en apolipoproteïne A1, in wisselende mate, stegen.
Une étude de dose-réponse a montré que l’atorvastatine réduit les concentrations de cholestérol total (30 % à 46 %), de -LDL- C (41 % à 61 %), de l’apolipoprotéine B (34 % à 50 %) et des triglycérides (14 % à 33 %) et augmentait celles du HDL-C et de l’apolipoprotéine A1.

Atorvastatine verlaagde de totale cholesterolconcentratie (30% - 46%) en de concentraties van LDL-C (41% - 61%), apolipoproteïne B (34% - 50%) en triglyceriden (14% - 33%) en verhoogde de HDL-C en de apolipoproteïne A1-spiegel in wisselende mate in een dosis-responsstudie.
Il a été démontré lors d’une étude dose-réponse que l’atorvastatine diminue les concentrations de cholestérol total (30 % - 46 %), de cholestérol LDL (41 % - 61 %), d’apolipoprotéine B (34 % - 50 %) et de triglycérides (14 % - 33 %) tout en engendrant une augmentation variable du cholestérol HDL et de l’apolipoprotéine A1.

Zowel bij gezonde proefpersonen als bij patiënten met hypercholesterolemie verlaagt pravastatinenatrium de volgende serumlipiden: totale cholesterol, LDL-cholesterol, apolipoproteïne B, VLDL-cholesterol en triglyceriden; terwijl de HDL-cholesterol en apolipoproteïne A stijgen.
Chez des sujets en bonne santé et des patients souffrant d’hypercholestérolémie, la pravastatine sodique abaisse les valeurs lipidiques suivantes : cholestérol total, cholestérol LDL, apolipoprotéine B, cholestérol VLDL et triglycérides, tandis que le cholestérol HDL et l’apolipoprotéine A augmentent.

Bij zowel gezonde vrijwilligers als bij patiënten met hypercholesterolemie verlaagt pravastatinenatrium de volgende lipidenwaarden: totaal cholesterol, LDL-cholesterol, apolipoproteïne B, VLDL-cholesterol en triglyceriden. De hoeveelheden HDL-cholesterol en apolipoproteïne A worden verhoogd.
Chez les sujets sains tout comme chez les patients hypercholestérolémiques, la pravastatine sodique abaisse les valeurs des paramètres lipidiques suivants : cholestérol total, LDLcholestérol, apolipoprotéine B, VLDL-cholestérol et triglycérides, le HDL-cholestérol et l'apolipoprotéine A sont quant à eux augmentés.

Bij gezonde subjecten en bij patiënten met hypercholesterolemie, laat natriumpravastatine de waarden van de volgende vetparameters zakken: totale cholesterol, LDL-cholesterol, apolipoproteïne B, VLDL-cholesterol en triglyceriden; HDL-cholesterol en apolipoproteïne A zijn echter verhoogd.
Chez les sujets sains tout comme chez les patients hypercholestérolémiques, la pravastatine sodique abaisse les valeurs des paramètres lipidiques suivantes : cholestérol total, LDL-cholestérol, apolipoprotéine B, VLDL-cholestérol et triglycérides ; le HDL-cholestérol et l'apolipoprotéine A sont quant à eux augmentés.

De lever scheidt de VLDL (very low density lipoprotein) af; de natieve VLDL worden gevormd door associatie van de bovengenoemde verschillende vettypes met het apolipoproteïne B100 (bij de mens).
Le foie sécrète les VLDL (very low density lipoprotein) ; les VLDL natives se constituent grâce à l’association des différents types de lipides cités précédemment avec l’apolipoprotéine B100 (chez l’homme).

De chylomicronen worden in de darmcel gevormd vanuit apolipoproteïne B48, cholesterol, TG en PL.
Les chylomicrons sont formés dans la cellule intestinale à partir d’apolipoprotéine B48, de cholestérol, de TG et de PL.

De hydrolyse van de TG in vetzuren door de LPL is een enzymatisch proces waarvoor apolipoproteïne CII als co-factor nodig is. De vrijgekomen vetzuren dringen in de weefsels en kunnen er als energiesubstraten dienen (hepatische of musculaire β-oxidatie), er, na herverestering, opgeslagen worden in de vorm van TG (vooral in het vetweefsel) of dienen als precursoren voor de synthese van membranale of intracellulaire vetbestanddelen (fosfolipiden, sfingolipiden, enz) met verscheidene belangrijke functies (structurele rol, signalisatie, enz.).
L’hydrolyse des TG en acides gras par la LPL est un processus enzymatique nécessitant comme co-facteur l’apolipoprotéine CII. Les acides gras libérés pénètrent dans les tissus et peuvent y servir de substrats énergétiques (β-oxydation hépatique ou musculaire), y être stockés après réestérification sous forme de TG (dans le tissu adipeux surtout), ou servir de précurseurs de synthèse de constituants lipidiques membranaires ou intracellulaires (phospholipides, sphingolipides, etc) aux fonctions majeures diverses (rôle structurel, signalisation, etc.).