Traduction de «andere calcineurineremmers » (Néerlandais → Français) :

TERMINOLOGIE

Omschrijving: In veel gevallen is een ontregeling van de slaap een van de symptomen van een andere stoornis, hetzij psychisch, hetzij lichamelijk. Of een slaapstoornis bij een bepaalde patiënt een op zichzelf staande aandoening is of alleen maar een van de kenmerken van een andere stoornis die elders in dit hoofdstuk of in andere hoofdstukken is geclassificeerd, dient uitgemaakt te worden aan de hand van haar klinische presentatie en verloop en van de therapeutische overwegingen en prioriteiten ten tijde van het consult. Indien de slaapstoornis een van de belangrijkste klachten is en wordt gezien als een op zichzelf staande aandoening, dient over het algemeen deze code te worden gebruikt samen met andere ter zake dienende diagnosen die de psychopathologie en pathofysiologie beschrijven die in een bepaald geval een rol spelen. Deze afdeling omvat slechts die slaapstoornissen waarin emotionele oorzaken gehouden worden voor de primaire factor en die niet het gevolg zijn van aanwijsbare lichamelijke stoornissen die elders zijn geclassificeerd.
Définition: Dans de nombreux cas, une perturbation du sommeil est l'un des symptômes d'un autre trouble mental ou physique. Savoir si, chez un patient donné, un trouble du sommeil est une perturbation indépendante ou simplement l'une des manifestations d'un autre trouble classé, soit dans ce chapitre, soit dans d'autres chapitres, doit être précisé sur la base des éléments cliniques et de l'évolution, aussi bien qu'à partir de considérations et de priorités thérapeutiques au moment de la consultation. En règle générale, ce code doit être utilisé conjointement à d'autres diagnostics pertinents décrivant la psychopathologie et la physiopathologie impliquées dans un cas donné, quand la perturbation du sommeil est une des plaintes prépondérantes et quand elle est ressentie comme une affection en elle-même. Cette catégorie comprend uniquement les troubles du sommeil qui sont imputables à des facteurs émotionnels. Il ne comprend pas les troubles du sommeil imputables à des troubles somatiques identifiables classés ailleurs.

hartstilstandna keizersnede of andere obstetrische-ingreep of -verrichting, met inbegrip van verlossing NNO | hartdecompensatiena keizersnede of andere obstetrische-ingreep of -verrichting, met inbegrip van verlossing NNO | cerebrale anoxiena keizersnede of andere obstetrische-ingreep of -verrichting, met inbegrip van verlossing NNO
Anoxie cérébrale | Arrêt cardiaque | Insuffisance cardiaque | survenant après une césarienne, un acte de chirurgie obstétricale ou un acte à visée diagnostique et thérapeutique, y compris l'accouchement SAI

overboord gevallen door beweging van schip | overboord gespoeld | verdrinking en onderdompeling als gevolg van ongeval anders dan ongeval met vaartuig, zoals val | overboord | verdrinking en onderdompeling als gevolg van ongeval anders dan ongeval met vaartuig, zoals val | van loopplank | verdrinking en onderdompeling als gevolg van ongeval anders dan ongeval met vaartuig, zoals val | van schip
noyade et submersion résultant d'un accident tel que:chute:du haut du bateau | du haut de la passerelle | par dessus bord | éjection par dessus bord provoquée par les mouvements du navire | enlèvement par une lame |

