Traduction de «andere nucleoside-analogen cellulaire » (Néerlandais → Français) :

Abacavir noch lamivudine was mutageen in bacteriële testsystemen, maar remmen, in overeenstemming met andere nucleoside-analogen, cellulaire DNA-replicatie tijdens in vitro testen bij zoogdieren, zoals in de muislymfoomtest.
L’abacavir et la lamivudine ne se sont pas avérés mutagènes dans les tests bactériologiques, mais, comme d’autres analogues nucléosidiquesont montré une inhibition de la réplication cellulaire de l’ADN dans des tests de cytogénicité in vitro sur des cellules de mammifères tel que le test du lymphome de souris.

Noch abacavir, noch lamivudine, noch zidovudine is mutageen in bacteriële testsystemen, maar remmen, in overeenstemming met andere nucleoside-analogen, cellulaire DNA-replicatie tijdens in vitro testen bij zoogdieren, zoals in de muislymfoomtest.
L’abacavir, la lamivudine et la zidovudine ne se sont pas avérées mutagènes dans les tests bactériologiques, mais comme d’autres analogues nucléosidiques, ont montré une inhibition de la réplication cellulaire de l’ADN dans des tests de cytogénicité in vitro sur des cellules de mammifères tel que le test du lymphome de souris.

Noch lamivudine, noch zidovudine zijn mutageen in bacteriële testsystemen maar remmen, in overeenstemming met andere nucleoside-analogen, cellulaire DNA-replicatie tijdens in-vitro tests bij zoogdieren, zoals in de lymfoomtest bij de muis.
La lamivudine et la zidovudine ne se sont pas avérées mutagènes dans les tests bactériologiques, mais, comme d'autres analogues nucléosidiques, ont montré une inhibition de la réplication cellulaire de l’ADN dans des tests de cytogénicité in vitro sur des cellules de mammifères tel que le test du lymphome de souris.

Net als andere nucleoside analogen (d.w.z 5-FU), bleek capecitabine echter clastogeen in humane lymfocyten (in vitro) en er was een positieve trend in micronucleustesten van het beenmerg van muizen (in vivo).
Toutefois, comme d’autres analogues nucléosidiques (par exemple le 5-FU), la capécitabine a été clastogène dans les lymphocytes humains (in vitro) et il a été observé une tendance positive pour les tests des micronoyaux effectués sur moelle osseuse de souris (in vivo).

De renale klaring van ganciclovir kan verminderen via twee mechanismen : (a) nefrotoxiciteit van geneesmiddelen, zoals cidofovir en foscarnet, en (b) competitieve inhibitie van de actieve tubulaire secretie van de nieren door bijvoorbeeld andere nucleoside analogen.
La clairance rénale du ganciclovir peut être diminuée par deux mécanismes : (a) une néphrotoxicité, provoquée par des médicaments tels que le cidofovir et le foscarnet, et (b) une inhibition compétitive de la sécrétion tubulaire active du rein provoquée par exemple par d’autres analogues nucléosidiques.

Hepatitis of leverfalen, in sommige gevallen fataal, is gemeld met het gebruik van stavudine en met andere nucleoside analogen (zie rubriek 4.4).
Une hépatite ou une insuffisance hépatique, fatale dans certains cas, a été rapportée avec l'utilisation d'analogues nucléosidiques (voir rubrique 4.4).

Dit is in overeenstemming met de bekende activiteit van andere nucleoside-analogen.
Ces résultats sont en accord avec les données disponibles pour les autres analogues nucléosidiques.

1 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 7,2% 279 2,0% 264 5,1% 3 2 L02BG ENZYMREMMERS 6,5% 250 2,0% 56 1,1% 16 3 A10AE LANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 6,1% 234 2,4% 131 2,5% 8 4 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 5,2% 202 0,9% 20 0,4% 32 5 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 5,0% 194 0,6% 0 0,0% 168 6 H03AA SCHILDKLIERHORMONEN 5,0% 194 2,7% 1.973 38,2% 1 7 L01XX OVERIGE CYTOSTATICA 4,8% 185 1,1% 4 0,1% 83 8 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 4,7% 180 0,1% 346 6,7% 2 9 H01CB ANTIGROEIHORMOON 4,0% 155 1,1% 4 0,1% 85 10 A10AD MIDDELLANGWERKENDE MET SNELWERKENDE INSULINES 3,8% 147 0,7% 142 2,8% 6 11 H01AC SOMATROPINE EN SOMATROPINEAGONISTEN 2,8% 108 0,8% 5 0,1% 75 12 M05BA BISFOSFONATEN 2,6% 100 0,2% 48 0,9% 19 13 L02BA ANTI-OESTROGENEN 2,5% 95 1,6% 133 2,6% 7 14 J05AE PROTEASE-INHIBITOREN 2,2% 83 1,4% 6 0,1% 62 15 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,0% 78 0,1% 72 1,4% 13 16 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 1,7% 65 1,0% 64 1,2% 14 17 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 1,7% 64 0,1% 180 3,5% 5 18 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 1,6% 61 0,1% 117 2,3% 10 19 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE-HEROPNAMEREMMERS 1,4% 53 0,0% 57 1,1% 15 20 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,3% 48 0,1% 5 0,1% 78 21 L03AB INTERFERONEN 1,0% 40 0,1% 2 0,0% 105 22 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,0% 40 0,1% 8 0,2% 54 23 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 1,0% 39 0,1% 100 1,9% 11 24 G02CB PROLACTINEREMMERS 1,0% 37 2,9% 6 0,1% 70 25 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,0% 37 0,1% 79 1,5% 12 26 V04CJ DIAGNOSTICA VOOR SCHILDKLIERFUNCTIE 0,9% 35 59,0% 6 0,1% 72 27 J05AG NIET-NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 0,8% 32 0,6% 4 0,1% 86 28 B01AB HEPARINEGROEP 0,8% 31 0,1% 14 0,3% 45 29 J02AC TRIAZOLDERIVATEN 0,8% 29 0,1% 4 0,1% 90 30 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 0,7% 28 0,0% 15 0,3% 43 31 L01AX OVERIGE ALKYLERENDE MIDDELEN 0,7% 26 1,5% 0 0,0% 201 32 A10BB SULFONYLUREUMDERIVATEN 0,6% 22 0,1% 50 1,0% 18 33 N02AB FENYLPIPERIDINEDERIVATE ...
1 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 7,2% 279 2,0% 264 5,1% 3 2 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 6,5% 250 2,0% 56 1,1% 16 3 A10AE INSULINES ET ANALOGUES A ACTION LONGUE 6,1% 234 2,4% 131 2,5% 8 4 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 5,2% 202 0,9% 20 0,4% 32 5 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 5,0% 194 0,6% 0 0,0% 168 6 H03AA HORMONES THYROIDIENNES 5,0% 194 2,7% 1.973 38,2% 1 7 L01XX AUTRES CYTOSTATIQUES 4,8% 185 1,1% 4 0,1% 83 8 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 4,7% 180 0,1% 346 6,7% 2 9 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 4,0% 155 1,1% 4 0,1% 85 10 A10AD INSULINES ET ANAL.

