Wanneer de dieren moeten worden aangebonden, moeten de gebruikte touwen, tuiers of andere middelen worden gebruikt: a) die zo sterk zijn dat ze onder normale vervoersomstandigheden niet breken; b) waarmee de dieren eventueel kunnen gaan liggen, eten en drinken; c) die zo ontworpen zijn dat ieder risico van wurging of verwonding is uitgesloten, en de dieren snel kunnen worden losgemaakt.
Lorsque les animaux doivent être attachés, il faut que les cordes, les liens et les autres moyens utilisés: a) soient suffisamment résistants pour ne pas se rompre dans des conditions de transport normales; b) permettent aux animaux, le cas échéant, de se coucher, de se nourrir et de s'abreuver; c) soient conçus de manière à éviter tout risque de strangulation ou de blessure et à permettre de libérer rapidement les animaux.