Omschrijving: Een groep stoornissen die worden gekenmerkt door een vroeg begin (doorgaans in de eerste vijf levensjaren), gebrek aan doorzettingsvermogen bij activiteiten die cognitieve betrokkenheid vereisen en een neiging om van de ene bezigheid naar de andere te gaan zonder er een af te maken en door slecht georganiseerde, slecht gereguleerde en overmatige activiteit. Er kunnen tevens verscheidene andere afwijkingen optreden. Hyperkinetische kinderen zijn vaak roekeloos en impulsief, vaak betrokken bij ongelukken en komen in disciplinaire problemen door onnadenkend overtreden van regels en niet zozeer door opzettelijke ongehoorzaamheid. Hun relaties met volwassenen zijn dikwijls ongeremd, zonder de gebruikelijke voorzichtigheid en terughoudendheid. Ze zijn niet populair bij andere kinderen en kunnen geïsoleerd raken. Stoornis van cognitieve functies komt veel voor en specifieke achterstand in motorische en taalontwikkeling is onevenredig frequent. secundaire complicaties omvatten dissociaal gedrag en geringe zelfwaardering.
Définition: Groupe de troubles caractérisés par un début précoce (habituellement au cours des cinq premières années de la vie), un manque de persévérance dans les activités qui exigent une participation cognitive et une tendance à passer d'une activité à l'autre sans en finir aucune, associés à une activité globale désorganisée, incoordonnée et excessive. Les troubles peuvent s'accompagner d'autres anomalies. Les enfants hyperkinétiques sont souvent imprudents et impulsifs, sujets aux accidents, et ont souvent des problèmes avec la discipline à cause d'un manque de respect des règles, résultat d'une absence de réflexion plus que d'une opposition délibérée. Leurs relations avec les adultes sont souvent marquées par une absence d'inhibition sociale, de réserve et de retenue. Ils sont mal acceptés par les autres enfants et peuvent devenir socialement isolés. Ces troubles s'accompagnent souvent d'une altération des fonctions cognitives et d'un retard spécifique du développement de la motricité et du langage. Ils peuvent entraîner un comportement dyssocial ou une perte de l'estime de soi.

Omschrijving: Deze categorie omvat bepaalde gedragsstoornissen die niet onder andere categorieën zijn geclassificeerd. Ze worden gekenmerkt door herhalingen van handelingen zonder duidelijk beredeneerbare reden, die niet beheerst kunnen worden en doorgaans de belangen van de betrokkene zelf en die van andere mensen schaden. De betrokkene vertelt dat het gedrag samengaat met drang tot handelen. De oorzaak van deze stoornissen is onbegrepen en ze worden bij elkaar gegroepeerd op grond van het feit dat hun beschrijvingen in grote trekken overeenkomen, niet omdat er andere belangrijke overeenkomsten bekend zijn.
Définition: Cette catégorie comprend certains troubles du comportement qui ne peuvent pas être classés sous d'autres rubriques. Ils sont caractérisés par des actes répétés, sans motivation rationnelle claire, incontrôlables, et qui vont généralement à l'encontre des intérêts du sujet lui-même et de ceux d'autres personnes. Le sujet indique que son comportement est sous l'emprise d'impulsions à agir. La cause de ces troubles n'est pas connue. Ils ont été regroupés en raison de certaines similitudes dans leur tableau clinique, non parce qu'ils ont en commun d'autres caractéristiques importantes.

Middellandse-Zee-anemie (met andere hemoglobinopathie- | thalassaemia (minor)(gemengd)(met andere hemoglobinopathie)
Anémie méditerranéenne (avec autre hémoglobinopathie) Thalassémie (mineure) (mixte) (avec autre hémoglobinopathie)

botsing van luchtvaartuig met ander luchtvaartuig tijdens transit, inzittende van ander aangedreven luchtvaartuig gewond
collision d'un avion avec un autre avion, pendant le transit, passager d'un autre avion motorisé blessé

botsing van luchtvaartuig met ander luchtvaartuig tijdens transit, andere inzittende van commercieel luchtvaartuig in surface-to-surface-vervoer gewond
collision d'un avion avec un autre avion, pendant le transit, autre passager d'un avion commercial dans un transport de surface à surface blessé

botsing van luchtvaartuig met ander luchtvaartuig tijdens transit, ander persoon gewond
collision d'un avion avec un autre avion, pendant le transit, autre personne blessée