1 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 13,4% 13.133 43,0% 1.183 1,5% 18 2 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 9,9% 9.707 65,4% 987 1,3% 22 3 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 4,9% 4.808 23,9% 10 0,0% 175 4 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 4,4% 4.356 2,6% 5.429 7,1% 1 5 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 3,6% 3.510 34,0% 3.437 4,5% 4 6 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 3,5% 3.468 2,7% 1.925 2,5% 12 7 J05AE PROTEASE-INHIBITOREN 3,3% 3.246 66,8% 263 0,3% 60 8 A10AD MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN MET SNEL BEGINEFFECT 2,9% 2.826 15,8% 2.958 3,9% 5 9 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 2,5% 2.455 25,9% 2.552 3,3% 9 10 C09AA INHIB. van het ANGIOTENSINE-CONVERSIE-ENZYM (ACE), ENKELVOUDIG 2,2% 2.186 3,1% 4.167 5,4% 3 11 L03AB INTERFERONEN 2,2% 2.165 6,7% 138 0,2% 78 12 J05AG NIET-NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 2,1% 2.044 61,4% 253 0,3% 61 13 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 2,0% 1.956 2,3% 2.562 3,3% 8 14 L03AA COLONY STIMULATING FACTORS (BLOEDGROEIFACTOREN) 1,9% 1.819 58,3% 16 0,0% 155 15 R03AK SYMPATHICOMIMETICA met andere midd. voor OBSTR.
1 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 13,4% 13.133 43,0% 1.183 1,5% 18 2 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 9,9% 9.707 65,4% 987 1,3% 22 3 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 4,9% 4.808 23,9% 10 0,0% 175 4 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 4,4% 4.356 2,6% 5.429 7,1% 1 5 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 3,6% 3.510 34,0% 3.437 4,5% 4 6 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 3,5% 3.468 2,7% 1.925 2,5% 12 7 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 3,3% 3.246 66,8% 263 0,3% 60 8 A10AD INSULINES ET ANAL.

1 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 12,9% 14.718 35,4% 1.272 1,5% 18 2 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 9,9% 11.371 63,0% 1.053 1,3% 20 3 L01XX OVERIGE CYTOSTATICA 5,3% 6.115 58,4% 188 0,2% 72 4 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 5,2% 6.005 26,2% 13 0,0% 166 5 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS 4,1% 4.716 2,6% 6.568 7,9% 1 6 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 3,6% 4.077 2,7% 2.556 3,1% 11 7 A10AB SNELWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 3,5% 3.981 34,1% 3.843 4,6% 4 8 J05AE PROTEASE-INHIBITOREN 3,3% 3.748 64,0% 298 0,4% 59 9 A10AD MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN MET SNEL BEGINEFFECT 2,7% 3.142 16,2% 3.151 3,8% 5 10 J05AG NIET-NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 2,3% 2.643 61,3% 317 0,4% 52 11 A10AC MIDDELLANGWERKENDE INSULINES EN ANALOGEN 2,3% 2.585 26,4% 2.592 3,1% 10 12 R03AK SYMPATHICOMIMETICA met andere midd. voor OBSTR.
1 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 12,9% 14.718 35,4% 1.272 1,5% 18 2 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERSE 9,9% 11.371 63,0% 1.053 1,3% 20 3 L01XX AUTRES CYTOSTATIQUES 5,3% 6.115 58,4% 188 0,2% 72 4 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 5,2% 6.005 26,2% 13 0,0% 166 5 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE 4,1% 4.716 2,6% 6.568 7,9% 1 6 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 3,6% 4.077 2,7% 2.556 3,1% 11 7 A10AB INSULINES ET ANALOGUES A ACTION RAPIDE 3,5% 3.981 34,1% 3.843 4,6% 4 8 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 3,3% 3.748 64,0% 298 0,4% 59 9 A10AD INSULINES ET ANAL.