Vertaling van "antihypertensiva diuretica ace-remmers " (Nederlands → Frans) :

Antihypertensiva (diuretica, ACE-remmers, angiotensine II-antagonisten):
Antihypertenseurs (diurétiques, IEC, antagonistes des récepteurs de l’angiotensine II) :

Diuretica, ACE-remmers (remmers van het angiotensineconversie-enzym) en angiotensine IIreceptorantagonisten (zoals sartanen): NSAID’s (met inbegrip van acetylsalicylzuur in een dosering ≥ 3 g/d) kunnen het effect van diuretica en andere antihypertensiva verminderen.
Diurétiques, IEC (inhibiteurs de l'enzyme de conversion de l'angiotensine) et antagonistes de l'angiotensine II (tels que les sartans): Les AINS (y compris l'acide acétylsalicylique selon des doses ≥ 3 g/jour) peuvent réduire l'effet des diurétiques et d'autres médicaments antihypertenseurs.

Er moeten voorzorgsmaatregelen worden genomen bij concomitant gebruik met de volgende geneesmiddelen : 1 Diuretica, ACE-remmers, bètablokkers en angiotensine II-receptorantagonisten: NSAID’s kunnen het effect van diuretica en andere antihypertensiva verminderen.
Diurétiques, IECA, bêtabloquants et antagonistes de l’angiotensine II : Les AINS peuvent diminuer l’effet des diurétiques et d’autres médicaments antihypertenseurs.

Diuretica, ACE-remmers, bètablokkers en angiotensine-II-antagonisten NSAID’s kunnen het effect verzwakken van diuretica en andere antihypertensiva.
Diurétiques, IECA, bêtabloquants et antagonistes de l’angiotensine II Les médicaments anti-inflammatoires non stéroïdiens peuvent atténuer l’effet des diurétiques et des antihypertenseurs.

- Diuretica, ACE-remmers, betareceptorblokkers en angiotensine-II-antagonisten: NSAID kunnen het effect verzwakken van diuretica en andere antihypertensiva.
- Diurétiques, IECA, bêtabloquants et antagonistes de l’angiotensine II : il se peut que les AINS réduisent l’effet des diurétiques et d’autres substances actives antihypertensives.

Diuretica, ACE-remmers en antagonisten van angiotensine II: NSAID kunnen het effect van diuretica en andere antihypertensiva verzwakken.
Diurétiques, inhibiteurs de l’ECA et antagonistes de l’angiotensine II : Les AINS peuvent réduire l’effet des diurétiques et autres médicaments antihypertenseurs.

Diuretica, ACE-remmers en angiotensine-II-antagonisten: NSAID’s kunnen het effect van diuretica en andere antihypertensiva verminderen.
Diurétiques, IEC et antagonistes de l’angiotensine II : les AINS peuvent réduire l'effet des diurétiques et d’autres antihypertenseurs.

Het risico kan vergroot worden als telmisartan gecombineerd wordt met andere geneesmidddelen die ook hyperkaliëmie kunnen veroorzaken (zoutvervangers die kalium bevatten, kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, angiotensine IIreceptorantagonisten, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s inclusief selectieve COX-2 remmers), heparine, immuunsuppresiva (cyclosporine of tacrolimus) en trimetoprim).
Le risque augmente en cas d’association avec d’autres médicaments pouvant aussi entraîner une hyperkaliémie (sels de régime contenant du potassium, diurétiques d’épargne potassique, IEC, antagonistes des récepteurs de l’angiotensine II, anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS, y compris les inhibiteurs sélectifs de la COX-2), héparine, immunosuppresseurs (ciclosporine ou tacrolimus) et triméthoprime).

Geneesmiddelen of therapeutische groepen van geneesmiddelen die hyperkaliëmie kunnen veroorzaken zijn zoutvervangers die kalium bevatten, kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, angiotensine II receptorantagonisten, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s, inclusief selectieve COX-2-remmers), heparine, immuunsuppresiva (cyclosporine of tacrolimus) en trimetoprim.
Les médicaments ou classes thérapeutiques de médicaments susceptibles d’entraîner une hyperkaliémie sont les sels de régime contenant du potassium, les diurétiques d’épargne potassique, les IEC, les antagonistes des récepteurs de l’angiotensine II, les anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS, y compris les inhibiteurs sélectifs de la COX-2), l’héparine, les immunosuppresseurs (cyclosporine ou tacrolimus) et le triméthoprime.

Geneesmiddelen of therapeutische groepen van geneesmiddelen die hyperkaliëmie kunnen veroorzaken zijn zoutvervangers die kalium bevatten, kaliumsparende diuretica, ACE-remmers, angiotensine-IIreceptorantagonisten, niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID’s, inclusief selectieve COX-2-remmers), heparine, immunosuppressiva (ciclosporine of tacrolimus) en trimethoprim.
Les médicaments ou classes thérapeutiques de médicaments susceptibles d'entraîner une hyperkaliémie sont les sels de régime contenant du potassium, les diurétiques d'épargne potassique, les IEC, les antagonistes des récepteurs de l'angiotensine II, les anti-inflammatoires non stéroïdiens (AINS, y compris les inhibiteurs sélectifs de la COX-2), l'héparine, les immunosuppresseurs (ciclosporine ou tacrolimus) et le triméthoprime.