Omschrijving: Een voorbijgaande stoornis die zich ontwikkelt bij iemand zonder enige andere duidelijke psychische stoornis in antwoord op buitengewone fysieke- en mentale stress en die doorgaans in uren tot dagen verdwijnt. Individuele kwetsbaarheid en weerstand spelen een rol bij het voorkomen en de ernst van acute stressreacties. De symptomen vertonen een karakteristiek gemengd- en wisselend beeld en omvatten een beginstadium van 'verdoving' met enige bewustzijnsvernauwing en verenging van aandacht, onvermogen prikkels te begrijpen en desoriëntatie. Deze toestand kan gevolgd worden door hetzij verdere terugtrekking uit de situatie (tot dissociatieve stupor toe - F44.2) of door agitatie en hyperactiviteit (vluchtreactie of fugue). Autonome tekenen van panische angst (tachycardie, zweten, blozen) zijn gewoonlijk aanwezig. De symptomen verschijnen doorgaans binnen minuten na de inwerking van de stressveroorzakende prikkel of gebeurtenis en verdwijnen in twee tot drie dagen (dikwijls in uren). Er kan gedeeltelijke of volledige amnesie (F44.0) voor de episode zijn. Indien de symptomen aanhouden, dient een andere diagnose (en aanpak) te worden overwogen. | Neventerm: | acute crisisreactie | acute reactie op stress | crisistoestand | oorlogsmoeheid (combat fatigue) | psychische shock
Définition: Trouble transitoire, survenant chez un individu ne présentant aucun autre trouble mental manifeste, à la suite d'un facteur de stress physique et psychique exceptionnel et disparaissant habituellement en quelques heures ou en quelques jours. La survenue et la gravité d'une réaction aiguë à un facteur de stress sont influencées par des facteurs de vulnérabilité individuels et par la capacité du sujet à faire face à un traumatisme. La symptomatologie est typiquement mixte et variable et comporte initialement un état d'hébétude caractérisé par un certain rétrécissement du champ de la conscience et de l'attention, une impossibilité à intégrer des stimuli et une désorientation. Cet état peut être suivi d'un retrait croissant vis-à-vis de l'environnement (pouvant aller jusqu'à une stupeur dissociative - voir F44.2), ou d'une agitation avec hyper-activité (réaction de fuite ou fugue). Le trouble s'accompagne fréquemment des symptômes neuro-végétatifs d'une anxiété panique (tachycardie, transpiration, bouffées de chaleur). Les symptômes se manifestent habituellement dans les minutes suivant la survenue du stimulus ou de l'événement stressant et disparaissent en l'espace de deux à trois jours (souvent en quelques heures). Il peut y avoir une amnésie partielle ou complète (F44.0) de l'épisode. Quand les symptômes persistent, il convient d'envisager un changement de diagnostic. | Choc psychique Etat de crise Fatigue de combat Réaction aiguë (au) (de):crise | stress

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Gelijktijdig gebruik met ciclosporine of andere calcineurineremmers (zie rubriek 4.5).
Utilisation concomitante de ciclosporine ou d'autres inhibiteurs de la calcineurine (voir la rubrique 4.5).

Het gelijktijdige gebruik van MEPACT en ciclosporine of andere calcineurineremmers is gecontraindiceerd vanwege het hypothetisch effect op de miltmacrofagen en mononucleaire fagocytaire functie (zie rubriek 4.3).
L’administration de MEPACT en association avec la ciclosporine ou d’autres inhibiteurs de la calcineurine est contre-indiquée en raison de leur effet hypothétique sur les macrophages spléniques et la fonction des cellules phagocytaires mononucléées (voir la rubrique 4.3).

