De intraveneuze toediening van een anticholinergicum voorafgaand aan de inductie of tijdens het onderhoud van de anesthesie met Propolipid 2% moet worden overwogen. Dit dient in het bijzonder te gebeuren in situaties waarbij de vagale tonus waarschijnlijk zal domineren of wanneer Propolipid 2% wordt gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen die bradycardie kunnen veroorzaken.
On devra envisager l'administration intraveineuse d'un agent anticholinergique avant l'induction ou pendant l'entretien d'une anesthésie par Propolipid 2%, en particulier dans les situations lors desquelles un tonus vagal risque d'être prédominant ou lorsque Propolipid 2% est utilisé en même temps que d'autres médicaments susceptibles d'induire une bradycardie.