Traduction de «antiproliferatief » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

antiproliferatief | tegen snelle groei gericht
antiproliférant | qui empêche la prolifération | la multiplication

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Het endogene (lichaamseigen) anandamide heeft een antiproliferatief (= het gaat de vermeerdering van kankercellen tegen) en apoptotisch effect op menselijke prostaatkanker-celculturen (12) .
Il en va de même du cannabigérol et du cannabichromène (11). L’anandamide endogène (produit dans l’organisme) possède une action antiprolifération (= il freine la prolifération des cellules cancéreuses) et favorise l’apoptose dans les cultures de cellules du cancer de la prostate humaine (12).

Bij specifiek voor Lodotra voorgeschreven doses heeft prednison een direct ontstekingsremmend (anti-exsudatief en antiproliferatief) effect en een vertraagd immunosuppressief effect.
Aux doses de Lodotra habituellement prescrites, la prednisone possède un effet anti-inflammatoire immédiat (anti-exsudatif et anti-prolifératif) et un effet immunosuppresseur retardé.

Bloed- en lymfestelselaandoeningen Vaak: leukopenie (leukocyten > 2 G/l) Soms: anemie, lichte trombocytopenie (plaatjes < 100 G/l) Zelden: pancytopenie (waarschijnlijk door een antiproliferatief mechanisme), leukopenie (leukocyten < 2 G/l), eosinofilie Zeer zelden: agranulocytose
Affections hématologiques et du système lymphatique Fréquents : leucopénie (avec leucocytes > 2 G/l) Peu fréquents : anémie, thrombopénie modérée (plaquettes < 100 G/l) Rares : pancytopénie (probablement par mécanisme anti-prolifératif), leucopénie (avec

Het heeft immunomodulerende / immunosuppressieve kenmerken, werkt als een antiproliferatief middel en heeft ontstekingsremmende eigenschappen.
Il présente des caractéristiques immunomodulatrices/immunosuppressives, se comporte comme un agent antiprolifératif et possède des propriétés anti-inflammatoires.

Bloed- en lymfestelselaandoeningen Vaak: leukopenie (leukocyten > 2 G/l) Soms: anemie, lichte trombocytopenie (plaatjes < 100 G/l) Zelden: pancytopenie (waarschijnlijk door een antiproliferatief mechanisme), leukopenie (leukocyten < 2 G/l), eosinofilie Zeer zelden: agranulocytose
Affections hématologiques et du système lymphatique Fréquent : leucopénie (leucocytes > 2 G/l) Peu fréquent : anémie, thrombopénie légère (plaquettes < 100 G/l) Rare : pancytopénie (résultant probablement d’un mécanisme antiprolifératif), leucopénie (leucocytes < 2 G/l), éosinophilie Très rare : agranulocytose