1 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 22,1% 7.788 3,0% 11.892 16,0% 2 2 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 9,1% 3.209 3,9% 12.552 16,9% 1 3 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 5,9% 2.091 3,0% 9.235 12,4% 3 4 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 5,4% 1.887 2,8% 4.727 6,4% 4 5 C09CA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 5,1% 1.787 2,6% 3.332 4,5% 6 6 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 4,0% 1.417 2,2% 4.072 5,5% 5 7 C09DA ANGIOTENSINE‐II‐ANTAGONISTEN MET DIURETICA 3,9% 1.387 2,6% 1.498 2,0% 10 8 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 3,8% 1.325 3,5% 3.177 4,3% 7 9 B01AB HEPARINEGROEP 3,4% 1.208 2,0% 631 0,8% 20 10 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,9% 1.007 0,6% 1.532 2,1% 9 11 C01BC ANTI‐ARITMICA (KLASSE IC) 2,8% 987 9,0% 1.096 1,5% 13 12 L04AD CALCINEURINEREMMERS 2,0% 693 2,1% 56 0,1% 62 13 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 1,8% 636 5,0% 450 0,6% 29 14 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 1,6% 573 3,2% 53 0,1% 65 15 C09BA ACE‐REMMERS MET DIURETICA 1,4% 492 2,0% 901 1,2% 14 16 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIP 1,3% 473 5,0% 246 0,3% 37 17 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 22,1% 7.788 3,0% 11.892 16,0% 2 2 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 9,1% 3.209 3,9% 12.552 16,9% 1 3 C09AA IECA, SIMPLES 5,9% 2.091 3,0% 9.235 12,4% 3 4 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 5,4% 1.887 2,8% 4.727 6,4% 4 5 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 5,1% 1.787 2,6% 3.332 4,5% 6 6 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 4,0% 1.417 2,2% 4.072 5,5% 5 7 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 3,9% 1.387 2,6% 1.498 2,0% 10 8 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 3,8% 1.325 3,5% 3.177 4,3% 7 9 B01AB GROUPE DES HEPARINES 3,4% 1.208 2,0% 631 0,8% 20 10 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,9% 1.007 0,6% 1.532 2,1% 9 11 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 2,8% 987 9,0% 1.096 1,5% 13 12 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 2,0% 693 2,1% 56 0,1% 62 13 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 1,8% 636 5,0% 450 0,6% 29 14 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 1,6% 573 3,2% 53 0,1% 65 15 C09BA IECA ET DIURETIQUES 1,4% 492 2,0% 901 1,2% 14 16 C10BA INHIB. DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) ET AUTRES HYPOLIP 1,3% 473 5,0% 246 0,3% 37 17 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

1 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 21,5% 8.374 3,2% 13.064 15,8% 2 2 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 7,4% 2.887 5,2% 14.753 17,9% 1 3 C07AB BETA-BLOKKERS, SELECTIEVE 5,4% 2.094 3,2% 5.237 6,3% 4 4 C09AA ACE-REMMERS, ENKELVOUDIG 5,2% 2.010 3,3% 9.734 11,8% 3 5 C09CA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN, ENKELVOUDIG 4,7% 1.821 2,8% 3.757 4,5% 6 6 B01AB HEPARINEGROEP 3,8% 1.496 2,5% 805 1,0% 19 7 L04AD CALCINEURINEREMMERS 3,5% 1.375 4,1% 109 0,1% 52 8 C09DA ANGIOTENSINE-II-ANTAGONISTEN MET DIURETICA 3,5% 1.365 2,6% 1.589 1,9% 10 9 C01DX OVERIGE VASODILATANTIA BIJ HARTZIEKTEN 3,3% 1.300 3,7% 3.249 3,9% 7 10 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 3,3% 1.278 2,3% 4.082 4,9% 5 11 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,9% 1.126 0,8% 2.050 2,5% 8 12 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 2,6% 1.019 5,3% 93 0,1% 57 13 C01BC ANTI-ARITMICA (KLASSE IC) 2,4% 938 9,4% 1.176 1,4% 13 14 C10AX OVERIGE HYPOLIPEMIERENDE MIDDELEN 1,8% 698 5,1% 494 0,6% 30 15 C10BA HMG CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) MET ANDERE HYPOLIPEM 1,4% 559 4,6% 291 0,4% 37 16 C09BB ACE-REMMERS MET CALCIUMANTAGONISTEN 1,3% 523 4,2% 653 0,8% 22 17 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 21,5% 8.374 3,2% 13.064 15,8% 2 2 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 7,4% 2.887 5,2% 14.753 17,9% 1 3 C07AB BETA-BLOQUANTS SELECTIFS 5,4% 2.094 3,2% 5.237 6,3% 4 4 C09AA IECA, SIMPLES 5,2% 2.010 3,3% 9.734 11,8% 3 5 C09CA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II, SIMPLES 4,7% 1.821 2,8% 3.757 4,5% 6 6 B01AB GROUPE DES HEPARINES 3,8% 1.496 2,5% 805 1,0% 19 7 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 3,5% 1.375 4,1% 109 0,1% 52 8 C09DA ANTAGONISTES DE L'ANGIOTENSINE II ET DIURETIQUES 3,5% 1.365 2,6% 1.589 1,9% 10 9 C01DX AUTRES VASODILATATEURS POUR MALADIES CARDIAQUES 3,3% 1.300 3,7% 3.249 3,9% 7 10 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 3,3% 1.278 2,3% 4.082 4,9% 5 11 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,9% 1.126 0,8% 2.050 2,5% 8 12 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 2,6% 1.019 5,3% 93 0,1% 57 13 C01BC ANTIARYTHMIQUES, CLASSE IC 2,4% 938 9,4% 1.176 1,4% 13 14 C10AX AUTRES HYPOLIPIDEMIANTS 1,8% 698 5,1% 494 0,6% 30 15 C10BA INHIB. DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) ET AUTRES HYPOLIPID 1,4% 559 4,6% 291 0,4% 37 16 C09BB IECA ET ANTAGONISTES DU CALCIUM 1,3% 523 4,2% 653 0,8% 22 17 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

Wanneer men van plan is om van één calcineurineremmer op een andere over te schakelen, is een nauwlettende klinische controle noodzakelijk.
Il faut appliquer une surveillance clinique étroite lorsqu’on planifie de passer d’un traitement par inhibiteur de la calcineurine à un autre traitement.

1 L01XE PROTEINEKINASEREMMERS 11,1% 17.436 70,6% 156 0,2% 77 2 B02BD BLOEDSTOLLINGSFACTOREN 10,5% 16.630 36,5% 39 0,1% 121 3 L04AD CALCINEURINEREMMERS 8,5% 13.390 44,0% 1.089 1,5% 19 4 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 7,6% 12.049 59,3% 1.159 1,6% 15 5 J05AE PROTEASE‐INHIBITOREN 5,8% 9.223 66,5% 684 0,9% 28 6 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV‐INFECTIES, COMB 5,6% 8.837 65,1% 578 0,8% 32 7 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 5,3% 8.437 49,1% 736 1,0% 26 8 L02BG ENZYMREMMERS 3,6% 5.601 20,7% 1.376 1,9% 12 9 J05AG NIET‐NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 2,9% 4.584 63,9% 520 0,7% 35 10 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 2,7% 4.311 1,8% 5.811 7,9% 1 11 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,6% 4.165 2,4% 4.925 6,7% 3 12 V03AE MIDDELEN BIJ HYPERKALIEMIE OF HYPERFOSFATEMIE 1,7% 2.655 70,5% 335 0,5% 51 13 L04AB TUMORNECROSEFACTOR‐ALFA (TNF‐ALFA) REMMERS 1,6% 2.600 2,6% 63 0,1% 104 14 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 L01XE INHIBITEURS DE LA PROTEINE KINASE 11,1% 17.436 70,6% 156 0,2% 77 2 B02BD FACTEURS DE COAGULATION 10,5% 16.630 36,5% 39 0,1% 121 3 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 8,5% 13.390 44,0% 1.089 1,5% 19 4 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTAS 7,6% 12.049 59,3% 1.159 1,6% 15 5 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 5,8% 9.223 66,5% 684 0,9% 28 6 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIA 5,6% 8.837 65,1% 578 0,8% 32 7 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 5,3% 8.437 49,1% 736 1,0% 26 8 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 3,6% 5.601 20,7% 1.376 1,9% 12 9 J05AG INHIBITEURS NON‐NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERS 2,9% 4.584 63,9% 520 0,7% 35 10 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 2,7% 4.311 1,8% 5.811 7,9% 1 11 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 2,6% 4.165 2,4% 4.925 6,7% 3 12 V03AE PRODUITS POUR LE TRAITEM.

1 B01AB HEPARINEGROEP 17,2% 2.313 4,1% 1.082 8,6% 1 2 L04AD CALCINEURINEREMMERS 8,1% 1.082 3,6% 87 0,7% 31 3 H01CB ANTIGROEIHORMOON 7,3% 980 5,1% 26 0,2% 69 4 L02BG ENZYMREMMERS 5,7% 759 2,8% 192 1,5% 17 5 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 5,4% 723 0,4% 938 7,4% 2 6 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 4,9% 663 0,3% 904 7,2% 3 7 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 4,6% 623 0,9% 492 3,9% 6 8 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 4,1% 556 3,2% 50 0,4% 47 9 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMA 2,7% 361 1,0% 304 2,4% 12 10 J01MA FLUOROCHINOLONEN 2,4% 325 1,1% 101 0,8% 29 11 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,6% 214 0,5% 157 1,2% 19 12 L02AE GONADORELINE‐ANALOGEN 1,6% 211 0,7% 53 0,4% 44 13 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,6% 209 0,7% 454 3,6% 8 14 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 1,4% 182 0,2% 576 4,6% 5 15 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,3% 170 0,9% 477 3,8% 7 16 N06AB SELECTIEVE SEROTONINE‐HEROPNAMEREMMERS 1,2% 159 0,2% 236 1,9% 14 17 L02BA ANTI‐OESTROGENEN 1,1% 147 2,8% 236 1,9% 15 18 C07AB BETA‐BLOKKERS, SELECTIEVE 1,1% 146 0,2% 363 2,9% 10 19 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,1% 143 0,2% 407 3,2% 9 20 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 B01AB GROUPE DES HEPARINES 17,2% 2.313 4,1% 1.082 8,6% 1 2 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 8,1% 1.082 3,6% 87 0,7% 31 3 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 7,3% 980 5,1% 26 0,2% 69 4 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 5,7% 759 2,8% 192 1,5% 17 5 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 5,4% 723 0,4% 938 7,4% 2 6 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 4,9% 663 0,3% 904 7,2% 3 7 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 4,6% 623 0,9% 492 3,9% 6 8 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 4,1% 556 3,2% 50 0,4% 47 9 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INC 2,7% 361 1,0% 304 2,4% 12 10 J01MA FLUOROQUINOLONES 2,4% 325 1,1% 101 0,8% 29 11 N02AX AUTRES OPIACES 1,6% 214 0,5% 157 1,2% 19 12 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,6% 211 0,7% 53 0,4% 44 13 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,6% 209 0,7% 454 3,6% 8 14 C09AA IECA, SIMPLES 1,4% 182 0,2% 576 4,6% 5 15 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,3% 170 0,9% 477 3,8% 7 16 N06AB INHIBITEURS SELECTIFS DE LA RECAPTURE DE LA SEROTONINE 1,2% 159 0,2% 236 1,9% 14 17 L02BA ANTI‐ESTROGENES 1,1% 147 2,8% 236 1,9% 15 18 C07AB BETA‐BLOQUANTS SELECTIFS 1,1% 146 0,2% 363 2,9% 10 19 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,1% 143 0,2% 407 3,2% 9 20 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

1 L04AD CALCINEURINEREMMERS 13,8% 14.485 44,5% 1.174 1,9% 14 2 J05AR ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR THERAPIE VAN HIV‐INFECTIES, COMB 13,7% 14.458 62,0% 856 1,4% 18 3 J05AE PROTEASE‐INHIBITOREN 9,3% 9.812 62,3% 720 1,2% 22 4 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 8,4% 8.864 49,0% 767 1,2% 20 5 J05AF NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 6,6% 6.991 50,7% 681 1,1% 23 6 J05AG NIET‐NUCLEOSIDE REVERSE TRANSCRIPTASEREMMERS 4,8% 5.037 61,2% 558 0,9% 26 7 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 3,9% 4.142 1,6% 5.661 9,2% 1 8 V03AE MIDDELEN BIJ HYPERKALIEMIE OF HYPERFOSFATEMIE 2,4% 2.576 69,6% 331 0,5% 40 9 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 2,4% 2.493 1,5% 3.752 6,1% 3 10 J05AX OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN 2,3% 2.378 71,8% 73 0,1% 88 11 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 13,8% 14.485 44,5% 1.174 1,9% 14 2 J05AR ANTIVIRAUX POUR LE TRAITEMENT DES INFECTIONS A VIH, ASSOCIA 13,7% 14.458 62,0% 856 1,4% 18 3 J05AE INHIBITEURS DE LA PROTEASE 9,3% 9.812 62,3% 720 1,2% 22 4 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 8,4% 8.864 49,0% 767 1,2% 20 5 J05AF INHIB. NUCLEOSIDIQUES ET NUCLEOTIDIQUES DE LA TRANSCRIPTAS 6,6% 6.991 50,7% 681 1,1% 23 6 J05AG INHIBITEURS NON‐NUCLEOSIDIQUES DE LA TRANSCRIPTASE REVERS 4,8% 5.037 61,2% 558 0,9% 26 7 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 3,9% 4.142 1,6% 5.661 9,2% 1 8 V03AE PRODUITS POUR LE TRAITEM.

1 B01AB HEPARINEGROEP 21,2% 3.453 5,8% 1.695 9,5% 3 2 H01CB SOMATOSTATINE EN ANALOGEN 7,0% 1.143 4,9% 31 0,2% 66 3 L04AD CALCINEURINEREMMERS 6,4% 1.044 3,1% 83 0,5% 37 4 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 6,0% 976 0,7% 1.727 9,7% 2 5 L02BG AROMATASE-INHIBITOREN 5,8% 942 3,5% 262 1,5% 14 6 C10AA HMG-CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 5,5% 892 0,3% 1.320 7,4% 4 7 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 3,2% 518 2,7% 47 0,3% 52 8 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMASE 3,0% 493 1,3% 462 2,6% 10 9 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 3,0% 483 0,9% 1.830 10,3% 1 10 J01MA FLUOROCHINOLONEN 2,5% 407 1,2% 131 0,7% 28 11 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 2,0% 326 0,7% 240 1,3% 17 12 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,8% 293 1,4% 678 3,8% 7 13 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,6% 268 1,0% 642 3,6% 8 14 L02AE GONADORELINE-ANALOGEN 1,3% 204 0,8% 65 0,4% 46 15 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 B01AB GROUPE DES HEPARINES 21,2% 3.453 5,8% 1.695 9,5% 3 2 H01CB SOMATOSTATINE ET ANALOGUES 7,0% 1.143 4,9% 31 0,2% 66 3 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 6,4% 1.044 3,1% 83 0,5% 37 4 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 6,0% 976 0,7% 1.727 9,7% 2 5 L02BG INHIBITEURS DE L'AROMATASE 5,8% 942 3,5% 262 1,5% 14 6 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG-CoA REDUCTASE (STATINES) 5,5% 892 0,3% 1.320 7,4% 4 7 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 3,2% 518 2,7% 47 0,3% 52 8 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INCLU 3,0% 493 1,3% 462 2,6% 10 9 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 3,0% 483 0,9% 1.830 10,3% 1 10 J01MA FLUOROQUINOLONES 2,5% 407 1,2% 131 0,7% 28 11 N02AX AUTRES OPIACES 2,0% 326 0,7% 240 1,3% 17 12 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,8% 293 1,4% 678 3,8% 7 13 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,6% 268 1,0% 642 3,6% 8 14 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,3% 204 0,8% 65 0,4% 46 15 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.

1 B01AB HEPARINEGROEP 18,3% 2.499 4,2% 1.186 8,4% 3 2 L04AD CALCINEURINEREMMERS 7,8% 1.061 3,3% 84 0,6% 33 3 H01CB ANTIGROEIHORMOON 7,4% 1.007 5,0% 27 0,2% 65 4 L02BG ENZYMREMMERS 6,1% 835 3,0% 225 1,6% 14 5 A02BC INHIBITOREN VAN DE PROTONPOMP 5,9% 811 0,5% 1.244 8,8% 2 6 C10AA HMG‐CoA REDUCTASEREMMERS (STATINES) 5,3% 722 0,3% 1.027 7,3% 4 7 B01AC TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS, HEPARINE UITGEZONDERD 5,0% 677 0,8% 1.387 9,8% 1 8 L04AA SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA 3,4% 466 2,6% 43 0,3% 51 9 J01CR COMBINATIEPREPARATEN VAN PENICILLINES, INCL. BETALACTAMA 2,7% 373 1,0% 324 2,3% 11 10 J01MA FLUOROCHINOLONEN 2,4% 330 1,0% 102 0,7% 29 11 N02AX OVERIGE OPIOIDEN 1,6% 214 0,5% 166 1,2% 19 12 M01AB AZIJNZUURDERIVATEN EN VERWANTE STOFFEN 1,5% 204 0,7% 455 3,2% 8 13 L02AE GONADORELINE‐ANALOGEN 1,4% 190 0,7% 50 0,4% 47 14 M01AE PROPIONZUURDERIVATEN 1,1% 157 0,9% 458 3,2% 7 15 C09AA ACE‐REMMERS, ENKELVOUDIG 1,1% 148 0,2% 628 4,4% 6 16 C08CA DIHYDROPYRIDINEDERIVATEN 1,1% 147 0,2% 428 3,0% 9 17 R03AK SYMPATHICOMIMETICA MET ANDERE MIDD.
1 B01AB GROUPE DES HEPARINES 18,3% 2.499 4,2% 1.186 8,4% 3 2 L04AD INHIBITEURS DE LA CALCINEURINE 7,8% 1.061 3,3% 84 0,6% 33 3 H01CB ANTAGONISTE DE L'HORMONE DE CROISSANCE 7,4% 1.007 5,0% 27 0,2% 65 4 L02BG INHIBITEURS D'ENZYMES 6,1% 835 3,0% 225 1,6% 14 5 A02BC INHIBITEURS DE LA POMPE A PROTONS 5,9% 811 0,5% 1.244 8,8% 2 6 C10AA INHIBITEURS DE LA HMG‐CoA REDUCTASE (STATINES) 5,3% 722 0,3% 1.027 7,3% 4 7 B01AC INHIBITEURS DE L'AGREGATION PLAQUETTAIRE, SAUF L'HEPARINE 5,0% 677 0,8% 1.387 9,8% 1 8 L04AA IMMUNOSUPPRESSEURS SELECTIFS 3,4% 466 2,6% 43 0,3% 51 9 J01CR ASSOCIATIONS DE PENICILLINES, INHIB. DE LA BETALACTAMASE INC 2,7% 373 1,0% 324 2,3% 11 10 J01MA FLUOROQUINOLONES 2,4% 330 1,0% 102 0,7% 29 11 N02AX AUTRES OPIACES 1,6% 214 0,5% 166 1,2% 19 12 M01AB DERIVES DE L'ACIDE ACETIQUE ET SUBSTANCES APPARENTEES 1,5% 204 0,7% 455 3,2% 8 13 L02AE ANALOGUES DE LA GONADORELINE 1,4% 190 0,7% 50 0,4% 47 14 M01AE DERIVES DE L'ACIDE PROPIONIQUE 1,1% 157 0,9% 458 3,2% 7 15 C09AA IECA, SIMPLES 1,1% 148 0,2% 628 4,4% 6 16 C08CA DERIVES DE LA DIHYDROPYRIDINE 1,1% 147 0,2% 428 3,0% 9 17 R03AK SYMPATHOMIMETIQUES AVEC AUTRES SUB.